Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2014
Uitspraken van 14-04-2014 tot 22-04-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Nu verkrijgbaar: de vergoedingsapp
Nu verkrijgbaar in de Apple Appstore: de VAAN-Bju vergoedingsapp. Met de app kunt u op uw telefoon of tablet een aantal verschillende ontslagvergoedingen berekenen. Deze app maakt het onder meer mogelijk om naast de vertrouwde Kantonrechtersformule ook de Transitievergoeding (artikel 7:673-7:673c (nieuw) BW) te berekenen. Download de Ontslag App nu in de App store via deze link of zoek in de App Store naar Ontslag App.
Let op: de App is ontwikkeld voor de iPhone en helaas niet beschikbaar voor Android en BlackBerry.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Rechter stelt prejudicile vraag aan Hoge Raad: geldt vrije advocaatkeuze ook bij UWV-procedure?
In AR 2014-378 staat de vraag centraal of op grond van artikel 4:67 Wft jo. de Europese Richtlijn voor Rechtsbijstandsverzekeraars een verzekeringsnemer recht heeft op vrije keuze van advocaat indien hij zich wenst te laten bijstaan gedurende de UWV-procedure. In het arrest Sneller/DAS (AR 2013-0884) oordeelde het Hof van Justitie EU ten aanzien van rechtsbijstand bij een kennelijk onredelijk ontslagprocedure dat een verzekeringsnemer een vrije advocaatkeuze toekomt (binnen zekere financile grenzen). De Voorzieningenrechter Amsterdam oordeelt dat de UWV-procedure geen gerechtelijke procedure is, maar wenst te vernemen of de UWV-procedure wel valt onder de eveneens in de Wft en richtlijn genoemde administratieve procedure. De Hoge Raad dient thans uitsluitsel te geven.

Doorbrekingsgronden appelverbod zijn ook van toepassing op een deelgeschilprocedure
Naar het oordeel van de Hoge Raad zijn de arresten inzake doorbreking appelverbod integraal van toepassing op een deelgeschilprocedure, ongeacht of een rechtsmiddel in de zin van artikel 1019cc lid 3 Rv openstaat of zal openstaan. De omstandigheid dat het deelgeschil niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst vormt geen doorbrekingsgrond (AR 2014-360).

Werknemer die niet binnen redelijke termijn deskundigenoordeel UWV aanvraagt, heeft pas recht op loondoorbetaling vanaf datum aanvraag deskundigenoordeel UWV
Als een werknemer niet binnen een redelijke termijn, maar eerst na enige tijd een deskundigenoordeel van het UWV inroept en vervolgens door het UWV in het gelijk wordt gesteld, dient de periode vanaf de weigering op basis van het advies van de bedrijfsarts re-integratiewerkzaamheden uit te voeren tot aan de indiening van de aanvraag voor een deskundigenoordeel als het zonder deugdelijke grond weigeren van passende arbeid te worden aangemerkt, zodat een werknemer in zon geval in beginsel eerst vanaf de datum van indiening van het verzoek aan het UWV op doorbetaling van loon aanspraak kan maken. Werknemer in kwestie heeft pas op 7 augustus 2012, bijna een jaar na het advies van de bedrijfsarts van 19 september 2011, een deskundigenoordeel gevraagd. De loonvordering over deze periode wordt afgewezen (AR 2014-353).

Wijziging van reiskostenvergoeding met terugwerkende kracht tot datum overgang van onderneming is in strijd met Daddys Dance Hall en Martin/SBU
In AR 2014-367 oordeelt de kantonrechter dat het na de overgang van onderneming wijzigen van reiskostenvergoeding rechtstreeks verband houdt met de overgang en derhalve in strijd is met de richtlijn. De gemaakte afspraken zijn aldus het Hof van Justitie in strijd met de openbare orde en als zodanig nietig. Bijgevolg heeft de werknemer recht op doorbetaling van zijn reiskostenvergoeding.

Twee keer 7:677 jo. 7:680 BW: gefixeerde schadevergoeding en ontslag op staande voet en matiging van de volledige schadevergoeding
Volgens het Hof Den Haag is het vorderen van gefixeerde schadevergoeding door de werkgever een relevant gezichtspunt bij de vraag of sprake is van een dringende reden voor ontslag van de werknemer. Het al dan niet doorzetten van deze vordering kan derhalve gevolgen hebben voor de rechtsgeldigheid van de opzegging (AR 2014-372). In AR 2014-376 oordeelt het Hof Amsterdam dat een vordering tot volledige schadevergoeding bij onregelmatige opzegging anders dan gefixeerde schadevergoeding niet voor matiging vatbaar is op grond van artikel 7:680 lid 5 BW, maar enkel kan worden gematigd op grond van artikel 6:109 BW.

Vervolg Autoster/Hendriks: volledige schadevergoeding of verzekeringsschade?
Op 19 december 2008 wees de Hoge Raad het arrest Autoster/Hendriks (AR 2008-773) waarin de vraag centraal stond of het ongeval dat Hendriks overkwam toen hij de autoambulance van zijn huisadres naar werk bracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden plaatsvond. De Hoge Raad paste de leer van bijzonder woon-werkverkeer toe en beantwoordde de vraag bevestigend. In deze uitspraak (ruim vijf jaar later) staat de vraag centraal of Hendriks recht heeft op volledige schadevergoeding of alleen maar een compensatie voor de eventuele schending van de werkgever geen adequate verzekering [red.: inmiddels spreken we van een behoorlijke verzekering] te hebben gesloten voor Hendriks. Volgens Hendriks heeft hij recht op volledige schadevergoeding, omdat zijn zaak dient uit de tijd dat de Hoge Raad nog volledige schadevergoedingen toestond op grond van 6:248 BW. De koerswijziging naar schade wegens het niet afsluiten van een verzekering was van latere datum. Voorts kan deze schadebeperking niet meer in de schadestaatprocedure aan de orde komen, aldus Hendriks. Het hof oordeelt evenwel anders en stelt dat enkel de schade die voortvloeit uit het niet hebben van een adequate verzekering voor vergoeding in aanmerking komt. Of Autoster ten tijde van het ongeval een adequate verzekering had kunnen en moeten afsluiten dient nader onderzocht te worden (AR 2014-354).

Forfaitaire schadevergoeding of boetebeding bij schending informatieplicht CAO Uitzendkrachten
Deze week verscheen een alweer wat ouder arrest van het Hof Arnhem (AR 2014-377) waarin de vraag centraal stond of de door SNCU (Stichting Naleving CAO Uitzendkrachten) gevorderde forfaitaire schadevergoeding van 100.000 van een ondernemer die aanvankelijk niet voldeed aan zijn informatieplicht, moet worden beschouwd als een aanvullende schadevergoeding (al dan niet gefixeerd) in de zin van artikel 17 WCAO of een boetebeding in de zin van artikel 6:91 BW. Het hof houdt de zaak aan, maar is kritisch ten aanzien van de rechtsgrond van een eventueel gedelegeerde schadevaststelling (zeker indien de ondernemer via algemeen verbindendverklaring aan de forfaitaire schadevergoeding gebonden is). Indien artikel 6:91 BW van toepassing is, dan brengt betaling van de boete met zich mee dat geen aanvullende schadevergoeding gevorderd kan worden (artikel 92 lid 2 BW). Voor zover de ratio van de forfaitaire schadevergoeding is gelegen in een abstracte vergoeding van de kosten van SNCU, acht het hof deze kosten gemakkelijk te begroten en derhalve niet stroken met het uitgangspunt van schadevergoedingsrecht.

AR Poll
Ruim 60 % is het eens met de stelling: Een verlicht arbeidsrechtelijk regime voor het MKB om daarmee kosten op arbeid te verlagen is een goede ontwikkeling.

De nieuwe stelling luidt: Een (rechtsbijstand)verzekeringsnemer dient ook vrije advocaatkeuze te hebben tijdens de UWV-procedure.

Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie Willemijn Roozendaal: objectieve redenen voor verlenging en verruiming ketenregeling
Graag wijs ik u op de AR Annotatie van Willemijn Roozendaal bij AR 2014-0252. In deze noot behandelt zij de zogenoemde objectieve redenen die opeenvolging van tijdelijke arbeidsovereenkomsten kunnen rechtvaardigen in de zin van clausule 5 van de Richtlijn 1999/70/EG. Zij analyseert de uitleg die het Hof van Justitie aan deze exceptie geeft. Zij bespreekt vervolgens of en in hoeverre de objectieve redenen thans een rol kunnen spelen bij de ketenregeling (in het bijzonder ten aanzien van lid 5) alsook hoe onder de voorgestelde regeling in de Wet werk en zekerheid de afwijking bij cao onder vermelding van een objectieve reden kan en zal moeten worden vormgegeven. U kunt de noot hier lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank