Update
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan. De Hoge Raad heeft twee nieuwe kennelijk-onredelijk-ontslag-arresten gewezen. Er wordt (helaas?) geen nadere toelichting gegeven op de verhouding tussen Van de Grijp/Stam en Rutten/Breed wat de begroting van de schadevergoeding betreft. Uit AR 2010-463 volgt enkel dat schadebegroting ex artikel 7:681 BW conform de kantonrechtersformule rechtens onjuist is. Uit AR 2010-462 kan men afleiden dat de Hoge Raad nog steeds Schoonderwoert/Schoonderwoerd (ex tunc-toetsing) als uitgangspunt neemt bij kennelijk onredelijk ontslag. De A-G (Spier) gaat wel in op de arresten Van de Grijp/Stam en Rutten/Breed.
In AR 2010-447 staat de vraag centraal of een tussen werkgever en werknemer overeenkomen studiekostenbeding het doel van de proeftijd illusoir maakt. Een werknemer kan dan immers niet in ?volle vrijheid? per direct ontslag nemen, omdat hij de studiekosten zal moeten vergoeden (in casu ? 13.000). De kantonrechter oordeelt dat onder omstandigheden een dergelijke situatie in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid.
In AR 2010-446 staat de verhouding tussen de civiele rechter en de bestuursrechter (ZW) centraal in het kader van de kwalificatievraag. Volgens de bestuursrechter was werkneemster werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, zodat zij geen uitkering krachtens de Ziektewet ontving tijdens ziekte. De civiele rechter oordeelt thans dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, zodat werkgever niet gehouden is het loon te betalen tijdens ziekte. De kantonrechter acht daarbij de partijbedoeling van doorslaggevende betekenis.
Ten slotte wijzen wij u vooral op de conclusie van de A-G bij AR 2010-465. Een werknemer was tijdens werkzaamheden van een trapje gevallen. Het hof heeft betekenis toegekend aan het feit dat werkgever VCA*-gecertificeerd was. In cassatie staat onder meer de vraag centraal wat de betekenis is van VCA-certificering in het licht van de zorgplicht van een werkgever. In cassatie wordt onder meer aan de orde gesteld dat VCA-certificering geen wettelijke basis geniet. De Hoge Raad doet de zaak af op grond van artikel 81 Wet RO.
AR Poll
Bijna 90% van stemmers was het oneens met de stelling ?Een Sociaal Plan met een verplichte prepensionering van oudere werknemers om zodoende jongere werknemers een redelijke ontslagvergoeding te kunnen bieden, zou niet in strijd moeten zijn met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd.?
De nieuwe stelling luidt: ?Indien de onderneming van de werkgever VCA-gecertificeerd is, kan een veilige werkomgeving worden verondersteld totdat een werknemer het tegendeel bewijst.? Breng hier uw stem uit.
AR Commentaar: Overgang van onderneming en werknemersvertegenwoordiging
Graag wijzen wij u op het nieuwe AR Commentaar van Ronald Beltzer naar aanleiding van de recent verschenen conclusie van de advocaat-generaal van het Hof van Justitie (AR 2010-429) inzake het eenheidsbegrip bij overgang van onderneming en werknemersvertegenwoordiging (artikel 6 richtlijn). Klik hier om het commentaar te lezen.
Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.
Rest ons u nog een bijzonder fijne dag toe te wensen.