Rechtspraak
Graag wijzen wij u op AR 2011-709. Naar het oordeel van het Hof Arnhem is een ontslag tijdens de proeftijd onder gelijktijdige aanbieding van een nieuwe arbeidsovereenkomst voor kortere duur, niet in strijd met het recht (zie anders AR 2010-915).

Een heel bijzondere uitspraak is LJN: BR6207, waarin de rechter oordeelde dat artikel 33 lid 4 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs prevaleert boven het reguliere arbeidsrecht (artikel 7:668a BW). Na drie aaneengesloten arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met een leraar zonder onderwijsbevoegdheid volgt niet, indien de leraar zijn wettelijke onderwijsbevoegdheid niet heeft behaald, van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Ten slotte is AR 2011-712 interessant. De centrale vraag is of een werknemer die meer dan het cao-functieschaalsalaris verdient, recht heeft op de periodieke cao-verhoging over het bovenmatige salaris. Naar het oordeel van het hof is dit het geval.

AR Poll:
Ruim 80% was het eens met de stelling: ?Het is een goede zaak dat de nieuwe wettelijke regeling ?zeevarende? in boek 7.10 BW wordt ondergebracht?

De nieuwe stelling luidt: ?De Wet op het Voortgezet Onderwijs prevaleert boven de ketenregeling van het reguliere arbeidsrecht.? Breng hier uw stem uit.

AR Commentaar: De WMCO en de grenzen aan richtlijnconforme interpretatie
In het nieuwe AR Commentaar gaat Zef Even - naar aanleiding van het arrest van het Hof Arnhem (AR 2011-0671) ? in op het nieuwe wetsvoorstel aanpassing WMCO. Hij signaleert de huidige gebreken in de WMCO en analyseert in hoeverre de nationale rechter thans met een beroep op richtlijnconforme interpretatie ?beëindigingen met wederzijds goedvinden? onder het getalscriterium van het ?doen eindigen? in de zin van de WMCO mag scharen. Lees hier zijn commentaar.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.