Naar boven ↑

Update

Nummer 29, 2013
Uitspraken van 16-07-2013 tot 22-07-2013
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Dynamisch geformuleerde incorporatiebedingen blijven dynamisch na overgang van onderneming, tenzij…
Vorige week wees het Hof van Justitie het langverwachte Parkwood-arrest (AR 2013-556). De centrale vraag was of de Werhoff-doctrine (nieuwe cao’s tot stand gekomen na datum ovo werken niet door in de arbeidsverhouding bij de verkrijger) ook van toepassing is indien sprake is van een zogenoemd ‘dynamisch geformuleerd incorporatiebeding’. Het oordeel van het hof is intrigerend. Het zegt dat de Richtlijn in het geval van overgang van een onderneming niet alleen beoogt de belangen van de werknemers te beschermen, maar een billijk evenwicht wil verzekeren tussen hun belangen en die van de verkrijger. Zij preciseert meer bepaald dat de verkrijger de aanpassingen en veranderingen moet kunnen doorvoeren waartoe de voortzetting van zijn activiteiten noopt. Vervolgens oordeelt het hof dat nationaal recht dat ongelimiteerde doorwerking van geïncorporeerde cao’s toestaat, zelfs in strijd is met de Richtlijn. Dit is het geval wanneer die verkrijger niet de mogelijkheid heeft om deel te nemen aan de onderhandelingen over dergelijke na de overgang gesloten collectieve overeenkomsten. Naar het oordeel van het Hof is dit in strijd met het grondrecht van ‘vrijheid van ondernemerschap’. Let op: in Parkwood ging het om een particuliere werkgever die werd geconfronteerd met het resultaat van een cao in de publieke sector. Hij kon niet deelnemen aan dit overleg. De vraag is natuurlijk of Hoogovens evenmin de mogelijkheid heeft deel te nemen aan onderhandelingen over de CAO Ziekenhuizen en welke invloed onze arresten over toelating tot het cao-overleg ter zake zullen hebben. Vooralsnog is toch enige voorzichtigheid geboden bij dynamische incorporatiebedingen en overgang van onderneming.

Verduidelijking NUON-arrest: terugvalcriterium blijft van belang, maar niet doorslaggevend
De advocaat-generaal verduidelijkt het NUON-arrest in de zaak Haskoning, welke door de Hoge Raad met 81 RO is afgedaan. Volgens de A-G moet het NUON-arrest zo worden verstaan dat het accent van terugvalcriterium meer is verschoven naar het onderscheidcriterium, maar dat het terugvalcriterium als zodanig nog steeds van toepassing blijft. Dit heeft tot gevolg dat indien er geen enkele band met Nederland is, anders dan dat het Nederlandse recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing is verklaard, artikel 6 BBA niet van toepassing is (AR 2013-554).

Seksuele intimidatie leidinggevende leidt niet tot een subnorm voor ontslag op staande voet
In AR 2013-553 verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep waarin werd gepoogd een nieuwe subnorm of subregel te formuleren, inhoudende dat indien een leidinggevende collega-werknemers/ondergeschikten seksueel intimideert, als uitgangspunt sprake is van een dringende reden, tenzij… De advocaat-generaal gaat uitvoerig in op het (beperkte) nut van zogenoemde subregels, daar uiteindelijk steeds aan ‘alle omstandigheden van het geval’ moet worden getoetst.

Inlener kan aansprakelijk zijn voor onjuiste loonbetaling uitzendbureau
In AR 2013-560 oordeelt het hof dat de inlener een onrechtmatige daad pleegt indien hij profiteert van de wanprestatie van het uitzendbureau. Daarvan kan sprake zijn als de inlener uit de facturen kan afleiden dat de werknemers feitelijk lager krijgen betaald dan zijn eigen werknemers of hij er bewust aan meewerkt.

Werknemers via intranet faciliteren afstand te doen van hun cao-rechten, levert een nietig beding op in de zin van de WCAO
In AR 2013-553 oordeelt de rechter dat op het intranet aanbieden van een mogelijkheid afstand te doen van werkgelegenheidsdagen (art. 59 CAO), een nietig beding oplevert. De omstandigheid dat werknemers altijd op hun keuze terug mochten komen, doet hieraan niet af.

AR Poll
Ruim tweederde was het eens met de stelling: ‘De beperkte mogelijkheid tot harmonisatie van arbeidsvoorwaarden na een overgang van onderneming is in de praktijk niet werkbaar.’
De nieuwe stelling luidt: ‘Dynamisch geformuleerde incorporatiebedingen mogen alleen rechtseffect hebben bij overgangen van onderneming binnen dezelfde branche. Een ruimere uitleg doet geweld aan de flexibiliteit van ondernemers.’
Klik hier om uw stem uit te brengen.

AR Annotatie: Behoud van arbeidsvoorwaarden na ouderschapsverlof
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Willemijn Roozendaal bij het arrest van het Hof van Justitie EU inzake ouderschapsverlof en behoud van arbeidsvoorwaarden (in het bijzonder de oude functie). Willemijn schetst de gevolgen van dit arrest voor de Nederlandse wet- en regelgeving. Zij wijst onder meer op het feit dat Nederland de Ouderschapsverlofrichtlijn niet volledig heeft geïmplementeerd. De plicht tot behoud van functie kan (grote) gevolgen hebben voor de Nederlandse rechtspraktijk. Onderzoek toont immers aan dat 10% van de vrouwen bij terugkeer van zwangerschapsverlof niet meer (volledige) dezelfde functie krijgen. Klik hier om de annotatie te lezen.

Inzenden rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij van abonnees unieke rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u ook over nog niet gepubliceerde rechtspraak, klik dan hier om uw geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank