Naar boven ↑

Update

Nummer 11, 2010
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan. Graag wijzen wij u op AR 2010-271 waarin nakoming van een contractuele afvloeiingsregeling na ontbinding van de arbeidsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar wordt geoordeeld. In casu betrof het een topfunctionaris bij Fortis waarvan de arbeidsovereenkomst na een jaar was geëindigd door ontbinding met vergoeding. Vervolgens vorderde de werknemer nakoming van de contractuele afvloeiingsregeling bestaande aan twee jaarsalarissen inclusief bonus. De kantonrechter achtte de hoogte van deze vergoeding excessief zo niet ridicuul.

Voorts wijzen we u op AR 2010-266. In deze uitspraak wordt de opzegging kennelijk onredelijk geoordeeld en een schadevergoeding begroot aan de hand van Van de Grijp/Stam. Na benoeming van verschillende schadefactoren komt de rechter tot een schadevergoeding van ? 50.000,-. Uit AR 2010-272 blijkt dat de XYZ-hoven de 18 omstandigheden nog steeds gebruiken voor het antwoord op de vraag of sprake is van kennelijke onredelijkheid van de opzegging. In casu werd het bedrijfseconomisch ontslag van een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer met twaalf jaar trouwe dienst en een eenzijdig arbeidsverleden niet kennelijk onredelijk geoordeeld.

Voetballiefhebbers zullen met belangstelling kennis nemen van AR 2010-277. In dit arrest van het Hof van Justitie EG wordt geoordeeld dat een voetbalclub een vergoeding mag eisen van een voortijdig vertrekkende speler ter zake van opleidingskosten. Een dergelijke belemmering is niet in strijd met artikel 45 VWEU (vrij verkeer van werknemers).

Naar het oordeel van de kantonrechter (AR 2010-267) ziet artikel 7:648 BW (gelijke behandeling arbeidsduur) op ongeoorloofd onderscheid in de toepasselijkheid van arbeidsvoorwaarden en niet op onderscheid in de mogelijkheid om voor een bepaalde functie in aanmerking te komen.

Ten slotte leert AR 2010-260 ons dat een vordering tot terugbetaling van het loon wegens onverschuldigde betaling, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In casu had de werkgever per abuis de werknemer ruim zes maanden het loon doorbetaald, nadat hij de werknemer op staande voet had ontslagen. Volgens de kantonrechter diende de werknemer slechts 40% van het loon terug te betalen.

Poll
Ruim 84% was het eens met de stelling ?Een bestuurder zal altijd een duale rechtsbetrekking behouden met de vennootschap'. De nieuwe stelling ? naar aanleiding van het OESO-advies ? luidt: ?Verkorting van de WW-duur heeft een positief effect op de arbeidsparticipatie van werklozen'.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.