Naar boven ↑

Update

Nummer 7, 2012
Uitspraken van 14-02-2012 tot 20-02-2012
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op AR 2012-152 waarin het hof oordeelt dat bij de berekening van gefixeerde schadevergoeding door de werknemer aan de werkgever te betalen brutoloon (en niet het nettoloon) als uitgangspunt heeft te gelden.

In AR 2012-155 oordeelt het hof dat de dochtervennootschap van werkgever een zelfstandige vestiging is in de zin van artikel 4:2 Ontslagbesluit, ondanks de (zeer) nauwe banden met een andere dochtervennootschap, waardoor het afspiegelingsbeginsel niet onjuist is toegepast.

Volgens de Kantonrechter Bergen op Zoom volgt uit artikel 1.2.8. van het Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken sector kanton jo. artikel 289 Rv dat de verzoekende partij veroordeeld kan worden in de proceskosten nadat deze het ontbindingsverzoek heeft ingetrokken (daags voor de mondelinge behandeling). De woorden ‘Kosten rechtens' in het verweerschrift dienen als een zodanig verzoek te worden aangemerkt (AR 2012-137).

Eveneens van procesrechtelijke aard is AR 2012-138. Naar het oordeel is het voorwaardelijk ontbindingsverzoek door de werkgever niet ‘verknocht' in de zin van artikel 7:685 lid 5 BW met de loonvordering van de werknemer na het hem verleende ontslag op staande voet.

Ten slotte wijzen wij u graag op AR 2012-143; de schaapherderszaak. De werknemer werd op staande voet ontslagen omdat hij als schaapherder zonder toestemming van de werkgever de kudde schapen uit de weide heeft gehaald om vervolgens met doedelzakspelers en in Schotse kledij afscheid te nemen van de dorpbewoners alwaar hij jarenlang de trouwe herder was.

Arbeidsrecht: The Battle!!
Het arbeidsrecht is een bijzonder rechtsgebied gebaseerd op andere uitgangspunten dan het privaatrecht. Of toch niet? Waarop zouden die andere uitgangspunten dan zijn gebaseerd? De beschermingsgedachte en de institutionele theorie? Worden de uitgangspunten van het arbeidsrecht geweld aangedaan door een steeds privaatrechtelijker invulling van arbeidsrechtelijke begrippen? Prof.mr. C.J. (Cees) Loonstra en prof.mr. A.R. (Ruben) Houweling menen van wel. Mr. S.F.(Stefan) Sagel en prof.mr. E. (Evert) Verhulp geloven van een verprivaatrechtelijking van het arbeidsrecht helemaal niets. Op vrijdag 2 maart a.s. betreden partijen de ‘boksring' om het verprivatiseringsdebat te voeren onder scherp toeziend oog van Wil Tonkens-Gerkema (voormalig vicepresident van de rechtbank te Amsterdam en thans arbiter te Amsterdam). Let the battle begin! Klik hier voor alle informatie.

AR Commentaar: Over de bijzondere positie van artikel 7:663 BW en overgang van rechten en plichten buiten OVO
Graag wijzen wij u op het nieuwe AR Commentaar van Ronald Beltzer. In dit commentaar analyseert hij het recente arrest van de Hoge Raad (AR 2012-118) en gaat hij nader in op de bijzondere bepaling van artikel 7:663 BW. Hij plaats een aantal kritische kanttekeningen bij de conclusie van de A-G terzake en geeft aan hoe rechten en plichten buiten 'overgang van onderneming' op een derden kunnen worden overgedragen. Klik hier om het commentaar te lezen.

AR Poll
50% is het eens met de stelling: ‘Vordering tot herstel van de arbeidsovereenkomst met afkoopsom (artikel 7:682 BW) zal in de toekomst aan belang winnen.'

De nieuwe stelling luidt: ‘Het wettelijk recht op thuiswerken (wetsvoorstel Flexibel werken (32 889)) is een voorbeeld van doorgeslagen werknemersbescherming.' Breng hier uw stem uit.

Hof

Rechtbank