Naar boven ↑

Update

Nummer 13, 2011
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u nogmaals op AR 2011-250. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst na afgifte van de ontbindingsbeschikking, maar voor ontbindingsdatum, leidt niet tot doorbreking van het appelverbod. Het niet afwachten van een UWV-beschikking en het doen van een spoeduitspraak door de kantonrechter (volgens de werkgever ?meeprocederen' van de kantonrechter) leiden niet tot schending van fundamentele beginselen. In aanvulling en ter correctie op de vorige nieuwsbrief heeft de Hoge Raad met deze beschikking zijn arrest Rolf/SIDO niet bevestigd (dat arrest zag immers op een andere vraag, te weten ?(formele) rechtskracht van een ontbindingsbeschikking') maar wel ter ondersteuning van zijn oordeel aangehaald.

In AR 2011-251 staat de vraag centraal of een werknemer ondubbelzinnig ontslag heeft genomen, door aanspraak te maken op de met vakbonden overeengekomen vertrekregeling in het Sociaal Plan. Volgens de A-G is daarvan sprake indien partijen over de essentialia van de beëindigingsregeling overeenstemming hebben. Dat de beëindigingsovereenkomst uiteindelijk niet door werknemer is ondertekend, doet aan de wilsovereenstemming niets af. De Hoge Raad verwerpt het door de werknemer ingestelde cassatieberoep op grond van artikel 81 Wet RO.

Voorts wijzen wij u op AR 2011-273. In dit vonnis van de Kantonrechter Utrecht staat de vraag centraal hoe geoordeeld moet worden over een ?gedelegeerde wijzigingsbevoegdheid in een cao'. In casu was ten aanzien van een aantal deelonderwerpen in de cao bepaald dat de werkgever in samenspraak met het medezeggenschapsorgaan bepaalde arbeidsvoorwaarden mocht wijzigen. Een aantal werknemers meende dat een dergelijke wijziging niet doorgevoerd mocht worden, dan wel aan artikel 6:248 lid 2 BW getoetst moest worden. De kantonrechter oordeelde dat in casu de toets van artikel 7:613 BW heeft te gelden.

In AR 2011-272 staat het studiekostenbeding centraal en wordt (zoals eerder door anderen is betoogd) geoordeeld dat de glijdende schaal van het Opzeeland-arrest, niet zonder meer geldt indien het gaat om terugvordering van studiekosten in plaats van loon. Wel is het ontbreken van een glijdende schaal van invloed op de artikel 6:248 lid 2 BW-toetsing die de rechter aanlegt.

Ten slotte is AR 2011-262 interessant. In casu werd betoogd dat de gedetacheerde en daarna geschorste werknemer niet mee over zou gaan bij een overgang van onderneming ex artikel 7:662 BW (onder verwijzing naar HR 11 februari 2005, JAR 2005/67). Voorts werd door de verkrijger een beroep gedaan op zogenoemde ETO-redenen. Beide stellingen werden door de kantonrechter verworpen.

AR Poll:
Bijna 60% was het eens met de stelling: ?Een ZZP'er dient ook de arbeidsrechtelijke bescherming van artikel 7:658 lid 4 BW te genieten.' De nieuwe stelling luidt (met dank aan BJvS): ?De voorgestelde wijziging van de WMCO (wetsontwerp 32 718), met name de uitbreiding van de werkingssfeer met ontbindingsverzoeken aan de kantonrechter, betekent het einde van het primaat van UWV WERKbedrijf bij reorganisaties.' Breng hier uw stem uit.
 
AR Commentaar: Een eenzijdig wijzigingsbeding hoeft niet (altijd?) individueel schriftelijk met de werknemer te zijn overeengekomen. Het oordeel van de Hoge Raad in de zaak Wegener
Graag wijzen wij u op het nieuwe AR Commentaar van Gerdien van der Voet. In dit commentaar bespreekt zij het arrest van de Hoge Raad (19 maart jl.) inzake het schriftelijkheidsvereiste bij het eenzijdig wijzigingsbeding (artikel 7:613 BW). Zij analyseert het arrest en gaat onder meer in op de vraag of het schriftelijkheidsvereiste zo ruim mag worden uitgelegd dat het voortaan mogelijk is in bijlagen een 613-beding ?te verstoppen'. Daarnaast stelt zij de vraag of er een wisselwerking is tussen materiële en formele geldigheidsvereisten bij bijzondere bedingen in artikel 7.10 BW. Klik hier voor het commentaar.
 
AR Video: Enkele beschouwingen naar aanleiding van het wijzigingsontslag (Prof. mr. J.M. van Slooten)
Voorts wijzen wij u graag op de nieuwe AR Video, waarin Jaap van Slooten een aantal kritische kanttekening plaats bij het wijzigingsontslagarrest van de Hoge Raad (AR 2010-1004). Voorts geeft hij een voorspelling hoe en op welke wijze het wijzigingsontslag in de praktijk zal (kunnen) gaan werken en wat hiervan de mogelijke gevolgen voor werknemer en werkgever zullen zijn. Klik