Naar boven ↑

Update

Nummer 37, 2012
Uitspraken van 12-09-2012 tot 18-09-2012
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op AR 2012-821 en AR 2012-825. In beide arresten komen de hoven tot de vaststelling dat sprake is van een kennelijk onredelijke opzegging en wordt voor de vaststelling van de schadevergoeding aansluiting gezocht bij de te verwachten duur werkloosheid. Er vind een suppletie van de WW-uitkering plaats waarbij in AR 2012-821 een zekere afbouw wordt geoordeeld van 100% naar uiteindelijk 80% over drie jaar.

In AR 2012-823 oordeelt het hof dat een arbeidsovereenkomst vernietigd kan worden wegens dwaling. In casu betrof het een werknemer die op nadat zij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft en uitvalt wegens ziekte, meldt dat zij anderhalf jaar eerder een TIA heeft gehad. De werkgever – een taxibedrijf – doet vervolgens een beroep op dwaling, nu volgens de ministeriële Regeling eisen geschiktheid 2000 in dergelijke gevallen de chauffeur zijn rijbevoegdheid verliest. Uiteindelijke faalde het beroep op dwaling, omdat de werkgever had verzuimd het CBR om een keuring te vragen van werkneemster.

Voorts is AR 2012-829 interessant. De werkgever zegde de arbeidsovereenkomst binnen een maand op met een beroep op het overeengekomen proeftijdbeding. Toen bleek dat het proeftijdbeding niet geldig was, stelde de werkgever zich op het standpunt dat hij zich ter zake had vergist en bood de werknemer werk aan. Werknemer vorderde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging (resterende elf maanden van het jaarcontract). Het hof oordeelde dat de uiting van de werkgever wel degelijk als een opzegging beschouwd moest worden, zodat sprake was van een onregelmatige opzegging. De gefixeerde schadevergoeding werd gematigd tot zeven maanden loon.

AR 2012-817 laat zien dat het willekeurig toekennen van prestatiebonussen tot schending van het goed werkgeverschap leidt.

Ten slotte is AR 2012-822 interessant. De centrale vraag is of een leerkracht recht heeft op een ontbindingsvergoeding, indien hij ook recht heeft op een wachtgelduitkering (bovenwettelijke uitkering op grond van de Bbwo). Er wordt gewezen op brief een van de minister van Onderwijs (21 juli 2011 referentie 307660) waarin het toekennen van een vergoeding bij ontslag in het primair onderwijs wordt afgewezen. In casu oordeelt de rechter dat de uitkering op grond van de Bbwo vele malen groter is dan een neutrale ontbindingsvergoeding, zodat de ontbinding zonder vergoeding volgt.

AR Poll
Ruim 80% was het oneens met de stelling: ‘Ongeacht de verkiezingsuitslag maak ik mij geen zorgen over eventuele hervormingen van het ontslagrecht.' Nog een keer een politiek geladen stelling: ‘Bij een coalitie VVD/PvdA zal het ontslagrecht niet gewijzigd worden.' Breng hier uw stem uit.

Wetsvoorstel Wet vereenvoudigingen regelingen UWV: aanpassing fictieve opzegtermijn WW Een van de VAAN-leden, mr. J.P.M. van Zijl van Kantoor Mr. van Zijl, attendeerde mij deze week op het volgende wetsvoorstel. Het wetsvoorstel Wet vereenvoudigingen regelingen UWV (w.o. 33327) voorziet in het vervallen van de maand aftrek bij berekening van de fictieve opzegtermijn wegens het voeren van een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter. Doel van deze wetswijziging is het terugdringen van het aantal pro forma procedures.

De nieuwe regeling wordt zo vormgegeven dat artikel 16 lid 3 WW in zijn geheel vervalt en dat in een ministeriële regeling wordt bepaald welke uren worden gelijkgesteld met de nieuwe definitie van het begrip ‘arbeidsuren' (niet langer de gewerkte uren maar de verloonde uren). In die ministeriële regeling zal de maand aftrek wegens het volgen van een ontbindingsprocedure dus niet terugkeren.

Over de datum van inwerkingtreding zegt de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel dat deze wordt voorzien voor 1 januari 2013.

In overgangsrecht is niet voorzien, hetgeen dus directe werking betekent: op de feiten die zich na inwerkingtreding van de wet voordoen wordt de wet toegepast. Afhankelijk van het precieze bereik van het overgangsrecht een belangrijke afweging voor de ontbindingsprocedure en het recht op WW. Bij een reguliere opzegtermijn van vier maanden, zou – mocht de wet per 1 januari 2013 daadwerkelijk in werking treden – men reeds nu getroffen kunnen worden met de nieuwe regelingen (de eerste dag van werkloosheid ligt dan zonder aftrek van een maand in januari). Hou deze wetswijziging in de gaten!

10e Nationaal Arbeidsrecht Congres – De kennelijke onredelijkheid in beweging
Graag wijs ik u op het tiende Nationaal Arbeidsrecht Congres op 2 en 3 november. Dit jaar staat het zeer bewogen thema ‘kennelijk onredelijk ontslag' centraal. Diverse onderwerpen zoals de gronden van kennelijke onredelijkheid, herstel van de arbeidsovereenkomst, habe nichts, habe wenig-verweer, rechtsvergelijkend perspectief, maar uiteraard vooral de wijze van begroting van de kennelijkonredelijkontslagvergoeding en de mogelijke harmonisatie met de ontbindingsvergoeding zullen uitdrukkelijk aan bod komen.

Sprekers: Prof. mr. G.C. Boot, prof. mr. dr. W.H.A.C.M. Bouwens, prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. M.A.F. Overdijk, mr. dr. S.S.M. Peters en mr. dr. W.L. Roozendaal.

Ter gelegenheid van het tweede lustrum wordt het congres extra feestelijk aangekleed met muziek, dans en een presentje. Klik hier voor nader informatie en/of aanmelding. Wees er snel bij want er is nog maar beperkt plaats!

Hof

Rechtbank