Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2010
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

De eerste week van 2010 leverde weer een aantal fraaie uitspraken op. Allereerst is AR 2010-0002 interessant. Een bepaling in de cao die de werkgever een eenzijdige aanwijzingsbevoegdheid toekent met betrekking tot het opnemen van vakantiedagen, is niet in strijd met dwingend rechtelijke bepalingen van artikel 7:642 BW e.v.

In AR 2010-0015 en AR 2010-0017 staan toetsing aan het Stoof/Mammoet-criterium centraal. In beide zaken oordelen ontbindingsrechters dat de werknemers in redelijkheid het (redelijke) voorstel van de werkgever niet hadden mogen weigeren. In de eerste zaak ? waarin een manager weigert op een andere vestigingslocatie werkzaam te zijn ? leidt dit tot een verlaging van de C-factor (C=0,4). In de tweede zaak ? waar het om een Van der Lely/Taxi Hofman-achtige casus gaat ? leidt dit tot ontbinding zonder vergoeding (C=0).

De uitspraken AR 2010-0004 en AR 2010-0011 staan in het teken van toetsing aan Van de Grijp/Stam en schadebegroting van kennelijk onredelijk ontslag.

In AR 2010-0006 oordeelt de rechter dat een algemeen verbindend verklaring van een cao niet aan de nietigheid van een cao-bepaling (wegens strijdigheid met de WGBL) in de weg kan staan. Een werkgever kan zich op de nietigheid van een bepaling beroepen, ook al heeft dit nadelige gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden van werknemer (verval van seniorendagen).

Ten slotte leren de (door een van u ingezonden) uitspraken AR 2010-0007 en AR 2010-0008 ons dat het lezen van privémail (hotmailaccount) van een werknemer een dusdanige schending van privacy oplevert, dat de uit deze e-mail voortvloeiende verstoorde arbeidsrelatie voor rekening en risico van werkgever komt en voorts de dringende reden van het ontslag op staande voet kleurt (uit de e-mail zou volgen dat werkneemster frauduleuze handelingen zou verrichten, dan wel haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden).