Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op AR 2012-945 waarin de Hoge Raad een belangwekkend arrest wijst over de reikwijdte van de verplichting tot geheimhouding ex artikel 7:611 BW. In casu achtte de Hoge Raad van belang dat uit de interne gedragsregels van de werkgever (een financiële instelling) volgde dat werknemers niet alleen naar de werkgever en toezichthouders (AFM), maar ook naar de cliënten toe zo integer mogelijk zouden handelen. Bijgevolg mocht in de gegeven omstandigheden de werknemer ‘uit de school klappen' over vertrouwelijke informatie van de werkgever die betrekking had op belangen van de werknemer. Het belang van de werkgever dat een werknemer in beginsel op grond van artikel 7:611 BW zich loyaal naar de werkgever dient op te stellen, is hieraan ondergeschikt. Of de werknemer ook op grond van de Wet op het financieel toezicht een dergelijke verplichting heeft, laat de Hoge Raad in het midden. Hiervoor dienen prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie te worden gesteld, als de feiten daartoe aanleiding geven. Als inderdaad komt vast te staan dat de werknemer wegens niet-integer handelen van de werkgever ontslag op staande voet heeft genomen, dan is dit ontslag rechtsgeldig. Voorafgaand overleg met een functionaris van werkgever had geen enkele zin en kan de werknemer dus niet worden verweten. Ten slotte overweegt de Hoge Raad een aantal interessante passages over het inzagerecht ex artikel 843a Rv (onder meer met betrekking tot de vraag hoe ‘bepaald' de vordering dient te zijn en wie tot de kring van gerechtigden behoort).
In AR 2012-951 oordeelt het Gerecht in St. Maarten – onder verwijzing naar het Greenpeace-arrest – dat het meermalen benutten van de doorbrekingstermijn van drie maanden en vervolgens de maximale keten van drie maal een arbeidsovereenkomst voor de periode van een jaar ex artikel 7A:1615fa BW (de ketenregeling in de West) niet leidt tot misbruik.
Voorts wijs ik u graag op AR 2012-962, waarin de kantonrechter oordeelt dat het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet aan de vordering tot (gedeeltelijke) terugbetaling van de studiekosten van de werknemer in de weg staat. Het feit dat de werkgever tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst beslist is daarvoor onvoldoende.
Daarnaast zijn er twee interessante uitspraken in Hoge Raad-zaken te noemen.
In AR 2012-944 zien we de bodemzaak Van Tuinen/Taxi Wolters. Werkneemster stelt zich onder meer op het standpunt dat het arrest Van Tuinen onjuist is en op gespannen voet staat met het arrest Boekenvoordeel/Isik. De kantonrechter oordeelt dat in Boekenvoordeel/Isik de Hoge Raad niet heeft geoordeeld dat sprake was van opvolgend werkgeverschap, maar enkel dat de bepaling van artikel 7:688a lid 2 BW van toepassing kan zijn in faillissementssituaties. De stelling dat de vereiste ‘zekere banden' tot uitholling van lid 2 zal leiden met name bij faillissement verwerpt de kantonrechter.
In AR 2012-953 oordeelt de kantonrechter in de bodemzaak Kummeling/Oskam (Hoge Raad 30 september 2011, AR 2011-792). Het ging in casu om een werknemer die ruim negen jaar passende arbeid verrichtte en toen opnieuw uitviel wegens arbeidsongeschiktheid. De Hoge Raad oordeelde toen dat er in dergelijke gevallen geen aanvullende loondoorbetalingsverplichting bestaat op grond van artikel 6:248 BW. In de onderhavige zaak zien we dat ook hier geldt ‘eind goed, al goed' (althans voor werknemer). De kantonrechter oordeelt namelijk dat wel degelijk de passende arbeid tot nieuw bedongen arbeid is verworden. De loonvorderingen worden grotendeels toegekend.
Overgangsrecht bij afschaffing forfaitaire maand fictieve opzegtermijn en (pro forma) ontbinding van de arbeidsovereenkomst
In AR Updates nr. 37 werd melding gemaakt van het wetsvoorstel Vereenvoudiging regelingen UWV (Kamerstukken II 2012/13, 33 327). Gewezen werd op de voorgenomen afschaffing van de maand ‘korting' bij berekening van de fictieve opzegtermijn bij ontbindingsprocedures. Vooral werd gewezen op het ontbreken van een overgangsregeling.
Mevrouw mr. Herman de Groot (www.employmentlawsupport.nl) attendeerde mij deze week op de tweede Nota van wijziging van de wet vereenvoudiging regelingen UWV (Kamerstukken II 2012/13, 33 327, nr. 8). In onderdeel 14, in artikel I, onderdeel V, is een overgangsbepaling ingevoegd. In deze overgangsbepaling wordt bepaald dat deze ijziging – geen forfaitaire aftrek meer in geval van ontbinding door de kantonrechter op verzoek van de werkgever – niet geldt voor werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd door ontbinding indien het verzoek van de werkgever aan de kantonrechter vóór inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is ingediend (p. 5 en 12).
De bepaling luidt als volgt:
Aan hoofdstuk XB worden twee artikelen waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:
Artikel # Artikel 16, derde lid, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV blijft van toepassing op de werknemer, van wie de dienstbetrekking is geëindigd door ontbinding op verzoek van de werkgever en de datum van het verzoek tot ontbinding is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van dit artikel van die wet.
Regeerakkoord VVD-PvdA ‘Bruggen slaan'
Bijgaand treft u de relevante passages uit het regeerakkoord VVD-PvdA op het terrein van het ontslagrecht. Klik hier om de pdf te downloaden.
‘XI. Arbeidsmarkt (p. 34-36)
De werking van de arbeidsmarkt zal voor alle werknemers verder moeten verbeteren. Kansen van vooral oudere werknemers op nieuw werk zijn te laag en flexwerkers verdienen betere bescherming. Een snelle doorstroming van baan naar baan, met een zo kort mogelijke terugval op een uitkering, is voor iedereen wenselijk. Door het ontslagrecht te hervormen en de Werkloosheidswet (WW) te moderniseren kan de route van werk naar werk sterk worden verkort. We streven naar overeenstemming met de sociale partners over een sociale agenda waarvan deze plannen deel uitmaken.
(...)
In het licht van ons streven naar een gezamenlijke sociale agenda hecht het kabinet aan constructieve samenwerking met de sociale partners. We willen met hen in gesprek over de invulling en uitwerking van de maatregelen in dit regeerakkoord, in het bijzonder voor de maatregelen inzake ontslag en WW, binnen de financiële kaders. Doel is het verbeteren van het functioneren van de arbeidsmarkt, waarbij iedereen – flexwerker of vaste werknemer – in staat wordt gesteld zo snel mogelijk nieuw werk te vinden.'
AR Poll
De stelling ‘Er dient een algemeen fonds voor beroepsziektes (zoals RSI) te komen' leverde een gelijke stand op: 50% was voor en 50% was tegen deze stelling.
De nieuwe stelling luidt: ‘Het voorgestelde ontslagrecht in het regeerakkoord vind ik een evenwichtige regeling.' Breng hier uw stem uit.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Werknemer heeft recht op 100% loonbetaling tijdens ziekte, nu onvoldoende vaststaat dat de arbeidsovereenkomst vals is. Geen beroep op opschorting of uitsluiting loon tijdens ziekte mogelijk, daar werkgever verzuimd heeft artikel 7:629 lid 7 BW vermelde kennisgeving te doen aan werknemer 23-10-2012
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Relatiebeding tussen opdrachtgever en detacheringsbureau dat het detacheringsbureau verbiedt tot passief acquireren bij de opdrachtgever van opdrachtgever, ziet ook op de situatie dat de inlenende opdrachtgever uit zichzelf verzoekt tot continuering van tewerkstelling werknemer buiten initiële opdrachtgever om. Analogie uitleg relatiebeding uit wetsvoorstel 28 167. Geen matiging van de contractuele boete op grond van Bart Smit-arrest 23-10-2012
- Gerechtshof Den Haag Verzekeraar heeft slechts een verhaalsrecht op werkgever indien sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De omstandigheid dat de werkgever op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is, brengt op zichzelf niet mee dat op hem door het ziekenfonds regres kan worden genomen ex artikel 83c Zfw (oud) 16-10-2012
- Gerechtshof Den Haag Werkgever profiteert niet van wanprestatie werknemer, aangezien onvoldoende vaststaat dat werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden. Uitleg van het concurrentiebeding leidt tot de conclusie dat het enkel in dienst treden niet tot schending van het concurrentiebeding leidt 16-10-2012
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Onregelmatige opzegging arbeidsovereenkomst statutair directeur. Na toewijzing primair gevorderde gefixeerde schadevergoeding, wordt niet meer toegekomen aan beoordeling ontslag op staande voet of misbruik van recht 26-10-2012
- Rechtbank Amsterdam Verboden onderscheid naar leeftijd in sociaal plan HP door vergoeding conform vertrekstimuleringsregeling te maximeren op inkomensderving tot 62-jarige leeftijd. Geen passend en noodzakelijk middel 22-10-2012
- Rechtbank Amsterdam Directieleden ING hebben geen onvoorwaardelijk recht op indexatie van pensioenen. Uitleg arbeidsovereenkomst conform Haviltex-norm 22-10-2012
- Rechtbank Overijssel Overtreding WMCO staat niet aan ontbindingsverzoek wegens bedrijfseconomische redenen in de weg. Afwijzing werkgeversverzoek vanwege ontbreken financiële stukken. Toewijzing werknemersverzoek wegens verstoorde arbeidsrelatie. Vergoeding met C=1,3 22-10-2012
- Rechtbank Overijssel Overtreding WMCO staat niet aan ontbindingsverzoek wegens bedrijfseconomische redenen in de weg. Afwijzing werkgeversverzoek vanwege ontbreken financiële stukken. Toewijzing werknemersverzoek wegens verstoorde arbeidsrelatie. Vergoeding met C=1,3 22-10-2012
- Rechtbank Noord-Nederland Bodemprocedure na arrest Van Tuinen/Taxicentrale Wolters. Arrest Hoge Raad niet in strijd met bedoeling wetgever en Isik/Boekenvoordeel. Geen opvolgend werkgeverschap 17-10-2012
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek. Doordat de arbeidsongeschiktheid van werknemer ten onrechte niet bij de bedrijfsarts is gemeld, ontbreekt een medisch oordeel over de arbeids(on)geschiktheid. Kantonrechter kan zich er niet van vergewissen of het ontbindingsverzoek verband houdt met de ziekte 17-10-2012
- Rechtbank Gelderland Predikant Nederlands Gereformeerde Kerk is niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Invulling werkrelatie door kerkelijk statuut. Kerkrechtelijke ontslagprocedure niet in strijd met artikel 6 EVRM 17-10-2012
- Rechtbank Noord-Nederland Werkneemster heeft niet duidelijk en ondubbelzinnig ingestemd met indiensttreding bij payrollonderneming, zodat werkneemster in dienst is gebleven van werkgever 12-10-2012
- Rechtbank Noord-Holland Ontslag op staande voet Directeur Algemene Zaken en P&O wegens het op eigen naam zetten van bedrijfsauto niet rechtsgeldig. Werknemer heeft niet de mogelijkheid gehad zich te verdedigen tegen de aantijgingen 08-10-2012
- Rechtbank Noord-Nederland Ontbinding wegens verstoorde arbeidsrelatie. Klinisch psycholoog heeft de grenzen van het betamelijke (net) niet overschreden door bezwaren te uiten tegen reorganisatie. C=0,5 03-10-2012
- Rechtbank Midden-Nederland Bodemprocedure na arrest Kummeling/Oskam. Passende arbeid is op grond van overeenkomst bedongen arbeid geworden. Nieuwe loondoorbetalingsverplichting Oskam 03-10-2012
- Rechtbank Noord-Nederland Uitzendkracht komt met hand tussen heggenschaar. Schending zorgplicht door niet onderbreken stroomtoevoer en defect in heggenschaar. Bewijsopdracht Primajob en inlener 02-10-2012
- Rechtbank Noord-Holland Beroep op dwaling bij sluiten vaststellingsovereenkomst Tablemanagers Holland Casino faalt. Nieuwe functie Manager Tablegames is wezenlijk anders. Holland Casino heeft geen onjuiste informatie verstrekt 06-09-2012
- Rechtbank Noord-Nederland De Energiewacht is gerechtigd bij het niet verlengen van de derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd de betaalde studiekosten op het loon in te houden. Afwijzing loonvordering ex artikel 7:629 BW vanwege ontbreken deskundigenoordeel 04-09-2012
Antillen
- Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba Arbeidsovereenkomst in strijd met de openbare orde door politieke benoeming in strijd met de strekking van de Comptabiliteitsverordening 17-01-2012
- Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten Het enkele feit dat een werkgever en een werknemer na een periode van drie maanden of meer weer een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaan is onvoldoende om uit te gaan van ongeoorloofde ontduiking en uitholling van artikel 7A: 1615fa BW. Ook nu, zoals in casu, er al sprake is van twee reeksen van drie elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met steeds weer een onderbreking van meer dan drie maanden (Greenpeace-arrest) 29-10-2010