Naar boven ↑

Update

Nummer 4, 2014
Uitspraken van 21-01-2014 tot 27-01-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad stelt prejudicile vraag over rechtsmacht bij geschil over schadevergoeding wegens onbehoorlijk bestuur door bestuurder (artikel 5 EEX-Vo) die tevens werknemer is (artikel 20 EEX-Vo)
In AR 2014-70 stelt de Hoge Raad prejudicile vragen aan het Hof van Justitie EU. De centrale vraag is of bij een vordering tot betaling van schadevergoeding wegens onrechtmatige daad of onbehoorlijk bestuur de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt of dat de arbeidsovereenkomst die de bestuurder heeft met zich mee brengt dat toch woonplaats van de werknemer (Duitsland) voor dient te gaan. Omdat enerzijds de bescherming van werknemers centraal staat (Glaxosmithkline/Rouard) en anderzijds verbintenis uit overeenkomst ex artikel 5 EEX-Vo autonoom moet worden uitgelegd (Peters/ZNAV) acht de Hoge Raad beide opvattingen verdedigbaar. Het Hof moet uitsluitsel geven.

Wijziging pensioengrondslag instemmingsplichtig besluit ex artikel 27 WOR
In AR 2014-72 staat de vraag centraal of wijziging van de pensioengrondslag onder het instemmingsrecht van artikel 27 WOR valt. Uit de parlementaire geschiedenis van de WOR blijkt dat de wetgever bij de totstandkoming van die wet de vraag onder ogen heeft gezien of een (wijziging in een) pensioenverzekeringsregeling dient te worden aangemerkt als een primaire arbeidsvoorwaarde, en dat hij ervoor heeft gekozen dit niet tot de primaire arbeidsvoorwaarden te rekenen opdat de ondernemingsraad een instemmingsrecht zou hebben met betrekking tot zodanige besluiten van de ondernemer. Hieruit volgt dat de wetgever een pensioensverzekeringsregeling heeft beschouwd als een secundaire arbeidsvoorwaarde (die niet is onttrokken aan het instemmingsrecht van de ondernemingsraad), aldus de Hoge Raad. Voor het antwoord op de vraag of de OR ten onrechte zijn instemming heeft onthouden, dient een rechter bij vervangende toestemming alle omstandigheden van het geval te wegen en te motiveren waarom het belang van de ondernemer zwaarder weegt.

Handhavingsbeleid SZW ten aanzien van verrekening huisvestingskosten en zorgverzekeringspremie in loonbetaling en WML in strijd met de wet
Voor het handhavingsbeleid van Inspectie SZW dat een werkgever maximaal 20% van het fulltime Wml-loon aan huisvestingskosten mag verrekenen en maximaal 10% aan zorgverzekeringspremie ontbreekt volgens de rechter een wettelijke grondslag. Een werkgever mag binnen de grenzen van artikel 7:631 en 632 BW verrekening toepassen op loonbetaling. Aan het uitzendbureau is in casu ten onrechte een boete opgelegd wegens overtreding van artikel 7 lid 1 Wml (AR 2014-69).

Ontslag statutair bestuurder leidt niet tot einde overeenkomst van opdracht. De 15-april-arresten zijn niet naar analogie van toepassing
In AR 2014-79 oordeelt het Hof Amsterdam dat de zogenoemde 15-april-arresten niet van toepassing zijn op het ontslag van een statutair bestuurder en de beindiging van de managementovereenkomst (overeenkomst van opdracht). Partijen kunnen bij de overeenkomst van opdracht zelf voorzien in de wijze (eventueel onmiddellijk bij een AVA-ontslag) waarop de overeenkomst eindigt.

Werkgever gerechtigd alle inkomsten tijdens loonsanctiejaar in mindering te brengen (629 lid 5). Hoogte loon tijdens derde ziektejaar bedraagt 70% en geen 100%
In AR 2014-65 oordeelt de kantonrechter dat tijdens het derde ziektejaar de werkgever gehouden is 70% van het loon te betalen op grond van de wet. Hoewel werkgever een loonsanctie is opgelegd (vooral omdat hij volledig is meegegaan in de wens van werknemer om zijn mogelijkheden als startende zelfstandige in de uitvaartbranche te gaan exploreren en hem niet heeft verplicht om zich te richten op re-integratie in tweede spoor) kan niet worden gezegd dat werkgeefster zich volstrekt onvoldoende heeft gekweten van haar re-integratieverplichtingen. Anders dan werknemer meent, brengt artikel 7:629 lid 5 BW met zich mee dat alle inkomsten die de werknemer geniet, in mindering mogen worden gebracht op de verplichting van lid 1. Het is niet juist dat een werknemer altijd recht heeft op 30% en de mindering enkel betrekking kan hebben op de 70%. Het systeem van de WULBZ verzet zich tegen een stelsel waarin de werknemer er financieel beter van wordt.

Ondernemersvereniging handelt in strijd met Mededingingsrecht
Ten slotte verdient AR 2014-71 enige toelichting. Deze toch wat exotische uitspraak heeft als zodanig niets met arbeidsrecht van doen. In casu gaat het om een softwarepakket dat door de vereniging van makelaars (NVM) aan haar leden wordt aangeboden, waarbij de vraag centraal staat of een derde daardoor gedupeerd is geraakt wegens schending van mededingingsrecht. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag (deels) bevestigend. Voor werkgevers- en ook werknemersverenigingen kan het nuttig zijn notitie te nemen van deze uitspraak om te bezien wanneer wel en wanneer niet spanning met artikel 6 MW kan ontstaan.

AR Nieuws!!
Met ingang van 1 januari jl. wordt de home page van AR Updates dagelijks voorzien van belangrijk nieuws op het terrein van het arbeidsrecht. Het verzamelt alle korte nieuwsitems uit diverse media. Zo ziet u in n oogopslag wat er in de wereld speelt.

AR Poll
Ruim 72% is het eens met de stelling: Een werkgever dient 100% van het loon in te houden bij schending van re-integratieverplichtingen (ongeacht de omvang van de re-integratieverplichting).

De nieuwe stelling luidt: De (rechtsregels uit de) 15-april-arresten (bestuurdersontslag betekent einde arbeidsovereenkomst) dienen ook bij een ontslag van een bestuurder werkzaam op basis van een overeenkomst van opdracht van toepassing te zijn.

Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: AMS werpt een nieuw licht op het Kckdeveci-correctief
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Saskia Peters bij het arrest van het Hof van Justitie inzake uitsluiting van bepaalde categorien van werknemers bij het getalscriterium voor medezeggenschap (AR 2014-51). In deze noot gaat Saskia vooral in op het zogenoemde Kckdeveci-correctief: de doorwerking van het Handvest grondrechten EU in de individuele arbeidsverhoudingen (private partijen). Ze schetst de verschillende wijzen waarop het Unierecht kan doorwerken en zoekt de verschillen tussen de niet-doorwerking van artikel 27 Handvest versus de wel doorwerking van artikel 21 Handvest. Voorts verkent zij de mogelijkheden van andere grondrechten die door zouden kunnen werken. Ze sluit af met een analyse van het getalscriterium in de WOR.Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank