Voorman-FNV pleegt geen huisvredebreuk door met 200 leden het bedrijfsgebouw Asito binnen te treden en tijdelijk te bezetten. Wederrechtelijkheid ontbreekt wegens bescherming collectieve actie artikel 6 jo. G ESH
Volgens de Hoge Raad (strafkamer AR 2013-420) kan een ‘organizer’ van een staking niet worden vervolgd voor schending van artikel 138 Sr (huisvredebreuk), indien het gaat om een beperkte bedrijfsbezetting. Naar het oordeel van de Hoge Raad kan in dit geval niet geoordeeld worden dat sprake is van wederrechtelijkheid vanwege het succesvolle beroep van de FNV-actievoerder op artikel 6 jo. G ESH. Dat niet zou zijn voldaan aan de spelregeltoets uit het NS-arrest, doet niet terzake. Interessant is hoe in dit verband het arrest HR 19 april 1991, LJN ZC0217 (Dienstenbond FNV versus Kip) gelezen moet worden. In dat arrest oordeelde de Hoge Raad (civiele kamer) dat een bedrijfsbezetting een ongeoorloofde vorm van collectieve actie vormde.

Concurrentie tijdens dienstverband leidt bij een directeur tot ontslag op staande voet, bij andere werknemers is de sanctie afhankelijk van ‘harde’ dan wel ‘zachte’ concurrentie
In AR 2013-412 oordeelt de kantonrechter dat het oprichten van een concurrerende onderneming door een directeur die ook nog eens gebonden was aan een concurrentiebeding een dringende reden voor ontslag oplevert. Voor diens echtgenote (tevens werknemer) lag dit anders. Hoewel concurrentie tijdens dienstverband zonder meer een schending van artikel 7:611 BW oplevert (slecht werknemerschap), is de sanctie afhankelijk van het type concurrentie dat plaatsvindt.

Wijziging van bestaande arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd?
In AR 2013-414 staat de interessante vraag centraal of het aanbieden van een andere functie slechts een wijziging van een bestaande overeenkomst vormt of een nieuwe overeenkomst betreft waarvan – in casu – geen einddatum is bepaald. De kantonrechter oordeelt dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat een nieuwe arbeidsovereenkomst is aangeboden en het kort geding zich niet leent voor nadere bewijsvoering.

Hoofd Financiële Administratie is aansprakelijk voor schade toegebracht aan werkgever door verduistering van geld middels ingewikkelde kruisposten in kasboeken
In AR 2013-415 oordeelt het hof dat de werknemer zich bewust moet zijn geweest van de roekeloosheid van zijn gedraging door kastekorten te maskeren in de boekhouding, hetgeen leidt tot aansprakelijkheid voor de ingetreden schade ex artikel 7:661 BW. De door de belastingdienst opgelegde boetes wegens te late betaling, kunnen niet op werknemer worden verhaald.

AR Poll
50% was het eens met de stelling: ‘Het arrest van de Hoge Raad inzake artikel 7:628a BW (voor elke oproep steeds drie uur) laat zien dat flexibiliteit ver te zoeken is in de Flexwet.’
De nieuwe stelling luidt: ‘Ter voorkoming van (meer) jeugdwerkloosheid, zou de overheid bedrijven (financieel) moeten stimuleren stage- en leer-werkplekken mogelijk te maken.’ Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: Ring, Ring…
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Ruben Houweling bij het arrest Ring. In dit arrest legt het Hof van Justitie EU het begrip ‘handicap’ nader uit en geeft het Hof invulling aan ‘redelijke aanpassingen’ die een werkgever dient te verrichten om drempels voor gehandicapten weg te nemen. In deze noot vindt een analyse van het arrest plaats en de mogelijke gevolgen voor het Nederlandse arbeidsrecht (WGBh/cz). Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.