Naar boven ↑

Update

Nummer 22, 2013
Uitspraken van 28-05-2013 tot 03-06-2013
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Artikel 7:618 BW heelt niet gebrek aan wilsovereenstemming over het element loon ex artikel 7:610 BW

In de zaak die leidde tot het arrest van de Hoge Raad afgelopen vrijdag stond de vraag centraal of sprake was van een arbeidsovereenkomst, ondanks het feit dat het ‘loon’ nog niet was overeengekomen. De eiser in cassatie stelde zich op het standpunt dat artikel 7:618 BW (indien geen loon is vastgesteld, geldt het gebruikelijke loon) van toepassing was. Verweerder stelde zich op het standpunt dat in het geheel nog geen overeenstemming was bereikt over de essentialia van de overeenkomst. De A-G vergelijkt artikel 7:618 BW met artikel 7:4 BW (koop) en concludeert dat eerst wilsovereenstemming over de elementen van artikel 7:610 BW dient te zijn, waarna artikel 7:618 BW de hoogte van het loon (als overeengekomen wil tot levering van een tegenprestatie) kleurt (AR 2013-431).

Beboeten van werkgever die niet onmiddellijk arbeidstijdregistratie kan laten inzien aan bevoegd gezag, is niet in strijd met de waarborgen omtrent gegevensverwerking in de zin van de Richtlijn bescherming persoonsgegevens
In de zaak Worten moest het Hof van Justitie zich over het volgende uitlaten. Is het opleggen van een boete aan een werkgever die niet onmiddellijk inzage in de arbeidstijden kan tonen, onrechtmatig omdat het op gespannen voet staat met de verwerking van persoonsgegevens in de zin van de richtlijn? Het Hof oordeelt dat onder omstandigheden – in het bijzonder als het gaat om de controle op naleving van arbeidstijd – van een werkgever gevergd kan en mag worden ‘onmiddellijk’ inzage te verlenen in dergelijke persoonsgegevens. Dat is niet in strijd met artikel 6 en 7 van de Richtlijn (AR 2013-436).

Werkzaamheden die op basis van managementovereenkomst worden verricht, vallen niet onder artikel 1 onder b sub 2 BBA nu sprake is van bijkomstige werkzaamheden
Volgens de Voorzieningenrechter Rotterdam was geen sprake van een zogenoemde BBA-werknemer (art. 1 onder b sub 2 BBA) in geval van een parttime doorwerkende directeur van 66 jaar. Doorslaggevend achtte de kantonrechter dat de directeur deze werkzaamheden ‘erbij deed’, naast zijn AOW-inkomen en overige inkomsten en voorts in het geheel niet afhankelijk was van dit inkomen. Derhalve was niet voldaan aan de eis ‘niet van bijkomstige aard’, ook al waren de inkomsten aanzienlijk (AR 2013-435).

Zowel Payroll-werkgever als materiële werkgever veroordeeld tot loonbetaling
In AR 2013-427 oordeelt de kantonrechter dat hoewel werknemer formeel de overeenkomst heeft gesloten met de payroll-werkgever, hij de jure in dienst is van de materiële werkgever. De loonvordering jegens de materiële werkgever (inlener) wordt toegewezen. Nu evenwel de payroll-werkgever zich heeft verbonden loon te betalen (als derde) wordt ook de loonvordering jegens de payroll-werkgever toegewezen. Opnieuw een inperking van de payrollconstructie.

Weigering UWV ontslagvergunning af te geven is geen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst
In AR 2013-424 oordeelt de rechter dat het verzoek tot ontbinding van een aantal werknemers waarvoor het UWV geen ontslagvergunning heeft afgegeven, de facto een hoger beroep van het oordeel van het UWV impliceert hetgeen in strijd is met de wet. Derhalve volgt afwijzing. In het Sociaal Akkoord is dit nu juist de nieuwe hoofdroute (na negatief oordeel UWV, volgt dan ontbinding via de rechter). Maar zover is het nog niet.

AR Poll
Iedereen was het eens met de stelling: ‘Ter voorkoming van (meer) jeugdwerkloosheid, zou de overheid bedrijven (financieel) moeten stimuleren stage- en leer-werkplekken mogelijk te maken.’

De nieuwe stelling luidt: ‘Als een gepensioneerde directeur niet onder het BBA valt wegens “werkzaamheden van bijkomstige aard”, dan valt ook een postbezorger met AOW die wat wenst “bij te verdienen” niet onder de bescherming van het BBA.’ Breng hier uw stem uit.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank