Rechtspraak
Graag wijzen wij u op AR 2011-95. In deze zaak staat de vraag centraal hoe een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen van een payrollwerkgever beoordeeld moet worden. Volgens de kantonrechter brengt het bijzondere karakter van een payrollrechtsverhouding met zich dat de opzegging van een inleenovereenkomst een gerechtvaardigde reden voor ontslag oplevert. De vraag of het ontslag kennelijk onredelijk is, wordt getoetst aan de ?checklist' (omstandigheden) van de XYZ-arresten.
Met betrekking tot het cao-recht is AR 2011-98 interessant. De centrale vraag is of een categorale vakbond toegang tot het cao-overleg heeft. Naar het oordeel van de rechter is in de onderhavige zaak de categorale vakbond representatiever en vertegenwoordigt hij een groot aantal leden, zodat uitsluiting van het cao-overleg onrechtmatig is. In de uitspraak wordt tevens het arrest van het Hof Amsterdam 26 oktober 2010 (JAR 2010/308) aangehaald, waarin anders werd geoordeeld.
Eveneens in de collectieve sfeer bevindt zich AR 2011-93. Volgens de voorzieningenrechter hebben werknemers die staken in de vorm van werken krachtens alternatieve roostertijden geen recht op loon. Zijdelings doet zich in deze uitspraak de vraag voor of de eenzijdige wijziging van het rooster door de werkgever (zijnde een rechtsgeschil) een rol speelt bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de staking (zijnde een belangengeschil).
In AR 2011-97 worden de inlener en de uitlener hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden heeft geleden door een verkeersongeval. Volgens de rechter hebben partijen verzuimd een WEGAM-verzekering of andere verzekering af te sluiten. Op de inlener (materiële werkgever) rust volgens de rechter een verzekeringsplicht krachtens artikel 6:162 BW (onder verwijzing naar het Licotec-arrest).
Een mooie kwalificatievraag (arbeidsovereenkomst of opdrachtovereenkomst) speelde in AR 2011-102. Volgens het Hof Amsterdam leidt het enkele feit dat in fiscale zin sprake is van een fictieve dienstbetrekking, niet tot een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst.
Ten slotte is AR 2011-104 interessant. Volgens de Ondernemingskamer is een vergaande samenwerking middels een intentieverklaring tot fusie van twee verenigingen een adviesplichtig voorgenomen besluit ex artikel 25 WOR.

AR Poll:
Ruim tweederde was het oneens met de stelling: ?De uitsluiting van arbeidsverhoudingen ex artikel 2 BBA is niet meer van deze tijd.' De nieuwe stelling luidt: ?Het laten meetellen van alle beëindigingsvormen voor het getalscriterium in de WMCO is een goede zaak.' Breng hier uw stem uit.

AR Commentaar: Wijzigingsontslag? Over de ?tweewegenleer' in het ontslagrecht
In het nieuwe AR Commentaar gaat Willemijn Roozendaal in op het recente arrest van de Hoge Raad inzake het zogenoemde ?wijzigingsontslag'. De verhouding tussen de toetsing van het UWV WERKbedrijf en de rechter, de verschillende bevoegdheden die het UWV WERKbedrijf toekomt, alsmede de voorwaarden en premisse die aan een toestemming kunnen zijn verbonden/worden verondersteld en de verhouding van het wijzigingsontslag tot de Taxi Hofman-doctrine, worden uitvoerig besproken en van commentaar voorzien. Klik hier om het commentaar te lezen.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.