Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2014
Uitspraken van 14-01-2014 tot 20-01-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Kantonrechter stelt prejudicile vraag aan Hoge Raad over loondoorbetaling tijdens ziekte en schending re-integratieverplichtingen (7:629 lid 3 BW): volgt algehele loonstop of slechts een loonstop over de re-integratieve uren?
De Kantonrechter Utrecht heeft de Hoge Raad een prejudicile vraag gesteld over de juiste uitleg van artikel 7:629 lid 3 BW. Is een werkgever gerechtigd het gehele loon in te houden (100%) bij schending van re-integratieverplichtingen van de werknemer of slechts het loon over de re-integratieve uren? In de rechtspraak wordt hierover wisselend geoordeeld. De rechtseenheid is gediend met het stellen van prejudicile vragen aan de Hoge Raad vanwege sterk tegenover elkaar staande oordelen. Tegenover elkaar staan gerechtshof Amsterdam, 7 april 2005, JAR 2005, 111, ktr. Amersfoort 22 juli 2009, JAR 2009, 237, ktr. Utrecht, 16 december 2009, LJN BK6962, ktr. Amsterdam, 23 juni 2010, JAR 2010/236 en ktr. Enschede, 25 september 2012, JAR 2012/281 enerzijds en anderzijds ktr. Amsterdam, 3 oktober 2012, JAR 2012/280 m.n. C.S. Kehrer-Bot, en gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23 juli 2013, AR 2013-575 alsmede gerechtshof s Hertogenbosch van dezelfde datum (23 juli 2013, AR 2013-0579). (Literatuur: een polemiek tussen A. Birkhoff en A. Sweerts met D.J.B. De Wolff in Arbeidsrecht, 2006, nrs. 37, 58 en 59, B. Barentsen in JAR Verklaard 2 september 2006, p. 8 e.v.) De kantonrechter wijst voorts op het verschil in redactie van de verschillende subs van lid 3. Voor zover mij bekend is dit de eerste (gepubliceerde) prejudicile vraagstelling aan de Hoge Raad in arbeidszaken.

Uitsluiting categorien werknemers van getalscriterium voor instelling medezeggenschap in strijd met EU-recht. Artikel 27 Handvest Grondrechten EU (recht op medezeggenschap) heeft geen horizontale werking tussen particulieren
In AR 2014-51 staat de vraag centraal of tussen twee private partijen artikel 27 Handvest Grondrechten EU, in combinatie met de Richtlijn 2002/14, kan worden ingeroepen om de nationale regelgeving die bepaalde categorien werknemers van het getalscriterium voor medezeggenschap uitsluit (in casu gesubsidieerde werknemers) buiten werking te stellen. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend en gaat met name in op het verschil met Kckdevici alsmede de grenzen van richtlijnconforme interpretatie. Wel benadrukt het hof dat uitsluiting van categorien werknemers niet is toegestaan en dat in het voorliggende geval een beroep op Francovish (staatsaansprakelijkheid) uitkomst moet bieden.

Pensioenregeling vormt geen ondergeschikt punt van arbeidsvoorwaarden. Bestuurder kan zich bij getroffen maatregelen niet verschuilen achter rechtspersoonlijkheid dochteronderneming
Eveneens van medezeggenschapsrechtelijke aard is AR 2014-47. De Ondernemingskamer (Ok) moest oordelen over de vraag of IBM mocht terugkomen op eerder gepresenteerde pensioenregelingen doordat het beleid inmiddels was gewijzigd. De stelling van IBM dat pensioenen slechts een ondergeschikt onderdeel vormden van het voorgenomen besluit en slechts zijdelings ter sprake waren gekomen, wordt door de Ok verworpen onder verwijzing naar de sheets waarin pensioenen als zodanig aan de OR waren gepresenteerd, alsmede de antwoorden op uitdrukkelijke vragen van de OR. Het achteraf na het besluit terugkomen op de pensioenregeling, acht de Ok in strijd met goed medezeggenschapsrecht. De stelling dat IBM niet de regeling in zake arbeidsvoorwaarden anders kan invullen, omdat een dochteronderneming de arbeidsvoorwaarden uitoefent, vindt evenmin gehoor bij de Ok. Daar IBM het voorgenomen besluit heeft genomen, moet zij ook in staat worden geacht uitvoering te kunnen geven aan de getroffen voorzieningen.

Afwijking ketenregeling CAO Bakkersbedrijf doorstaat richtlijnconforme toetsing (Richtlijn 1999/70/EG)
In AR 2014-48 oordeelt de Kantonrechter Midden-Nederland opnieuw over de afwijking van de ketenregeling bij cao (artikel 7:668a lid 5 BW). Anders dan in het vonnis van vorige week (AR 2014-22), oordeelt de kantonrechter ditmaal dat de verruiming van de ketenregeling in de CAO Bakkersbedrijf de richtlijnconforme toetsing doorstaat. In artikel 6.7 van de cao is voor leerlingen een afwijking van de ketenregeling opgenomen. De laatste arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd indien: arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en een periode van 72 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden of meer dan zes voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden. Omdat de verruiming van de ketenregeling een objectieve reden dient, de duur en het aantal vervolgens is benoemd en begrensd, wordt voldoende tegemoetgekomen aan de eisen van clausule 5 Richtlijn 1999/70/EG. De toetsing van ketenregelingen in caos aan de Richtlijn lijkt met deze twee uitspraken vaste jurisprudentie te worden (van in ieder geval Midden-Nederland).

Ontslag tijdens proeftijd onder gelijktijdige aanbieding nieuw maar versoberd arbeidscontract is toegestaan
Uit het arrest van het Hof Leeuwarden (AR 2014-46) kan men afleiden dat een proeftijdontslag onder gelijktijdige aanbieding van een andere arbeidsovereenkomst in beginsel is toegestaan. Alleen indien sprake is van misbruik van recht, kan dit anders liggen.

AR Poll
Een verrassende 45% is het eens met de stelling: Stoof/Mammoet biedt een toereikende maatstaf voor het doorvoeren van loonmatiging in tijdens van economische crisis.

De nieuwe stelling luidt: Een werkgever dient 100% van het loon in te houden bij schending van re-integratieverplichtingen (ongeacht de omvang van de re-integratieverplichting).

Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: Hoe gedane zaken een keer nemen de uitleg van de Ragetlie-regel door de Hoge Raad
Graag wijs ik u op de AR Annotatie van Ronald Beltzer. In deze noot schetst hij de verschillen tussen het Ragetlie-arrest van de Hoge Raad (AR 2013-1017) en de uiteindelijke codificatie van de zogenoemde Ragetlie-regel. Op basis daarvan stelt hij kritische vragen bij de juistheid van de argumentatie van de Hoge Raad te oordelen dat onder rechtsgeldige opzegging in de zin van artikel 7:667 lid 4 BW, uitsluitend een opzegging door de werkgever moet worden verstaan. In de noot wijst hij ook op een aantal andere aspecten van Ragetlie, zoals het voortzettingsvereiste, dat behulpzaam kan zijn voor lopende discussies over voortzetting na pensioen(ontslag). Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof

Rechtbank