Naar boven ↑

Update

Nummer 25, 2012
Uitspraken van 19-06-2012 tot 25-06-2012
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op AR 2012-592 waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat onder zeer bijzondere omstandigheden het beroep op de vervaltermijn van artikel 9 lid 3 BBA in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid (ex art. 6:248 BW).
Voorts is AR 2012-599 interessant. Het Hof Leeuwarden past de eerder gewezen arresten Taxicentrale Wolters (opvolgend werkgeverschap) toe. Het hof concludeert dat opvolgende concessiehouders geen opvolgend werkgever zijn en toetst in deze procedure voorts of sprake is van overgang van onderneming (in het bijzonder aan het overeenkomstvereiste en behoud van identiteit waarbij kapitaalintensiviteit van belang wordt geacht).
Van ditzelfde hof is ook AR 2012-598 afkomstig, waarin onder meer de vraag centraal staat of conversie ex artikel 7:668a BW ook betekent dat de op het moment van conversie geldende arbeidsvoorwaarden ‘bevriezen'. In casu ging het om een fluctuerende arbeidsomvang van een docent. Naar het oordeel van hof zou in dergelijke gevallen veeleer artikel 7:610b BW uitkomst moeten geven dan het min of meer toevallige conversiemoment van artikel 7:668a BW.
In AR 2012-583 en AR 2012-584 oordeelt de kantonrechter dat bij oudere werknemers (62-jarige) rekening dient te worden gehouden met de fictieve opzegtermijn bij het bepalen van de ontbindingsvergoeding indien het pensioenplafond wordt toegepast (Aanbeveling 3.5).
In AR 2012-589 staat de uitleg van Aanbeveling 3.3 centraal. In casu oordeelt de kantonrechter dat voor de vaststelling van de B-factor de pensioencompensatie wel wordt meegenomen, daar dit uitdrukkelijk als een arbeidsvoorwaarde voor werknemer is overeengekomen.

AR Poll
Ruim 80% is het eens met de stelling: ‘Het Nederlandse arbeidsrecht is in zijn huidige vorm voldoende flexibel.' De nieuwe stelling luidt: ‘Ik vind de voorstellen tot wijziging van het ontslagrecht conform de Hoofdlijnennotitie van Kamp goed.' Breng hier uw stem uit.

AR Video: Prof. Bouwens over voorstellen tot Herziening Ontslagstelsel
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Video van prof. Willem Bouwens (VU). In deze video gaat Bouwens in op het voorstel van D66 en het Lenteakkoord. Hij plaatst de nodige vraagtekens bij de uitgangspunten van deze herziening en doet een aantal alternatieve voorstellen. Hoewel inmiddels het Lenteakkoord is ingehaald door de Hoofdlijnennotitie van Kamp, is de kritiek van Bouwens ook van toepassing op laatstgenoemd voorstel en daarmee dus uiterst actueel en interessant. Klik hier om de video te bekijken.

AR Commentaar: Een uniforme uitleg van het begrip ‘opvolgend werkgeverschap'?
Graag wijs ik u op het nieuwe AR Commentaar van Gerdien van der Voet bij het arrest (werkneemster/werkgever) (AR 2012-470). In dit commentaar analyseert zij de overwegingen van de Hoge Raad met betrekking tot de uitleg van ‘opvolgend werkgeverschap' en plaats zij die onder meer in de context van de proeftijddoctrine en onderzoekt zij de gevolgen van dit arrest voor bijvoorbeeld ‘doorstart uit faillissement'. Klik hier om het commentaar te lezen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank