Update
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op een interessante uitspraak van de Kantonrechter Almelo (AR 2011-384). De centrale vraag is of een ontslag op staande voet van een rijinstructeur, waarvan achteraf de dringende reden niet wordt aangenomen, kan worden aangemerkt als een reguliere opzegging of dat dan geoordeeld moet worden dat het ontslag als niet verleend moet worden beschouwd. Het antwoord op deze vraag was relevant, omdat de werknemer in casu de bescherming van het BBA ontbeerde (artikel 2 BBA). Naar het oordeel van de kantonrechter converteert een ontslag op staande voet niet in een gewone opzegging, zodat de werknemer in casu recht op loon behoudt.
In AR 2011-385 stond de vraag centraal of de werkgever zijn recht op het vorderen van schadevergoeding en verbodsbepalingen op grond van onrechtmatige werknemersconcurrentie heeft verwerkt, nadat hij in een vaststellingsovereenkomst het concurrentiebeding heeft laten vervallen. De rechter oordeelt dat dit niet het geval is.
Het Hof Den Haag acht terugbetaling van opleidingskosten van een advocaatstagiair niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het hof wijst erop dat het Opzeeland-arrest niet zonder meer van toepassing is op een studiebeding, maar dat in casu ook aan de subregels uit dat arrest is voldaan (AR 2011-381).
Ten slotte oordeelt de Kantonrechter Zwolle dat overgang van activa en verwevenheid tussen verkopende partij (werkgever) en verkrijgende partij (moedermaatschappij) nog geen overgang van onderneming rechtvaardigt. De overdracht van activa stond in het teken van zekerheidstelling voor bancaire leningen, terwijl de productie bij de verkopende partij (werkgever) bleef (AR 2011-377).
AR Poll
Bijna 80% is het eens met de stelling: ?Tijdens de proeftijd zou een werknemer niet gebonden moeten zijn aan bezwarende bedingen, zoals een concurrentiebeding en een studiekostenbeding.' De nieuwe stelling luidt: ?Het cao-recht is niet meer van deze tijd.' Breng hier uw stem uit.
AR Commentaar: Permanente nawerking van minimum-cao's: een tijdbom onder het cao-recht?
In het nieuwe AR Commentaar analyseert Ruben Houweling het recente arrest van de Hoge Raad inzake nawerking van minimum-cao's. Naar aanleiding van onder meer de conclusie van de A-G, plaatst hij een aantal kritische kanttekeningen bij (de mogelijk verstrekkende gevolgen van) dit arrest. Ten slotte waarschuwt hij voor de ?vermogensrechtelijkisering van het arbeidsrecht'. Lees het commentaar hier.
Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.