150-kilometercriterium bij toepassing (fiscale) 30%-regeling mogelijk in strijd met EU-recht
De Hoge Raad heeft afgelopen donderdag (AR 2013-613) prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie EU inzake de 30%-regeling (een forfaitaire belastingvrije vergoeding van extraterritoriale kosten). Een van de voorwaarden is dat de werknemer niet binnen een 150 kilometer van de Nederlandse grens woonachtig is. Hierdoor zouden sommige onderdanen van lidstaten zijn uitgesloten van de 30%-regeling en enkel de werkelijk gemaakte extraterritoriale kosten belastingvrij vergoed krijgen. De vraag is of hiermee een inbreuk op vrij verkeer van werknemers wordt gemaakt.

Vaststellingsovereenkomst met objectieve einddatum bij vierde arbeidsovereenkomst (ditmaal voor onbepaalde tijd) in de keten, is niet in strijd met artikel 7:668a BW en evenmin met de openbare orde en goede zeden
In AR 2013-617 staat de vraag centraal of een tussen partijen overeengekomen vaststellingsovereenkomst bij aanvang van het vierde contract in de keten (en dus voor onbepaalde tijd), waarin partijen uitdrukkelijk bepalen dat deze arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op kalenderdatum zal eindigen, in strijd is met dwingend recht (art. 7:668a BW) dan wel met de openbare orde en goede zeden en derhalve nietig. Naar het oordeel van het hof is dit niet het geval. Op grond van artikel 7:902 BW mag namelijk worden afgeweken van dwingend recht en van strijdigheid met de openbare orde of goede zeden wil het hof niet weten. Voor zover al, dan had zou de sanctie geen nietigheid maar vernietigbaarheid zijn geweest. Evenmin is sprake van Ragetlie, daar de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet is voortgezet met een overeenkomst voor bepaalde tijd. De overeenkomst voor onbepaalde tijd is simpelweg middels een vaststellingsovereenkomst geëindigd.

Correctie rekentool bij vaststelling werkloosheidsduur in het kader van artikel 7:681 BW bij een uitstroompercentage lager dan 50%
De Rotterdamse rechter oordeelt dat bij toepassing van de rekentool (hoelangwerkloos.nl) met een uitstroompercentage van lager dan 50%, de geobjectiveerde WW-duur dient te worden gecorrigeerd (AR 2013-607).

Tijdelijke tewerkstelling bij derden terwijl ‘leiding en toezicht’ bij uitlener blijft, leidt niet tot verplichte deelneming Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten
Een voor detacheringswerkgevers belangrijke uitspraak is AR 2013-612. De centrale vraag is of de tijdelijke tewerkstelling van hoogopgeleid personeel bij zorginstellingen met zich brengt dat de uitlener onder de reikwijdte van het verplichtstellingsbesluit Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (STiPP) valt. Naar het oordeel van de rechter is dit niet het geval omdat de ingeleende werknemer onder leiding en toezicht van de accountmanagers van de uitlener (C4C) bleven staan. Anders dan STiPP verdedigt, oordeelt de rechter dat niet alle driehoeksrelaties onder het toepassingsbereik van de verplichtstelling vallen, maar uitsluitend die relaties die een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt bewerkstelligen.

AR Poll
Iedereen was het eens met de stelling: ‘Medezeggenschap in concernverband is niet goed geregeld.’
De nieuwe stelling luidt: ‘Het sluiten van een vaststellingsovereenkomst ten tijde van conversie ex artikel 7:668a BW met ontslag op termijn, is in strijd met (de strekking van) artikel 7:668a BW.’
Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: De accessoire arbeidsovereenkomst en einde van rechtswege
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Gerdien van der Voet. In deze annotatie gaat zij in op het arrest van de Hoge Raad waarin de zogenoemde ‘accessoire arbeidsovereenkomst’ is geïntroduceerd. Met het eindigen van de principale arbeidsovereenkomst eindigt ook deze overeenkomst. Zij toetst in hoeverre de accessoire arbeidsovereenkomst past in het wettelijk stelsel van ontslagbescherming, wat de mogelijke consequenties van deze nieuwe rechtsfiguur zijn (in het bijzonder binnen concernrelaties) en hoe zich deze verhoudt tot de kwalificatievraag (was in casu de accessoire overeenkomst wel een arbeidsovereenkomst?) en duale rechtsbetrekkingen (zoals de bestuurder). Klik hier om de annotatie te lezen.

AR Video: Uniform of gedifferentieerd arbeidsrecht... het Belgische compromis
Op 7 juli 2011 wees het Grondwettelijk Hof te België een belangwekkend arrest (nr. 125/2011) waarin de gedifferentieerde arbeidsrechtelijke regelingen voor arbeiders en bedienden op het terrein van opzegtermijnen en loondoorbetaling tijdens ziekte ongrondwettig werden verklaard met ingang van 8 juli 2013. Op de valreep (vrijdag 5 juli 2013) sloot de verantwoordelijke minister een compromisvoorstel (zie bijlage) waarin het probleem ten dele wordt opgelost voor de toekomst. In deze AR Video legt prof. dr. Filip Dorssemont op zeer bevlogen wijze uit welke problemen zich voordoen op het terrein van gedifferentieerd arbeidsrecht in België en voor welke uitdagingen België (op het terrein van het arbeidsrecht) staat. Deze AR Video is een fragment van het Symposium Bijzondere arbeidsverhoudingen 2012. Klik hier om de video te bekijken.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.