Naar boven ↑

Update

Nummer 39, 2012
Uitspraken van 26-09-2012 tot 02-10-2012
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op AR 2012-862 waarin de Hoge Raad de spelregels bij matiging van de loonvordering ex artikel 6:248 BW uitlegt en spiegelt aan de eisen van artikel 7:680a BW. Net als in het eerder dit jaar gewezen arrest AR 2012-0509 dient ook bij toepassing van artikel 6:248 BW de rechter terughoudendheid te betrachten en geldt een uitgebreide motiveringsplicht.

In AR 2012-869 staat onder meer de vraag centraal of het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is, indien de werkgever na ontvangstbevestiging van de ontslagaanvraag door het UWV WERKbedrijf nog dezelfde dag de werknemer het voornemen tot ontslag meedeelt waarna werknemer zich ziek meldt. Naar het oordeel van het Hof Arnhem dient in dergelijke gevallen waarin het ontvangst en de ziekmelding op dezelfde dag plaatsvinden, het belang van de werknemer te prevaleren zodat het opzegverbod geldt (en niet de uitzondering van artikel 7:670 lid 1 sub b BW).

In ditzelfde arrest staat ook de vraag centraal of het vorderen van herstel van de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:682 BW in hoger beroep als een zelfstandige vordering moet worden beschouwd waarop de verjaringstermijn van artikel 7:683 BW van toepassing is. Het hof oordeelt dat herstel niets anders is dan een vorm van schadevergoeding anders dan in geld, zodat niet opnieuw de verjaringstermijn gaat lopen.

In AR 2012-866 staat de vraag centraal of de werknemer een rolsteiger ter beschikking had moeten worden gesteld, nadat hij van een ladder is gevallen bij werkzaamheden aan een koppeling op 3.35 meter hoogte. Het hof oordeelt dat gezien de gestelde lengte van werknemer voldoende aannemelijk is dat hij met zijn voeten lager dan op 2.50 meter heeft gestaan, zodat het bepaalde in artikel 3.16 lid 2 laatste onderdeel niet opgaat (waarin een vermoeden van risicovol werk staat opgenomen indien er een valgevaar is vanaf 2.50 meter). Voorts hecht het hof waarde aan het feit dat werkgever VCA-gecertificeerd (vergelijk ook HR 21 mei 2010, AR 2010-0465) is en werknemer ervaren was.

De Kantonrechter Utrecht heeft een interessante Teunissen/Welter-zaak gewezen. De werkgever is met werknemer een ‘all-in-loon’ overeengekomen. Werknemer vordert in deze procedure nakoming van het recht op toeslag. De kantonrechter oordeelt dat het cao-loon met toeslagen op geen enkel moment meer bedroeg dan het all-in-loon. Anders dan de werknemer stelt, is het loonbeding of geheel nietig of niet nietig. Partiële nietigheid waarbij werknemer zijn contractuele loon behoudt en recht heeft op toeslag, wijst de rechter van de hand (AR 2012-872).

AR Poll
50% was het eens met de stelling: ‘Als de werkgever een advies van een Commissie van Beroep naast zich neerlegt, dient in een eventuele k.o.o.-procedure de bewijslast om te keren.’

De nieuwe stelling luidt: ‘Bij gelijktijdige ziekmelding van de werknemer en ontvangst ontslagaanvraag UWV WERKbedrijf, dient het opzegverbod buiten toepassing te blijven.’ Breng hier uw stem uit.

AR Commentaar: Subjectieve dringendheid door de CRvB gewijzigd, of slechts genuanceerd?
Graag wijs ik u op het nieuwe AR Commentaar van Lucy van den Berg bij de uitspraak Roemer/UWV en GVB. Zij analyseert hoe de CRvB de subjectieve dringendheid bij verwijtbaar ontslag uitlegt. Zij plaatst het arrest in de brede context van eerdere CRvB-uitspraken en rechtspraak van de Hoge Raad. Zij concludeert dat de uitspraak van de CRvB niet geheel in lijn is met civielrechtelijke rechtspraak ter zake. Wel past de uitspraak bij de meer materiële benadering die de CRvB voorstaat bij de toetsing aan artikel 24 WW. Klik hier om het commentaar te lezen.

10e Nationaal Arbeidsrecht Congres – De kennelijke onredelijkheid in beweging
Graag wijs ik u op het tiende Nationaal Arbeidsrecht Congres op 2 en 3 november. Dit jaar staat het zeer bewogen thema ‘kennelijk onredelijk ontslag' centraal. Diverse onderwerpen zoals de gronden van kennelijke onredelijkheid, herstel van de arbeidsovereenkomst, habe nichts, habe wenig-verweer, rechtsvergelijkend perspectief, maar uiteraard vooral de wijze van begroting van de kennelijkonredelijkontslagvergoeding en de mogelijke harmonisatie met de ontbindingsvergoeding zullen uitdrukkelijk aan bod komen.

Sprekers: Prof. mr. G.C. Boot, prof. mr. dr. W.H.A.C.M. Bouwens, prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. M.A.F. Overdijk, mr. dr. S.S.M. Peters en mr. dr. W.L. Roozendaal.

Ter gelegenheid van het tweede lustrum wordt het congres extra feestelijk aangekleed met muziek, en dans. Klik hier voor nader informatie en/of aanmelding. Wees er snel bij want er is nog maar beperkt plaats!

Hoge Raad

Hof

Rechtbank