Naar boven ↑

Update

Nummer 45, 2013
Uitspraken van 06-11-2013 tot 11-11-2013
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad over politiek primaat WOR: kredietaanvraag renovatie De Mirandabad is van politieke aard
Anders dan de Ondernemingskamer oordeelt de Hoge Raad (AR 2013-885) in zijn beschikking van afgelopen vrijdag dat het Stadsdeel Amsterdam Zuid wel degelijk een beroep toekomt op het zogenoemde politiek primaat van artikel 46d WOR, zonder dat een nadere uitleg dient te worden gegeven waarin het politieke element dan schuilt. Daartoe overwoog de Hoge Raad als volgt. Nu de deelgemeente bij uitsluiting bevoegd is, binnen de door de gemeente Amsterdam vastgestelde kaders, tot het inrichten en vaststellen van de begroting van Stadsdeel Zuid en tot het nemen van de daarmee samenhangende krediet- en investeringsbesluiten, betreft dit een besluit van een democratisch gecontroleerd overheidsorgaan. Het onderhavige besluit heeft rechtstreeks betrekking op het inrichten en vaststellen van de begroting van Stadsdeel Zuid en op de daarmee samenhangende terbeschikkingstelling van financile middelen door middel van een krediet, in dit geval ten behoeve van de renovatie van een door Stadsdeel Zuid gexploiteerd zwembad. Een dergelijk besluit onmiskenbaar van dien aard is dat het een politieke afweging vergt van de daaraan verbonden voor- en nadelen. Reeds daarom is sprake van een besluit als bedoeld in artikel 46d aanhef en onder b WOR.

Alphahulpen zijn werkzaam op basis van arbeidsovereenkomst met het bemiddelingskantoor
Volgens het Hof Leeuwarden (AR 2013-893) zijn Alphahulpverleners wel degelijk (ook) werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst met het WMO-uitvoerende bemiddelingskantoor. Onder meer vanwege de volgende omstandigheden is het hof tot deze conclusie gekomen:

  • Het bemiddelingskantoor werft de alphahulpen in het kader van de uitvoering van (het pakket van) de zorgtaken die het jegens de gemeente op zich heeft genomen.
  • De organisatie van een bemiddelingskantoor is feitelijk en juridisch (raamovereenkomst) (in)gericht op het uitvoeren van haar verplichtingen jegens de gemeente, door middel van (onder meer) alphahulpen, waartoe zij alphahulpen werft en deze koppelt aan hulpgendiceerde clinten.
  • Het bemiddelingskantoor heeft wel enige instructiebevoegdheid jegens de alphahulpen, bijvoorbeeld ten aanzien van het ondertekenen en laten ondertekenen door de clint van de arbeidsovereenkomst, het inleveren van het urenbriefje, hoe te handelen bij ziekte/verhindering, etc.
  • De verhouding tussen alphahulp en clint is voor het overgrote deel (tevoren) vastgelegd in door het bemiddelingskantoor opgestelde contracten.
  • Na de bemiddeling blijft sprake van een voortdurende inhoudelijke en administratieve betrokkenheid van het bemiddelingskantoor bij de door de alphahulp verrichte werkzaamheden.
  • De hoogte van het loon wordt bepaald in de verhouding tussen de alphahulpen en het bemiddelingskantoor, de loonbetaling geschiedt in overwegende mate (feitelijk) door het kantoor en die betaling heeft slechts een verwijderd en indirect verband met de afdracht van de eigen bijdrage van clinten aan het CAK.

Ondanks ingrijpende wijzing van de functie, geen zwaarder drukken concurrentiebeding
In AR 2013-900 oordeelt het Hof Amsterdam dat een sterke toename van verantwoordelijkheden leidt tot een ingrijpende wijzing van de functie. Omdat het concurrentiebeding evenwel in de oude functie reeds de overstap naar de concurrent zou beletten, kan niet worden geoordeeld dat door de ingrijpende functiewijziging het beding daardoor aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Door het ontbreken van deze causaliteit faalt het AVM-verweer. Desalniettemin vangt de ex-werkgever bot op grond van de belangenafweging van artikel 7:653 lid 2 BW.

Wel vergoeding bijdrage aan de pensioenopbouw werknemer bij toepassing 3.5 Aanbevelingen
Een werknemer heeft volgens de kantonrechter recht op vergoeding van werkgeversbijdrage pensioen. Gezien het feit dat aanbeveling 3.5. is ingegeven door de gedachte dat de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat een werknemer geen hogere vergoeding dient te krijgen dan hetgeen hij zonder ontbinding aan inkomsten zou hebben ontvangen, dient bij de beantwoording van de vraag welke aftopping van de reguliere AxBxC-vergoeding onder de kantonrechtersformule redelijk is, de door de werkgever betaalde bijdrage aan de pensioenopbouw van de werknemer tot aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd te worden meegewogen. Daaraan doet niet af dat deze bijdrage niet meeweegt bij de bepaling van de B-factor onder de formule (AR 2013-888).

Hof van Justitie EU: Verzekeringsnemer heeft vrije keuze voor advocaat bij rechtsbijstandverzekering
Wellicht niet zuiver arbeidsrechtelijk (hoewel de directe aanleiding een 681-procedure was), is het arrest van het Hof van Justitie inzake Sneller/DAS voor menig arbeidsrechtjurist wel relevant. De voorwaarde dat een advocaat slechts dan ingezet mag worden, indien de rechtsbijstandverzekeraar van mening is dat het aan een externe rechtshulpverlener mag worden uitbesteed is in strijd met de richtlijn. Beperkingen aan de hoogte van de vergoedingen zijn wel toelaatbaar (AR 2013-884).

AR Poll
Bijna iedereen (88 %) is het eens met de stelling: Er is geen goede rechtvaardigingsgrond voor dat een werkgever ook de kosten moet dragen voor een werknemer die binnen vier weken na einde dienstverband uitvalt wegens ziekte (artikel 46 ZW en Modernisering ZW). De nieuwe stelling luidt: Het is volkomen terecht dat het hof een arbeidsovereenkomst aanneemt tussen de uitvoerder van de WMO en de alphahulp.
Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: Professionele (grote) werkgever aansprakelijk jegens onderbetaalde uitzendkracht bij onvoldoende controle op betaling inlenersbeloning door uitzendbureau
Graag wijs ik u op de nieuwe noot van Johan Zwemmer. In deze noot analyseert hij het arrest Woldhuis/Teijn Aramid B.V. (AR 2013-0560). In staat de vraag centraal of de inlener op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk kan zijn, en zo ja onder welke omstandigheden, voor de te lage beloning van de uitzendkracht door het uitzendbureau. Volgens het hof is dit het geval indien de inlener uit de facturen kan afleiden dat de uitzendkracht feitelijk te laag beloond wordt. In deze noot schetst Johan de verschillende omstandigheden en gaat hij tevens in op de mogelijkheid van inleners zich op cao-bepalingen te beroepen middels het derdenbeding. Een belangwekkende uitspraak met een zeer interessante noot bij driehoeksconstructies. Klik hier om de noot te lezen.

Informatiefilm Rechtspraak.nl: Rooyse Wissel-zaak
Ten slotte wijs ik u graag op het nieuwe lesmateriaal van de Hoge Raad. Ingewijden in het arbeidsrecht herkennen de casus Jan snel: De Rooyse Wissel! Veel kijkplezier!

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Uitspraken zonder ECLI