Naar boven ↑

Update

Nummer 14, 2013
Uitspraken van 02-04-2013 tot 08-04-2013
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

 

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad oordeelt in Albron-zaak: permanent gedetacheerde werknemers gaan mee over bij overgang van niet-contractuele werkgever. Richtlijnconforme uitleg werkgever ex artikel 7:663 BW als zijnde ‘niet-contractuele werkgever’ leidt niet tot uitleg contra legem
Ladies and Gentlemen: we’ve got ’em! Afgelopen vrijdag wees de Hoge Raad het langverwachte arrest Albron/FNV Bondgenoten en Roest (AR 2013-276). Naar het oordeel van de Hoge Raad dient artikel 7:663 BW zoveel mogelijk richtlijnconform te worden uitgelegd en verzet de parlementaire geschiedenis zich niet tegen een ruime uitleg van het begrip werkgever als zijnde vervreemder. Daarmee komt de Albron-zaak, die ruim zeven jaar geleden bij Kantonrechter Utrecht (mr. De Laat) is begonnen (UJA_101960), tot een einde. Sinds 5 april 2013 kennen we dus een nieuwe werkgever in 7.10 BW: de niet-contractuele werkgever.

Zzp’er of werknemer: belang van de VAR, btw, bedrijfskleding en (ondernemings)vrijheid
In AR 2013-292 staat de vraag centraal of de zzp’er niet alsnog werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst. De gelijkenis met Groen/Schoevers doet zich voor. Het arrest is nuttig voor de beoordeling van de feitelijke uitvoering van de arbeidsovereenkomst (de partijbedoeling stond namelijk vast: overeenkomst van opdracht). Het hof toetst aan de VAR, btw-betaling, maar ook het verschil in hoogte van loon tussen de zzp’er en de eigen werknemers alsmede het dragen van bedrijfskleding.

Invoering bedrijfskleding valt onder instructierecht artikel 7:660 BW, geen grond voor ontbinding bij weigering bedrijfskleding te dragen
In AR 2013-270 oordeelt de kantonrechter dat een werkgever op grond van artikel 7:660 BW het recht heeft bedrijfskleding in te voeren. De weigering van werkneemster in casu voortaan een polo te dragen, tast haar eigenwaarde en zelfvertrouwen aan en komt voort uit schaamte over haar zwaarlijvigheid. De werkgever had deze psychische factoren moeten betrekken bij de beantwoording van de vraag of voor werkneemster een uitzondering dan wel een andere oplossing mogelijk was.

Veel ontbindingsbeschikkingen
Deze week zijn maar liefst tien ontbindingsbeschikkingen gepubliceerd. Een aantal beschikkingen viel op. In AR 2013-277 verzocht de werknemer ontbinding met C=2, omdat zijn werkgever stelselmatig het loon niet betaalde (tijdens ziekte). De kantonrechter zag hierin een dringende reden, waardoor aan men aan de vergoeding niet meer toekwam. De casus doet denken aan het bekende Fransen/Safe Sun-arrest en Deuss-arrest. In AR 2013-284 wordt de arbeidsovereenkomst met C=1,7 ontbonden, waarbij de meermalen loonweigering door werkgever een relevante factor speelde. AR 2013-285 leert dat schending van de re-integratieverplichtingen en opgelegde loonsanctie tot afwijzing van het verzoek dient te leiden. Ontbinding van een arbeidsongeschikte werknemer wegens bedrijfseconomische noodzaak daarentegen leidde in AR 2013-281 tot ontbinding met C=0.

AR Poll
75% was het oneens met de stelling: ‘De informatieplicht van de werkgever bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is te ver doorgeschoten.’

De nieuwe stelling luidt: ‘De Hoge Raad heeft in het Albron-arrest artikel 7:663 BW contra legem uitgelegd en is daarom in strijd met de rechtszekerheid.’ Breng hier uw stem uit.

Hof

Rechtbank