Naar boven ↑

Update

Nummer 44, 2013
Uitspraken van 30-10-2013 tot 04-11-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad: advocaat-stagiair niet gehouden studiekosten terug te betalen
In AR 2013-859 staat de vraag centraal of een advocaat-stagiair na afloop van zijn beroepsopleiding op grond van het studiekostenbeding gehouden is de studiekosten terug te betalen. De kantonrechter en het hof beantwoordden de vraag ontkennend. De Hoge Raad doet de zaak af op grond van artikel 81 RO. Het arrest is met name interessant vanwege de conclusie van de A-G. Hij schetst de verschillende opvattingen over het studiekostenbeding en neemt ook stelling. Zo concludeert de A-G dat ook bij een studiekostenbeding in enge zin de criteria van Muller/Van Opzeeland zou moeten gelden. De A-G nodigde de Hoge Raad zelfs uit een obiter dictum te wijzen, maar helaas zonder resultaat.

Nationale voorrangsregel van bijzonder dwingend recht bij uitlegging van EU-richtlijn toegestaan
In AR 2013-869 wordt aan het Hof van Justitie EU de vraag voorgelegd of artikel 7 EVO (bijzonder dwingend recht) kan worden ingeroepen, indien het gaat om een uitlegging van een EU-richtlijn dat in beide lidstaten is gemplementeerd, zij het in de ene lidstaat iets gunstiger voor de arbeider dan in de andere. In casu betrof het de uitlegging van de vergoedingsregel bij handelsagenten (Richtlijn 86/653). Het Hof van Justitie EU oordeelt dat in dergelijke zaken nog steeds sprake kan zijn van bijzonder dwingend recht, maar dat het eenvormige recht en het doel van de richtlijn met zich brengen dat hier een uiterst strenge en terughoudende toetsing dient plaats te vinden door de nationale rechter. Deze dient omstandig vast te stellen dat de nationale wetgever het van fundamenteel belang heeft geacht de in dit geval handelsagent ruimere bescherming te bieden dan de richtlijn.

Regeling Topfunctionarissen Woningcorporaties onverbindend verklaard, WNT zelf niet in strijd met internationaal recht
In AR 2013-855 en AR 2013-856 oordeelt de rechtbank in de bodemprocedure over de Regeling vaststelling van de indeling van de toegelaten instellingen volkshuisvesting in klassen met daarbij toepasselijke bezoldigingsmaxima ten aanzien van topfunctionarissen. Naar het oordeel van de rechtbank is de WNT niet in strijd met internationale verdragen. De zojuist genoemde Regeling die uitvoering moet geven aan deze WNT, hanteert evenwel een onjuist criterium, te weten: het aantal woongelegenheden. Dat criterium doet geen recht aan de grote verschillen tussen woningcorporaties, de geografische en marktfactoren en daarop gebaseerde strategische en beleidsmatige keuzes. Voorts worden bestuurders van woningcorporaties onevenredig zwaar getroffen, zowel als sector als binnen de sector tussen de verschillende woningcorporaties. De rechtbank oordeelt dat de Regeling buiten toepassing dient te blijven.

Cao-recht: derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, converteert in arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tijdens AVV. Deze conversie werkt na als verkregen recht. Verrekening middels Boonen/Qduicken-pakketvergelijking niet mogelijk
In AR 2013-857 doet zich een mooie cao-vraag voor (liever gezegd: een AVV-vraag). De cao Verzekeringsbedrijf bepaalt dat een arbeidsovereenkomst eenmaal mag worden verlengd. Tijdens de tussen partijen gesloten derde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, is de cao Verzekeringsbedrijf enige tijd algemeen verbindend verklaard geweest. Deze AVV is na het aangaan van de derde overeenkomst verwezenlijkt en voor het eindigen van de termijn van deze derde arbeidsovereenkomst gexpireerd. Naar het oordeel van de kantonrechter doet dit niet ter zake. De arbeidsovereenkomst is tijdens de duur van de AVV-periode geconverteerd. Na afloop van deze periode vindt geen terugconversie plaats.

In AR 2013-868 wordt een beroep gedaan door de werkgever op Boonen/Quicken en Teunissen/Welter om een deel van het te veel betaalde loon terug te vorderen, nadat de vakbond het meerdere vorderde. Fijntjes wordt door de rechter het verschil tussen Teunissen/Welter en Boonen/Quicken uitgelegd. Alleen daar waar sprake is van een pakketvergelijking is onderlinge verrekening mogelijk.

Boetebeding op overtreding geheimhoudingsbeding nietig wegens strijd met artikel 7:651 BW
Volgens de kantonrechter (AR 2013-0876) is het boetebeding op overtreding van een geheimhoudingsbeding nietig, omdat stond opgenomen dat de werknemer een boete van 454 per dag verschuldigd zou zijn bij overtreding onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling van volledige schadevergoeding. Dit laatste oordeelt de kantonrechter in strijd met artikel 7:651 BW, zodat het beding nietig is.

AR Poll
Iedereen (100%) was het eens met de stelling: Het niet-verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst op discriminatoire gronden wordt naar huidig recht niet effectief gesanctioneerd.
De nieuwe stelling luidt: Er is geen goede rechtvaardigingsgrond voor dat een werkgever ook de kosten moet dragen voor een werknemer die binnen vier weken na einde dienstverband uitvalt wegens ziekte (artikel 46 ZW en Modernisering ZW).
Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie. Beindiging van rechtswege: tch geen contradictio in terminis?
Graag wijs ik u op de nieuwe noot van Frank Dekker. In deze noot analyseert hij het Kuso-arrest van het Hof van Justitie EU (AR 2013-706). In dat arrest staat onder meer de vraag centraal of het hanteren van verschillende pensioenontslagleeftijden voor mannen en vrouwen discriminatie oplevert. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de vraag of het van rechtswege eindigen kan kwalificeren als ontslag. Naar het oordeel van het hof is dat in casu het geval. Frank wijst op de mogelijke consequenties die dit arrest kan hebben voor het Nederlandse arbeidsrecht, in het bijzonder in die gevallen waarin het niet-verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst een discriminatoire reden heeft. Leidt straks het niet verlengen van een tijdelijke aanstelling met een zwangere werkneemster tot een verboden vorm van ontslag en wat is dan de sanctie? Verlenging en eventuele conversie of toch schadevergoeding? Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen

Nationaal overig

Uitspraken zonder ECLI