Naar boven ↑

Update

Nummer 44, 2011
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de uitspraak van de Kantonrechter Leiden waarin het ontbindingsverzoek van een gereformeerde school ten aanzien van diens werknemer werd afgewezen, nadat de leraar bekend had gemaakt dat hij zijn relatie met zijn echtgenote had beëindigd en dat hij, hoewel strikt genomen nog getrouwd, was gaan samenwonen met een man. De school wordt met name verweten een openhartig en inhoudelijk gesprek over de vraag of de leraar onder die omstandigheden nog als geloofwaardig identiteitsdrager van de school zijn werkzaamheden zou kunnen voortzetten uit de weg te zijn gegaan. Het op voorhand en zonder behoorlijk inhoudelijk overleg in twijfel trekken van de geschiktheid van de leraar vanwege het enkele feit van zijn homoseksuele gerichtheid en het samenwonen met een homoseksuele relatie is strijdig met het in de Algemene wet gelijke behandeling neergelegde verbod van onderscheid (AR 2011-899).

Voorts is AR 2011-908 interessant. Uit de verschillende arresten van het Hof Amsterdam in onderlinge samenhang bezien, volgt dat een werkgever niet aansprakelijk is voor het vallen van een huishoudtrap bij het schoonmaken van een doucheruimte. De trap in casu moest worden aangemerkt als een ?deugdelijk arbeidsmiddel' in de zin van het Arbobesluit.

AR Poll
Slechts een kleine meerderheid (52%) is het eens met de stelling: ?Het aanvaarden van niet-contractuele werkgever als vervreemder in het Albron-arrest zal tot vergaande oprekking van het bereik van titel 7.10 BW leiden.'

De nieuwe stelling luidt: ?Ik denk dat het initiatiefwetsvoorstel van D66 tot modernisering van het ontslagrecht wet zal worden.' Breng hier uw stem uit.

AR Commentaar: The buck stops here!?
In het nieuwe AR Commentaar gaat Willemijn Roozendaal in op het arrest Kummeling/Oskam. Zij werpt onder meer de vraag op of het inderdaad gerechtvaardigd is dat een werknemer die in passende arbeid uitvalt na 104 weken, geen recht heeft op loon. Zij wijst er onder meer op dat de Hoge Raad kennelijk van mening is dat na 104 weken alle verplichtingen van de werkgever ophouden, inclusief de re-integratieverplichtingen. Dat is onjuist. Voorts gaat zij in op de discussie wanneer passende arbeid, niet bedongen arbeid wordt. Klik hier voor het commentaar.