Naar boven ↑

Update

Nummer 50, 2010
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op AR 2010-982. Volgens de Hoge Raad bestaat er geen grond voor een algemene subregel dat werkverzuim als gevolg van een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling in beginsel, behoudens bijzondere omstandigheden, een dringende reden vormt die ontslag op staande voet rechtvaardigt. In casu was werknemer onherroepelijk veroordeeld voor het plegen van ontucht met zijn minderjarige stiefzoon. ABN AMRO had om deze reden werknemer op staande voet ontslagen. Mede gezien het feit dat het gepleegde delict niet werkgerelateerd was en overigens de werknemer goed functioneerde, kon niet geoordeeld worden dat sprake was van een dringende reden.

In AR 2010-984 ziet men opnieuw een samenloop van een strafrechtelijke en arbeidsrechtelijke procedure. In casu was werkneemster strafrechtelijk vrijgesproken van verduistering, maar oordeelt de civiele rechter dat het ontslag op staande voet wegens verduistering rechtsgeldig is.

Volgens de Helmondse kantonrechter is de Nederlandse ontbindingsrechter bevoegd kennis te nemen van een 685-verzoek, indien de werknemer zich daags voor indiening van het verzoekschrift van de werkgever uit de Nederlandse gemeente uitschrijft en in het buitenland (Duitsland) woonachtig wordt (zonder officiële inschrijving). De rechter leidt dit uit artikel 30 jo. 4 EEX-Verordening af (AR 2010-987).

De Kantonrechter Heerlen kwalificeert het reizen tussen twee verschillende werklocaties van dezelfde opdrachtgever als werk-werkverkeer, zodat het uitzendbureau op grond van artikel 7:611 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het eenzijdige verkeersongeval per fiets wegens het ontbreken van een behoorlijke verzekering. De vraag of in 2004 een behoorlijke verzekering voorhanden was, dient door een deskundige te worden onderzocht (AR 2010-996).

In AR 2010-999 staat de vraag centraal of de vrouw een arbeidsovereenkomst met de vennootschap van haar man heeft gesloten. De vennootschap betaalt sinds de echtscheidingsprocedure tussen beide partijen geen loon meer uit. Anders dan in de klassieker Van der Male/Den Hoedt (JAR 2003/263), althans zo lijkt het, heeft werkneemster in casu wel arbeid verricht. Naar het oordeel van de kantonrechter doet de vermeende bedoeling van partijen om een fiscaal voordelige constructie op te zetten niet af aan de 610-kwalificatie.

Ten slotte wijst de Kantonrechter Sittard-Geleen het aanvaarden van een legaat door de ex-verzorgster van een overleden 87-jarige patiënt, in strenge bewoordingen af. De verzorgster zou in strijd met de wet en beroepscodes hebben gehandeld. Door deze handelwijze ook nog eens te verzwijgen voor de werkgever, acht de kantonrechter zelfs termen aanwezig de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden te ontbinden (AR 2010-992).

AR Commentaar: Hoe Jhonny zijn cateringbaan verloor (en John niet)
Graag wijzen wij u op het nieuwe AR Commentaar van Ronald Beltzer. In dit commentaar gaat hij in op de recente Briot-beschikking van het Hof van Justitie EU (AR 2010-0924). Hij plaatst deze beschikking in het licht van Albron en stelt in dat kader een aantal vragen inzake overgang van onderneming en uitzending van werknemers. Het commentaar is heerlijk (intellectueel) leesvoer voor tijdens de kerstdagen! Lees hier het commentaar.

AR Poll. Albron: wetswijziging of niet?
De meerderheid (57%) was het niet eens met de stelling: ?De ontbindingsprocedure leent zich niet voor een collectief ontslag in de zin van de WMCO.' De nieuwe stelling luidt: ?Het Albron-arrest dwingt tot een wetswijziging van artikel 7:663 BW.' Breng hier uw stem uit.

Rest ons u nog een bijzonder fijne dag en heel fijne kerstdagen toe te wensen!