Relatiebeding niet in strijd met artikel 6 Mededingingswet, bonus geen structurele beloningscomponent ondanks toekenning over periode van ruim 10 jaar
In AR 2013-0137 oordeelt het Hof Den Bosch dat een relatiebeding onder omstandigheden in strijd kan zijn met artikel 6 Mededingingswet, maar dat daarvoor wel een ‘verstorend effect op de markt’ noodzakelijk is. Dat is dikwijls niet aan de orde. In ditzelfde arrest merkt het hof op dat het enkele feit dat een bonus over ruim 10 jaar steeds is toegekend, niet met zich brengt dat sprake is van een structurele beloningscomponent.

Werkgever mag reeds toegekende loonsverhoging verrekenen met loonsverhoging uit – met terugwerkende kracht van toepassing zijnde – cao
In AR 2013-0146 staat de vraag centraal of een werkgever reeds toegekende loonsverhogingen mag verrekenen met een met terugwerkende kracht ingevoerde loonsverhoging krachtens de cao. De werkgever had in casu loonsverhogingen doorgevoerd, wegens het uitblijven van een nieuw cao-akkoord. De vakbonden stelden zich op het standpunt dat de loonsverhoging bovenop de reeds toegekende loonsverhoging kwam, vanwege het minimumkarakter van de cao alsook vanwege het wegvallen van de verrekeningsbevoegdheid in de cao. De kantonrechter wijst het beroep van nawerking van deze verrekeningsbevoegdheid voor de werkgever van de hand, maar is desalniettemin van mening dat een verrekening mag plaatsvinden krachtens uitleg van de cao en het voorwaardelijke karakter van de loonsverhogingen.

Scoutingclub niet aansprakelijk voor schade vrijwilligster ex artikel 7:658 lid 4 BW wegens het ontbreken van enige vorm van zeggenschap
In AR 2013-0132 wordt geoordeeld dat de verhouding X versus Henk Brunt Groep niet valt onder het toepassingsbereik van artikel 7:658 lid 4 BW. Henk Brunt Groep is niet gelijk te stellen met een werkgever/opdrachtgever die ten behoeve van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten. Henk Brunt Groep is niet gericht op economisch profijt en houdt zich uitsluitend bezig met vrijetijdsbesteding waarvan de inhoud en de activiteiten geheel door vrijwilligers wordt bepaald en worden georganiseerd. Wel wordt Henk Brunt Groep aansprakelijk geacht op grond van de Kelderluik-criteria.

Opdrinken blikjes cola van werkgever leidt tot dringende reden ontslag
Een UMC medewerker zag zijn arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden ontbonden worden, nadat hij meermalen 3 à 4 blikjes cola uit het bedrijfsmagazijn had ontvreemd en opgedronken. De persoonlijke omstandigheden, het niet ontslaan van andere werknemers en de geringe waarde van de blikjes, deden aan de dringende reden niet af (AR 2013-0144).

Studiekostenbeding in strijd met artikel 7:611 BW, omdat de inspanningen behoren tot normale investeringen die een werkgever als goed werkgever in zijn werknemers behoort te doen
Een interessant vonnis is te vinden in AR 2013-0143. Naar het oordeel van de kantonrechter kan de werkgever de werknemer niet houden aan het studiekostenbeding, omdat de investeringen – intern opleiden tot planeconoom – in feite neerkomen op wat een werkgever behoort te investeren in zijn werknemer.

A-G HvJ EU: incorporatiebedingen behouden hun dynamische karakter na overgang van onderneming
Ten slotte wijs ik u graag op een heel interessante conclusie van de A-G bij het Hof van Justitie EU inzake overgang van onderneming en geïncorporeerde cao’s. De centrale vraag is of een dynamisch geformuleerd incorporatiebeding met zich brengt dat een verkrijgen tot in lengte van dagen ook de toekomstige wijzigingen in een cao moet toepassen op de overgegane werknemers. Volgens de A-G is dit het geval, tenzij dit een dusdanige belemmering van ondernemingsvrijheid oplevert, dat dit in strijd komt met artikel 16 Handvest grondrechten EU. Naar het oordeel van de A-G is het Werhof-arrest in casu niet van toepassing, omdat het daar een statisch geformuleerd incorporatiebeding betrof. In de onderhavige zaak gaat het om een incorporatiebeding ten behoeve van een overheidscao, waaraan (het cao-overleg) de verkrijger niet eens kan deelnemen. Om die reden acht de A-G geen sprake van schending van artikel 11 EVRM (negatieve vakverenigingsvrijheid, omdat de werkgever niet gedwongen wordt lid te worden). Het arrest wordt eind dit jaar verwacht (AR 2013-0139).

AR Poll
50% was het eens met de stelling: ‘Of sprake is van een arbeids- of kapitaalintensieve sector voor het vaststellen van behoud van identiteit bij overgang van onderneming is een werkbaar criterium.’
De nieuwe stelling luidt: ‘Bij een overgang van onderneming dient ook een dynamisch geformuleerd incorporatiebeding een statisch karakter te krijgen. Toekomstige wijzigingen van de oude cao werken niet door bij de vervreemder.’ Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: Schorsing zonder behoud van loon toch mogelijk?
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Frank Dekker bij de Laurentius-zaak. In deze noot zoekt Dekker de grenzen op van artikel 7:628 BW mede in het licht van de arresten Van der Gulik/Visser en Chicopee/Van Gerwen. Hij onderzoekt of de eerder bepleite dubbele redelijkheidstoetsing juridisch hout snijdt (de eerste toetsing is voor wiens risicosfeer de non-actiefstelling komt, de tweede of desalniettemin alsnog naar maatstaven van artikel 6:248 BW loonbetaling kan worden gestaakt). Klik hier om zijn noot te lezen.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebespreking Arbeidsrecht, incl. PO-punten
In één uur tijd en op hoog niveau wordt u elke 6 weken door prof. Ruben Houweling of mr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht.
U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 19-3; 21-5; 24-6; 3-9; 8-10; 12-11; 17-12
Tijd: 17:00 tot 18:00 uur
Kosten: € 69,- excl. btw per sessie (1 PO-punt )
Meer informatie en inschrijven
www.lawatweb.nl