Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2010
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Graag wijzen wij u op het uitvoerig gemotiveerde vonnis van de Kantonrechter Utrecht inzake proeftijdontslag (AR 2010-473). In deze zaak staat de vraag centraal of het proeftijdontslag voor aanvang van de werkzaamheden nadat werknemer arbeidsongeschikt is geraakt vanwege een meervoudig hartinfarct in strijd is met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De kantonrechter oordeelt dat arbeidsongeschiktheid wegens een meervoudig hartinfarct in casu kan worden aangemerkt als een chronische ziekte, zodat de opzeggingshandeling nietig is.

Volgens de Kantonrechter Zaandam handelt een werkgever in strijd met artikel 7:611 BW door geen duidelijke terugkoppeling te geven bij de afhandeling van een discriminatieklacht, hetgeen uiteindelijk leidt tot ontbinding met C=2 (AR 2010-469).

Een strafrechtelijke veroordeling wegens het in bezit hebben van kinderporno en de daardoor ontstane onrust op de werkvloer, is volgens de Kantonrechter Leeuwarden geen gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst (AR 2010-466). Het hebben van een affectieve relatie met een werknemer werkzaam bij de concurrent is wel een gewichtige reden voor ontbinding (AR 2010-474).

In AR 2010-479 staat vereenzelviging van werkgevers centraal bij overgang van onderneming. Hoewel sprake was van twee verschillende vennootschappen, acht het hof sprake van een onderdeel van een onderneming waaraan werkneemster kon worden toegerekend.

Ten slotte wijzen wij u op AR 2010-481. In dit arrest van het Hof Den Haag staat de vraag centraal wanneer sprake is van opvolgend werkgeverschap in de zin van artikel 7:668a lid 2 BW alsook of en in hoeverre de rechtsgeldige opzegging van de curator een doorbreking van de ketenregeling ex artikel 7:668a BW rechtvaardigt bij doorstart na faillissement. Onder verwijzing naar zijn eerdere arrest van 2009 (Vege Motoren, AR 2009-173) beantwoordt het hof deze laatste vraag ontkennend. De parlementaire geschiedenis alsook het Boekenvoordeel-arrest komen uitvoerig aan bod.