Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Tweemaal Hof van Justitie: Wensmoeder heeft geen recht op bevallings- of adoptieverlof
Het Hof van Justitie oordeelde vorige week dat het niet toekennen van bevallings- of adoptieverlof aan een wensmoeder die via een draagmoederschapsovereenkomst haar eigen genetisch kind na de bevalling verzorgt, niet in strijd is met diverse richtlijnen van de EU, noch in strijd is met het VN-verdrag. Er is geen sprake van ongelijke behandeling op grond van geslacht, nu een wensvader op gelijke wijze wordt behandeld als de wensmoeder. Evenmin is de zwangerschaps- en bevallingsrichtlijn van toepassing, omdat deze uitsluitend ziet op verlof gekoppeld aan de moeder die zelf bevalt van een kind (en niet op verlof van een derde, in casu de wensmoeder) (AR 2014-0284).

In de zaak AR 2014-0283 speelde ook nog gelijke behandeling op grond van handicap. De wensmoeder in casu kon niet zwanger worden wegens een zeldzame aandoening en was aldus aangewezen op draagmoederschap. Volgens het Hof mist de richtlijn toepassing, daar de handicap in casu haar geen drempels tot het werk opleverde. Uiteraard laat dit onverlet dat nationale wetgevers meer bescherming bieden.

Martinair/KLM-zaak: geen overgang van onderneming wegens verlies van identiteit
Volgens de Kantonrechter Amsterdam leidt de indiensttreding van het voltallige cabinepersoneel van de passagedivisie van Martinair per 1 februari 2011 niet tot een overgang van onderneming. Hoewel sprake is van een onderneming en aan het overeenkomstvereiste is voldaan, acht de kantonrechter mede vanwege het ontbreken van overname van vliegtuigen (Finse busmaatschappij-arrest), activa en good will geen sprake van behoud van identiteit (AR 2014-0266). De uitspraak houdt verband met het eerder gewezen Ringvaart-akkoord-vonnis (AR 2014-0016).

Terugkeeroptie bij overgang van onderneming leidt niet tot nietigheid
In AR 2014-0282 staat de vraag centraal of de clausule in de koopovereenkomst dat de verkrijgende partij onder omstandigheden de arbeidsovereenkomst met een overgegane werknemer mag ontbinden zonder vergoeding en dat deze werknemer dan weer terugkeert naar de vervreemder, niet in strijd is met dwingend recht en derhalve nietig moet worden geoordeeld. Het hof oordeelt dat, nu de richtlijn werknemersbescherming tot doel heeft, geen sprake is van nietigheid, maar vernietigbaarheid. De werknemer die tevens partij was bij de overeenkomst kan met succes de terugkeerregeling inroepen.

Schuiven met personeel binnen een concern: ondernemingsbelang versus bescherming werknemers
In AR 2014-0289 oordeelt de kantonrechter dat het verhangen van werknemers om fiscale redenen in een BV die minder financieel krachtig is dan de vervreemder (die miljoenen in de plus staat), zonder dat werknemers bij deze overgang uitdrukkelijk en goed zijn genformeerd over de financile risicos van de indiensttreding bij deze vennootschap, vanuit ondernemingsperspectief begrijpelijk en wenselijk is, maar vanuit arbeidsrechtelijk perspectief niet is toegestaan. De verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen wordt afgewezen.

Leidt AvA-ontslag tot onregelmatige opzegging door werkgever (en dus schadeplichtigheid)?
In AR 2014-0291 staat de vraag centraal of het AvA-ontslag tijdens de vergadering leidt tot onregelmatige opzegging van de werkgever (de opzegtermijn bedroeg in casu 12 maanden). Het hof oordeelt dat dit niet het geval is, nu uit de notulen uitdrukkelijk blijkt dat partijen over de afwikkeling van het arbeidsrechtelijke deel nadere afspraken zouden maken. Het nadien alsnog gegeven ontslag op staande voet met betrekking tot deze arbeidsovereenkomst wordt evenwel alsnog onregelmatig geoordeeld.

Re-integratieperiode op andere afdeling van werkgever telt mee bij de berekening van de aldaar werkzame werknemersperiode ex artikel 38 CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf
Ten slotte is AR 2014-0290 interessant voor contractswisseling in de schoonmaakbranche. De centrale vraag is of werknemer die geruime tijd wegens arbeidsongeschiktheid elders werkzaamheden heeft verricht, toch onder de aanbiedingsplicht van artikel 38 CAO valt. Het hof oordeelt onder verwijzing naar de ovo-arresten dat dit het geval is. Alleen indien terugkeer op het schoonmaakobject in het geheel niet meer aan de orde is, zou dat anders zijn.

AR Poll
Iedereen is het eens met de stelling: Artikel 7:650 BW dient ook te gelden voor een boete gesteld op overtreding van het concurrentiebeding.

De nieuwe stelling luidt: Een wensmoeder die middels draagmoederschap direct na de bevalling de zorg over een kind op zich neemt, dient evenals de bevallen moeder bevallingsverlof te genieten.

Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie Frank Dekker: Enkele aspecten rond het boetebeding
Graag wijs ik u op de AR Annotatie van Frank Dekker. In deze noot gaat hij in op verschillende aspecten rond het boetebeding ex artikel 7:650 BW in relatie tot artikel 6:94 BW. In het bijzonder staat hij stil bij de vraag of het geheimhoudingsbeding onder artikel 7:650 BW of artikel 6:91-94 BW dient te vallen. In het verlengde daarvan stelt hij de vraag of niet ook het concurrentiebeding gewoon onder de reikwijdte van artikel 7:650 BW zou moeten vallen en in hoeverre dat problematisch zou zijn. Dit alles naar aanleiding van het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 25 februari 2014, AR 2014-0206. U kunt de noot hier lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates