Naar boven ↑

Update

Nummer 12, 2010
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan. Graag wijzen wij u op AR 2010-278. In deze beschikking geeft de Kantonrechter Zwolle ? in een overweging 'geheel ten overvloede' ? een fraaie samenvatting en uitleg van Van Hooff Elektra/Oldenburg-Pekel (ontbindingsverzoek tijdens de opzegtermijn) in relatie tot Van de Grijp/Stam (schadebegroting bij kennelijk onredelijk ontslag).

In AR 2010-279 overweegt de kantonrechter dat de partijbedoeling niet van belang is bij de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst. Het gaat uiteindelijk om de feitelijke uitvoering en de maatschappelijke positie van partijen (Zie in gelijke zin: C.J. Loonstra en C. Jansen in TAP 2010-1).

Uit AR 2010-291 volgt dat een werkgever gerechtigd is een door de Belastingdienst opgelegde naheffing loonbelasting in verband met aan werknemer toegekende opties te verhalen op de werknemer.

In AR 2010-293 overweegt het Hof Arnhem dat de wederindiensttredingsvoorwaarde ex artikel 4:5 Ontslagbesluit niet wordt geschonden indien de voormalige werkzaamheden van werknemer voortaan door een handelsagent worden verricht. Uit de Beleidsregels van het UWV zou volgen dat deze voorwaarde enkel ziet op indienstneming van werknemers of uitzendkrachten.

Ook AR 2010-297 is interessant. Het hof overweegt dat een werknemer die in een eerste procedure heeft verzuimd een deskundigenoordeel ex artikel 7:629a BW te overleggen en derhalve niet-ontvankelijk is verklaard, niet in een nieuwe ? tweede ? procedure alsnog een 629a-verklaring kan overleggen. Uit de parlementaire geschiedenis volgt volgens het hof dat ook dan tot niet-ontvankelijkheid geoordeeld moet worden.

Ten slotte overweegt het Hof Den Haag dat een dynamisch incorporatiebeding moet worden aangemerkt als een eenzijdig wijzigingsbeding (artikel 7:613 BW), zodat de in dat artikel gestelde voorwaarden moeten worden aangelegd (AR 2010-299).

Kengetallen eerste kwartaal 2010
Het eerste kwartaal van 2010 heeft in totaal bijna 300 uitspraken opgeleverd. Ruim 20% bestond uit ontbindingszaken en bijna 10% uit kennelijk onredelijk ontslagzaken. Ruim 65% van alle rechtspraak was afkomstig van de rechtbank (inclusief sector kanton). De hoven leverden 21% van alle uitspraken en de Hoge Raad droeg met 4% bij aan rechtsontwikkeling. De overige uitspraken kwamen van het HvJ EG, CRvB en de Antillen.

AR Poll
Ruim 80% van de bezoekers was het eens met de stelling ?Verkorting van de WW-duur heeft een positief effect op de arbeidsparticipatie van werklozen'.
De nieuwe stelling luidt: 'Het begrip werknemer ex artikel 4:5 Ontslagbesluit (wederindiensttredingsvoorwaarde) dient ruim te worden uitgelegd. Ook zelfstandige ondernemers vallen onder dit begrip'. Breng hier uw stem uit.

AR Commentaar: De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en het concurrentiebeding
Graag wijzen wij u ook op het nieuwe AR Commentaar. Ditmaal staat het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd centraal. Klik hier om het commentaar te lezen.

Rest ons u nog een bijzonder fijne dag en alvast een heel fijn Paasweekend toe te wensen.