Naar boven ↑

Update

Nummer 34, 2014
Uitspraken van 20-08-2014 tot 26-08-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Overgang van onderneming en uitlatingen in de media
In AR 2014-308 oordeelde de Hoge Raad dat uitlatingen van de werkgever in de pers en op websites waaruit de indruk zou zijn gewekt dat sprake is van een voortzetting van werkzaamheden, een relevante omstandigheid is bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een overgang van onderneming. In AR 2014-719 en AR 2014-725 zien we deze zogenoemde Welkoop-omstandigheid terugkeren in de overwegingen van de rechter. In de eerste zaak leidde dit tot een succesvol beroep op het opzegverbod wegens overgang van onderneming. In de tweede zaak leidde dit tot een nietig ontslag op staande voet, daar werkneemster was ontslagen omdat zij haar werkgever had uitgemaakt voor oplichter omdat hij haar 663-rechten niet erkende.

Roosterwijziging valt niet onder Stoof/Mammoet-toetsing, gn primaire arbeidsvoorwaarden
Volgens het Hof Arnhem/Leeuwarden (AR 2014-729) dient alleen de instemming van de werknemer te worden verkregen bij wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden. Bij wijziging van secundaire arbeidsvoorwaarden volstaat de redelijkheidstoetsing van artikel 7:611 BW (de Stoof/Mammoet-criteria met uitzondering van het element dat overeenstemming moet worden bereikt). In casu betrof het een wijzing van het rooster voor ambulancezorgpersoneel naar aanleiding van de wettelijke 15-minutennorm. Omdat de arbeidsomvang en het basisloon niet wijzigden en voorts instemming van de ondernemingsraad was verkregen, achtte het hof de doorgevoerde wijziging gerechtvaardigd.

Ex-werknemer is niet in dienst getreden van concurrent van werkgever die maandelijks aanzienlijke bedragen betaalt voor de duur dat werknemer aan het concurrentiebeding wordt gehouden
In AR 2014-723 doet zich een bijzondere situatie voor waarin de aspirant-werkgever en grote concurrent van de ex-werkgever, de ex-werknemer die uiteindelijk niet bij de aspirant-werkgever in dienst mag treden uit morele overwegingen de werknemer maandelijks een uitkering doet toekomen voor de duur dat hij aan het concurrentiebeding wordt gehouden. De ex-werkgever, die hieruit afleidde dat werknemer dus in overtreding van het concurrentieverbod handelde, kreeg ongelijk.

Werkgever is niet gerechtigd eenzijdig de periode van werkweigering aan te merken als 'vakantieperiode'
In AR 2014-724 oordeelt het hof dat de werkgever niet eenzijdig de periode van non-activiteit van werknemer (die gedurende een maand weigerde zijn werk te verrichten) waarna ontslag op staande voet volgde, zonder medewerking van de werknemer kan en mag aanmerken als vakantieverlof. Dit zou op gespannen voet staan met artikel 7:641 BW.

Expats: WW en hypotax
Ten slotte leert AR 2014-727 dat het opstellen en naleven van een expatovereenkomst nauw luistert. Werkgever had zich verbonden de WW-rechten van de werknemer vrijwillig te verzekeren gedurende de expatperiode, maar verzuimde dit te doen. Bijgevolg ontving de werknemer geen WW-uitkering, waardoor de werkgever alsnog deze schade diende te vergoeden. Voorts oordeelt de rechter dat het vorderen van de ten onrechte niet ingehouden hypotax op uitgekeerde optierechten, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Een expat mag er immers vanuit gaan dat de overgemaakt bedragen netto correct zijn.

AR Poll
Driekwart was het eens met de stelling: Bij stelselmatige schending van re-integratieverplichtingen is sprake van bijkomende omstandigheden in de zin van Vixia/Gerrits.

De nieuwe stelling luidt: Ook na inwerkingtreding van de WWZ dient het terugvalcriterium van toepassing te blijven bij internationale geschillen over de toepasselijkheid van de preventieve toets.

Breng hier uw stem uit!

AR Annotatie Zef Even: Daar gaan we weer: wel of geen toestemming vereist voor de opzegging van een internationale arbeidsovereenkomst?
Graag wijs ik u nogmaals op de annotatie van Zef Even bij de uitspraak AR 2014-0628. In deze noot analyseert hij het bereik van artikel 6 BBA en de evenknie in de WWZ (artikel 7:671 BW) bij grensoverschrijdende arbeidsrelaties. In het bijzonder analyseert hij in hoeverre onder het huidige en toekomstig recht nog steeds sprake is van een voorrangsregel van bijzonder dwingend recht. Op basis van de parlementaire geschiedenis en diverse (Europees) rechtelijke uitspraken, komt hij tot de conclusie dat de bijzondere status van de preventieve toets na inwerkingtreding van de WWZ niet langer geldend recht zal zijn. Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling

Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank