Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Vrijwilligers niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst omdat zij afstand hebben gedaan van ‘recht op loon’
In AR 2013-0216 oordeelt het Hof Arnhem (fiscaal) dat een Stichting die werkzaamheden laat uitvoeren door vrijwilligers (middels intekening op de website) niet premieplichtig is, omdat de vrijwilligers afstand hebben gedaan van ‘recht op loon’ en niet van het loon waar zij recht op hadden. Wegens het wegvallen van dit element, kon geen sprake zijn van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Dat de Stichting (aanmerkelijke) inkomsten genoot krachtens de verrichte arbeid van de vrijwilligers doet hieraan niet af.

Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van geldlening, that is the question
Een opmerkelijke zaak deed zich voor bij het Hof Leeuwarden (AR 2013-0212). Partijen hebben over en weer een arbeidsovereenkomst gesloten met elkaar en elkaar gedurende twee maanden loon betaald. De centrale vraag is of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Volgens 'werkgever' hebben partijen enkel op papier een arbeidsovereenkomst gesloten om daarmee 'werkneemster' in staat te stellen een geldlening te verkrijgen. Er is nimmer arbeid verricht en dat was ook niet de bedoeling. De enkele omstandigheid dat er een papieren arbeidsovereenkomst bestaat, is onvoldoende (zie Hoge Raad in Van der Male/Den Hoedt).

WNT wel reflexwerking bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst
Werd analoge toepassing van de Wet Normering Topinkomens in ontbindingsprocedures recentelijk nog expliciet verworpen (AR 2013-0110), deze week horen we een genuanceerder geluid. Volgens de Kantonrechter Eindhoven is een kantonrechter bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding niet gebonden aan de Wet Normering Topinkomens, maar gelet op de doelstelling van de wet is het wel een factor die van belang wordt geacht en door de kantonrechter wordt meegewogen bij het bepalen van de vergoeding. Een vergoeding van € 75.000,- werd niet billijk geacht. Een C-factor 0,75 wel ((€ 159.750,97). Een zeker neerwaartse werking lijkt de WNT dus weldegelijk te sorteren.

Directeur kan zichzelf geen ontheffing van het concurrentiebeding verlenen (nietig besluit op grond van art. 2:14 BW). Concurrentiebeding in Duitse taal doet geen afbreuk aan het schriftelijkheidsvereiste
In AR 2013-0211 staat de vraag centraal of een statutair-directeur zich zelf ontheffing kan verlenen van het concurrentiebeding. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. De stelling dat het beding volledig in de Duitse taal is opgesteld en daardoor voor werknemer niet (goed) leesbaar, leidt – aldus het hof – niet tot schending van het schriftelijkheidsvereiste (evenmin tot schending van de ratio van het vereiste van geschrift: kenbaarheid). Het feit dat inmiddels de werkgever feitelijk niet meer bestaat (faillissement) is reden voor algehele vernietiging van het concurrentiebeding.

Uitleg artikel 30 CAO voor Uitzendkrachten 2009-2014
Een voor de uitzendbranche relevante uitspraak is AR 2013-0215. Volgens het hof vormt de overeengekomen uuromvang in Bevestiging van Uitzending in beginsel geen 'uitdrukkelijk schriftelijke afwijking' van artikel 30 CAO voor Uitzendkrachten 2009-2014 (afwijking van 7:628 BW). Omdat werkneemster evenwel stelt dat haar uitdrukkelijk is medegedeeld dat zij te allen tijde tenminste 20 uur loon ontvangt (ook als er geen werk is), wordt de zaak aangehouden voor nadere bewijsvoering.

Contractwisseling schoonmaakactiviteiten toiletgebouw Utrecht Centraal Station leidt tot overgang van onderneming
In AR 2013-0200 staat de vraag centraal over de overgang van een schoonmaakopdracht van toiletten op Utrecht CS leidt tot overgang van onderneming. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend onder verwijzing naar Suzen en Spijkers. Nieuw concept en nieuwe visie doen niet af aan identiteitsbehoud. Het feit dat in de cao een afbouwregeling is opgenomen van boven de cao uitstijgende arbeidsvoorwaarden, doet niet ter zake nu sprake is van artikel 7:663 BW (ook de boven de cao uitstijgende arbeidsvoorwaarden gaan mee over).

AR Poll
Meer dan 70% was het eens met de stelling: Nu de vakbonden en werkgeverorganisaties met elkaar aan tafel zitten (Sociaal overleg), verwacht ik dat wijziging van het ontslagrecht geen doorgang zal vinden.’
De nieuwe stelling luidt: ‘De rechtspositie van vrijwilligers is thans onvoldoende gewaarborgd.’ Breng hier uw stem uit.

AR Commentaar: 403-verklaringen en preferente vorderingen van werknemers op failliet
Graag wijs ik u op het nieuwe AR Commentaar van Johan Zwemmer. In dit commentaar gaat Johan in op de uitspraak van de Rechtbank Utrecht (AR 2013-0091), waarin de vraag centraal stond of de preferentie verbonden aan de vordering van de werknemers op de failliete dochter krachtens de 403-verklaring ook van toepassing is op de eveneens failliete moeder. Aan de hand van verschillende uitspraken en standpunten beargumenteert Johan de juistheid van deze uitspraak. Klik hier om het commentaar te lezen.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Arbeidsrecht, incl. PO-punten
In één uur tijd en op hoog niveau wordt u elke 6 weken door prof. Ruben Houweling of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht.
U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 21-5; 24-6; 3-9; 8-10; 12-11; 17-12
Tijd: 17:00 tot 18:00 uur
Kosten: € 69,- excl. btw per sessie (1 PO-punt )
Meer informatie en inschrijven
www.lawatweb.nl

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.