Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan. De Hoge Raad heeft afgelopen vrijdag een drietal uitspraken gedaan. Uit AR 2010-331 kan men afleiden dat een gebrekkige motivering en onjuiste toepassing van het opzegverbod tijdens ziekte in een ontbindingsprocedure, geen doorbreking van het appelverbod bewerkstelligen.

Uit AR 2010-332 valt af te leiden dat Vexia/Gerrits nog steeds geldend recht is. Een arbeidsongeschikte werknemer die niet of onvoldoende meewerkt aan re-integratie dient gesanctioneerd te worden via het stelsel van artikel 7:629 BW. Slechts indien sprake is van bijkomende omstandigheden is ontslag op staande voet gerechtvaardigd.

Ten slotte geeft de Hoge Raad in AR 2010-333 een fraaie uiteenzetting met betrekking tot verschillende aspecten van de loonmatiging ex artikel 7:680a BW. Zo staat het feit dat een werknemer zich beschikbaar moet houden de bedongen arbeid te verrichten niet aan de inspanningsplicht van de werknemer tot het vinden van werk elders in de weg. Voorts kan een zekere wanverhouding tussen de relatief korte periode dat daadwerkelijk is gewerkt en het tijdvak waarover loon wordt gevorderd aanleiding te zijn de loonvordering aanzienlijk te matigen. Daarbij dient de rechter evenwel terughoudendheid te betrachten en te motiveren waarom volledige uitbetaling onaanvaardbaar zou zijn.

Uit AR 2010-335 volgt dat de scheidslijn tussen ?joviaal gedrag' en ?seksuele intimidatie' heel dun kan zijn. In casu oordeelde de kantonrechter dat ondanks verschillende klachten wegens seksuele intimidatie, geen sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie.

Voorts zijn er veel ?re-integratie-uitspraken' opgenomen in de deze update. Een mooi gemotiveerd vonnis is dat van de Kantonrechter Amsterdam (AR 2010-339), waarin wordt geoordeeld dat de passende arbeid op enig moment de nieuw bedongen arbeid van werknemer is geworden. Zowel op grond van Roovers/De Toekomst als op grond van artikel 7:611 BW (werknemer ontving door onverplichte loondoorbetaling van de werkgever geen uitkeringen) diende de werkgever in casu het loon door te betalen.

In AR 2010-341 stond de vraag centraal of een werknemer die tot aan het einde van zijn dienstverband met verlof is, van rechtswege het lidmaatschap van de OR verliest. Volgens de kantonrechter blijkt uit artikel 12 jo. 1 WOR dat dit niet het geval is. Ook in AR 2010-349 staat de WOR centraal. Volgens het Hof Den Haag vallen wijzigingen in adv-dagen, bevriezing van salaris, invoering van een vacaturestop en wijziging van de variabele beloningsregeling niet onder het bereik van artikel 27 WOR.

Ten slotte is AR 2010-344 interessant. Bij het bepalen van de hoogte van de ontbindingsvergoeding aan werknemer wordt de werkgever verweten dat hij geen (vol) beroep kan doen op het habe nichts, habe wenig-verweer, omdat hij aan zichzelf een te hoge managementfee heeft toegekend. De kantonrechter vond de verlaging van deze fee van ? 120.000 naar ? 90.000 onvoldoende gezien de financiële situatie van de onderneming.

AR Video: Het (afnemend) belang van de bedoeling van partijen bij de vaststelling van de arbeidsverhouding
Graag wijzen we u op de nieuwe AR Video. Professor Loonstra geeft naar aanleiding van het laatst gewezen kwalificatiearrest een aantal praktische handvatten en invulling aan de verhouding tussen de partijbedoeling, de feitelijke uitvoering en de rol van de maatschappelijke positie van partijen. Klik hier om de video te bekijken.

Poll
Ruim tweederde was het eens met de stelling: ?De belangen van een werknemer zijn onvoldoende gewaarborgd tijdens faillissement van de werkgever.? De nieuwe stelling luidt: ?Als een arbeidsongeschikte werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt, dan moet ontslag op staande voet te allen tijde mogelijk zijn.? Breng hier uw stem uit.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.