Rechtspraak
Deze week zijn er geen uitspraken van rechters in eerste aanleg verschenen. Er is wel een aantal arresten van hoven gepubliceerd. Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Kwalificeert een opzegbeding in arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als ‘tussentijdse opzegbevoegdheid’ of ‘voorafgaande opzegverplichting’?
In AR 2013-377 staat de vraag centraal of het opzegbeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kwalificeert als een tussentijdse opzegbevoegdheid of een voorafgaande opzegverplichting. Oftewel, is sprake van artikel 7:667 lid 2 sub a BW of van artikel 7:667 lid 3 BW. Het hof leidt uit de woorden ‘kan opzeggen’ af dat het om een lid 3-beding gaat. De opzegging van de werknemer is derhalve regelmatig.

Uitzendovereenkomsten tellen na 26 weken mee in keten ex artikel 7:668a BW op grond van ABN AMRO-cao
Volgens het Arnhemse hof (AR 2013-382) tellen uitzendovereenkomsten gewoon mee in de keten van artikel 7:668a BW, behoudens alle uitzendovereenkomsten binnen een halfjaar voorafgaand aan de eerste arbeidsovereenkomst met ABN AMRO. De stelling van ABN AMRO dat de cao-bepaling aldus moet worden uitgelegd dat ‘alle’ uitzendovereenkomsten voorafgaand aan de eerste arbeidsovereenkomst buiten beschouwing dienen te worden gelaten, leidt tot een onaannemelijk rechtsgevolg en staat op gespannen voet met Richtlijn 1999/70/EG (bepaalde tijd).

Gefaseerde besluitvorming mag geen afbreuk doen aan effectiviteit van de medezeggenschap
In AR 2013-380 oordeelt de Ondernemingskamer over de fusie NCRV-KRO. Naar het oordeel van de Ok mag NCRV steeds gefaseerd besluitvorming ter advies voorleggen aan de OR, mits de effectiviteit van medezeggenschap geborgd blijft. Op een aantal onderdelen is dat naar het oordeel van de Ok niet het geval (te vage of onduidelijke uitgangspunten en informatieverstrekking, waardoor de OR niet goed kan adviseren). De verzochte voorzieningen worden toegewezen, ondanks het zwaarwegende belang van NCRV bij voortgang fusie.

Schadebegroting bij kennelijk onredelijk ontslag wegens schending afspiegelings- en ancienniteitsbeginsel: inschatting duur arbeidsovereenkomst, vergoeding pensioenschade en kosten arbeidsmarktonderzoek door werknemer
In AR 2013-381 stelt het hof de schadevergoeding vast bij schending van artikel 7:681 lid 2 sub d BW. Mede gezien de slechte financiële situatie van werkgever, oordeelt het hof dat de arbeidsovereenkomst van werknemer waarschijnlijk na een jaar alsnog zou zijn beëindigd. De schade wordt dan ook begroot op inkomensverlies voor de duur van een jaar (en niet tot aan pensioengerechtigde leeftijd). Voorts komt pensioenschade en kosten gemaakt ter vaststelling van de slechte arbeidsmarktpositie van werknemer voor vergoeding in aanmerking.

AR Poll
De uitslag van de poll luidt als volgt.
Het Sociaal Akkoord:

a. betekent echt een begin van hervormingen van het ontslagrecht (het gaat gebeuren);: 11.11 %
b. betekent uitstel en waarschijnlijk daarna afstel (er gebeurt helemaal niets);: 55.56 %
c. betekent een politieke zoethouder: dit najaar zal bij het opstellen van de begroting alsnog strak hervormd gaan worden (Den Haag gaat het zelf doen).: 33.33 %

Oftewel, de meerderheid denkt dat het ontslagrecht ongewijzigd blijft.

De nieuwe poll luidt: “Het Wetsvoorstel Wettelijk minimumloon ook voor opdrachtnemers vind ik een goede zaak” Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: Ring, Ring…
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Ruben Houweling bij het arrest Ring. In dit arrest legt het Hof van Justitie EU het begrip ‘handicap’ nader uit en geeft het Hof invulling aan ‘redelijke aanpassingen’ die een werkgever dient te verrichten om drempels voor gehandicapten weg te nemen. In deze noot vindt een analyse van het arrest plaats en de mogelijke gevolgen voor het Nederlandse arbeidsrecht (WGBh/cz). Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.