Daadwerkelijke bezorging van de schriftelijke aanzegging bij werkneemster kan niet worden vastgesteld. Het risico daarvan komt voor rekening van werkgeefster. Veroordeling betaling aanzegvergoeding.

Niet kan worden vastgesteld dat uitlener en inlener overeenstemming hebben bereikt over de vergoeding van reisuren van de ter beschikking gestelde arbeidskrachten. Afwijzing vordering.

Werknemer heeft tijdens ziekte, in werktijd en zonder overleg voor een andere werkgever werkzaamheden verricht. Ontslag op staande voet terecht.

Werkneemster is werkzaam bij een hulporganisatie, en leert tegelijkertijd voor sociaal werkster. Vanwege vermeend grensoverschrijdend gedrag op werkvloer heeft werkneemster zich ziek gemeld. Leerarbeidsovereenkomst ten onrechte als beëindigd beschouwd na verkeerd bericht school over beëindiging opleiding. Arbeidsovereenkomst duurt nog tot 31 juli 2034 voort.

Werkneemster is werkzaam bij een hulporganisatie en leert tegelijkertijd voor sociaal werkster. Vanwege vermeend grensoverschrijdend gedrag op werkvloer heeft werkneemster zich ziek gemeld. Leerarbeidsovereenkomst ten onrechte als beëindigd beschouwd na verkeerd bericht school over beëindiging opleiding. Arbeidsovereenkomst duurt nog tot 31 juli 2024 voort.

Ondanks opzegverbod wegens ziekte wordt arbeidsovereenkomst ontbonden. Ernstig verstoorde arbeidsverhouding werkt herstelbelemmerend. Geen recht op billijke vergoeding vanwege ontbreken ernstig verwijtbaar handelen werkgever.

Studiekostenbeding nietig. Ziet op voor de uitvoering van de functie noodzakelijke scholing. Uitzondering op basis van het verplicht verkrijgen van een beroepskwalificatie gaat hier niet op.

Ontslag op staande voet. Werkneemster berust in het ontslag en verzoekt onder andere een billijke vergoeding. Kantonrechter oordeelt het verleende ontslag niet rechtsgeldig en wijst gevraagde vergoedingen grotendeels toe.

Vernietiging ontslag op staande voet, wedertewerkstelling, loonvordering. De werkgever is niet verschenen in de procedure.

In conventie: loonvordering van werknemer ter grootte van € 69.755,30 bruto die een nulurencontract voor onbepaalde tijd heeft. Beroep op arbeidsvermoeden van artikel 7:610b BW slaagt deels. In reconventie: vorderingen grotendeels afgewezen. Bewindvoering.