Naar boven ↑

Update

Nummer 15, 2014
Uitspraken van 08-04-2014 tot 15-04-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Het voorrecht (preferente schuld in faillissement) op de dochter, kan niet met een 403-verklaring jegens de moeder worden ingeroepen

In navolging van de rechtbank heeft nu ook de Hoge Raad geoordeeld dat een preferente vordering niet krachtens een 403-verklaring jegens de moeder kan worden ingeroepen, althans dat het voorrecht verbonden aan die vordering enkel jegens de werkgever is in te roepen en niet jegens de derde partij die de 403-verklaring heeft afgegeven. Bijgevolg kunnen werknemers (AR 2014-341) noch het UWV (AR 2014-342) hun (regres)loonvorderingen bij voorrang verhalen op de failliet. Zie over deze materie ook de noot van mr. dr. J.P.H. Zwemmer eerder in AR Updates (Annotaties AR 2013-0091).

Ambtshalve premieheffing bij schending informatieplicht werkgever hoeft niet nauwkeurig te zijn
In AR 2014-344 bevestigt het Hof Arnhem-Leeuwarden eerdere rechtspraak inzake de oplegging van ambtshalve pensioenpremienotas. De schatting van het ambtshalve op te leggen bedrag hoeft niet nauwkeurig te zijn en het administratiekantoor mag op alle onderdelen uitgaan van voor de nalatige premieplichtige ongunstige premisses, mede gelet op het ultieme aansporingskarakter ervan en het punitatieve karakter indien de premieplichtige nalatig blijft de juiste informatie te verstrekken.

Verhoging AOW-leeftijd met een maand is niet in strijd met artikel 1 EP of artikel 26 IVBPR. Geen individual and excessive burden.
In AR 2014-0340 oordeelt de rechtbank dat de verhoging van de AOW-leeftijd niet in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Naar het oordeel van de rechtbank is in het geheel geen sprake van een recht op pensioen. Voor zover dit al wel het geval is, acht de rechtbank sprake van een legitiem doel en is de wetgeving passend en noodzakelijk. Of ten aanzien van de AOW-gerechtigde persoon sprake is van an individual and excessive burden beoordeelt de rechtbank negatief. Gezien het feit dat er maatregelen zijn getroffen in de vorm van een WWB-uitkering, kan niet worden gezegd dat de korte termijn waarop de verhoging is ingevoerd een excessive burden oplevert.

Onvoldoende motivering van reductie 22 fte personeel leidt tot onredelijk besluit ondernemer
In AR 2014-347 oordeelt de Ondernemingskamer dat het besluit tot reductie van 22 fte binnen de onderneming toch kennelijk onredelijk moet worden geoordeeld, omdat de ondernemer onvoldoende heeft gemotiveerd waarom deze reductie moet plaatsvinden, wat de besparingen zijn en hoe hij aan het aantal van 22 fte is gekomen. Door onvoldoende antwoord te geven op deze vragen van de OR is artikel 25 jo. 26 WOR geschonden.

Voormalig werkgeefster maakt oneigenlijk gebruik van concurrentiebeding en handelt in strijd met Europese wetgeving inzake vrijheid van mededingen door alleen in te stemmen met beperking van het concurrentiebeding als ook nieuwe werkgeefster zich onthoudt van het benaderen van clinten
Ten slotte wijs ik u op AR 2014-339. Naar het oordeel van de kantonrechter diende het concurrentiebeding te worden geschorst, niet in de laatste plaats omdat de ex-werkgever oneigenlijk gebruik maakte van het concurrentiebeding door te bedingen dat de nieuwe werkgever ook gebonden zou worden aan het relatiebeding. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter in strijd met Europese regelgeving inzake vrijheid van mededingen. Ook de relatief korte duur van het dienstverband (14 maanden) afgezet tegen de duur van het concurrentiebeding van ruim twee jaar was aanleiding tot algehele schorsing.

AR Poll
85 % is het eens met de stelling: De Hoge Raad of het Hof van Justitie dient meer vuistregels te stellen wanneer sprake is van overgang van onderneming.

De nieuwe stelling luidt: Een verlicht arbeidsrechtelijk regime voor het MKB om daarmee kosten op arbeid te verlagen is een goede ontwikkeling.
Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie Willemijn Roozendaal: objectieve redenen voor verlenging en verruiming ketenregeling
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Willemijn Roozendaal bij AR 2014-0252. In deze noot behandelt zij de zogenoemde objectieve redenen die opeenvolging van tijdelijke arbeidsovereenkomsten kunnen rechtvaardigen in de zin van clausule 5 van de Richtlijn 1999/70/EG. Zij analyseert de uitleg die het Hof van Justitie aan deze exceptie geeft. Zij bespreekt vervolgens of en in hoeverre de objectieve redenen thans een rol kunnen spelen bij de ketenregeling (in het bijzonder ten aanzien van lid 5) alsmede hoe onder de voorgestelde regeling in de Wet werk en zekerheid de afwijking bij cao onder vermelding van een objectieve reden kan en zal moeten worden vormgegeven. U kunt de noot hier lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar
ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank