Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Hoge Raad stelt vragen aan Hof van Justitie over vrije keuze van advocaat bij UWV-procedure
In AR 2014-837 staat de vraag centraal of het Sneller-arrest (vrije keuze van advocaat bij rechtsbijstandverzekering) ook geldt tijdens de UWV-procedure. Volgens de Hoge Raad zijn hier veel argumenten voor te geven, maar zou de UWV-procedure ook als een (buitengerechtelijke) preprocessuele procedure kunnen worden beschouwd waarop de Wft/Richtlijn niet van toepassing zou zijn. Om die reden stelt de Hoge Raad alsnog vragen aan het Hof van Justitie. Het vrijdag gewezen arrest is zonder meer interessant vanwege de uitvoerige beschouwingen van de Hoge Raad over het huidige karakter en doel van het BBA: bescherming tegen sociaal ongerechtvaardigd ontslag en overheidsinstrument ter regulering van de arbeidsmarkt (instroom sociale zekerheid).
Ontbindingsvergoeding blijft verschuldigd bij einde arbeidsovereenkomst wegens overlijden werknemer na ontbindingsbeschikking, maar vr beoogde tijdstip van ontbinding
In AR 2014-840 trekt de Hoge Raad zijn rechtspraak Jamin/Geels, Rolf/SIDO en Flynth (AR 2011-0250) door bij de beantwoording van de vraag of een ontbindingsvergoeding verschuldigd blijft bij het overlijden van de werknemer na de datum van de ontbindingsbeschikking, maar vr het beoogde tijdstip van ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Lijkt de A-G nog ruimte te geven voor een andere benadering, de Hoge Raad houdt vast aan het gesloten stelsel van rechtsmiddelen die de formele rechtskracht van de ontbindingsbeschikking kunnen aantasten. Wel lijkt de Hoge Raad ruimte te laten voor een andere uitleg van een ontbindingsbeschikking, maar merkt op dat in dat geval de eis van rechtszekerheid meebrengt dat een dergelijke uitleg alleen gerechtvaardigd is indien in de ontbindingsbeschikking is bepaald dat de daarin toegekende vergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien de arbeidsovereenkomst op de datum met ingang waarvan wordt ontbonden nog bestaat, dan wel indien die beschikking in die zin moet worden begrepen omdat in de daaraan ten grondslag liggende beindigingsovereenkomst een voorwaarde van die strekking is opgenomen.
Ruim causaal verband bij werkgeversaansprakelijkheid: val over deurmat in causaal verband met schade aan voet?
Volgens de Hoge Raad (AR 2014-836) staat de valpartij van een werknemer over diens deurmat bij thuiskomst na een dag re-integratieve werkzaamheden op de heftruck na een eerder bedrijfsongeval waarbij schade aan de voet is opgelopen, nog steeds in causaal verband met dat eerdere schadeongeval. Derhalve is de werkgever aansprakelijk voor het hieruit voortvloeiende letsel.
Artikel 7:613 BW op postactieven vanwege de niet-uitgewerkte rechtsverhouding
In het licht van het ECN/OMEN-arrest (AR 2013-0692) zijn de (tussen)arresten van het Hof Amsterdam in een geschil tussen ASR en postactieven interessant (AR 2014-841). Het hof wijdt interessante passages en overwegingen aan de reikwijdte van artikel 7:613 BW alsmede het al dan niet doorwerken van het cao-stelsel in een niet-uitgewerkte rechtsverhouding.
Rechtsvermoeden omvang arbeid niet van toepassing bij min-max-contract
In AR 2014-0842 oordeelt de kantonrechter dat het rechtsvermoeden van artikel 7:610b BW niet van toepassing is bij min-max-contracten, indien in arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat 20 tot 40 uur per week wordt gewerkt en het gemiddeld aantal gewerkte uren per week binnen deze bandbreedte blijft. Volgens de wetsgeschiedenis is met de invoering van artikel 7:610b BW beoogd houvast te bieden indien de arbeidsomvang niet eenduidig is overeengekomen en in de situatie waarin de feitelijke omvang van de arbeid zich structureel op een hoger niveau bevindt dan oorspronkelijk overeengekomen. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst is de arbeidsomvang bepaald op 20 tot 40 uren per week. Daarmee is de arbeidsomvang door partijen voldoende duidelijk bepaald, hetgeen ook verband houdt met de aard van de (kappers-)werkzaamheden, waarbij de vraag naar en de omvang van die werkzaamheden kunnen fluctueren.
AR Poll
Ruim 50% was het eens met de stelling: Artikel 7:666 BW blijft van toepassing op een voorbereide doorstart na faillissement (pre-pack).
De nieuwe stelling luidt: Recht op vrije keuze van advocaat dient ook te gelden tijdens de UWV-procedure.
Breng hier uw stem uit.
AR Annotatie Gerdien van der Voet: over maritieme arbeid, stakingsrecht en Europese vrijheden ondanks het varen onder een vreemde vlag
Graag wijs ik u op de AR Annotatie van Gerdien van der Voet bij AR 2014-0618. In deze uitspraak gaat het Hof in op het toepassingsbereik van Verordening 4055/86 inzake de toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen (Verordening van de Raad van 22 december 1986, PbEG, L 378/1; hierna: de Verordening). Het Hof oordeelt dat de omstandigheden dat (i) het schip waarmee het betrokken zeevervoer wordt verricht en waarop de werknemers zijn tewerkgesteld voor wie de collectieve acties worden gevoerd, onder de vlag van een derde land vaart en dat (ii) de bemanningsleden van het schip, zoals in casu het geval is, onderdanen zijn van derde landen geen afbreuk doen aan de toepasselijkheid van de Verordening. Na een uitvoerige analyse van het arrest zelf, gaat Van der Voet in dit commentaar in op de verhouding tussen de vrijheid van collectieve actie en de vrijheid van dienstenverkeer in het zeevervoer. Klik hier om de noot te lezen.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie inzake het recht op vrije keuze van advocaat in BBA-procedure. 03-10-2014
- Hoge Raad Val over de deurmat (thuis) kan in oorzakelijk verband staan met schade opgelopen aan voet bij werkgever. Onbegrijpelijk oordeel van het hof dat een ‘slepend been’ in een te zeer verwijderd causaal verband staat tot het oorspronkelijke schademoment. 03-10-2014
- Hoge Raad Ontbindingsvergoeding blijft verschuldigd bij einde arbeidsovereenkomst wegens overlijden werknemer na ontbindingsbeschikking, maar vóór beoogde tijdstip van ontbinding. Strijd met gesloten stelsel van rechtsmiddelen indien zonder aanwending rechtsmiddel rechtskracht kan worden ontzegd aan onherroepelijke rechterlijke uitspraak. 03-10-2014
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Tweede staking bij Akzo Nobel Industrial Chemicals. Uit veiligheidsoverwegingen wordt staking verboden voor zover dit gedurende de eerste zeven dagen na betekening van het vonnis zal leiden tot een daling van de productie beneden 60% van het maximale niveau en daarna 46% van het maximale niveau. 26-09-2014
- Rechtbank Amsterdam TMI (detacheringsbureau voor verpleegkundig en paramedisch personeel) vervult allocatiefunctie, waardoor TMI kwalificeert als uitzendonderneming en valt onder de werkingssfeer van de verplichtstellingsbeschikking van StiPP. 22-09-2014
- Rechtbank Amsterdam Ontslag op staande voet teamleider Dirk van den Broek wegens diefstal. Dringende reden voldoende aannemelijk ondanks het feit dat de beelden van de bedrijfscamera’s geen eenduidige diefstal door werknemer laten zien. Voorwaardelijke ontbinding zonder vergoeding. 19-09-2014
- Rechtbank Midden-Nederland Onrechtmatig handelen voormalig financieel directeur niet komen vast te staan. 17-09-2014
- Rechtbank Midden-Nederland Uitleg geografische reikwijdte concurrentiebeding conform Haviltex-maatstaf. Diameter heeft een andere betekenis dan straal, waardoor werkzaamheden in Amsterdam net niet binnen de reikwijdte van het concurrentiebeding vallen. 10-09-2014
- Rechtbank Amsterdam Geschil over verplichte deelname StiPP. In beginsel is het aan StiPP is om te bewijzen dat TMI (detacheringsbureau voor verpleegkundig en paramedisch personeel) valt onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit. Op TMI rust een verzwaarde stelplicht. Aanhouding zaak. 18-11-2013
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Gelderland Rechtsvermoeden omvang arbeid niet van toepassing indien in arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat 20 tot 40 uur per week wordt gewerkt (min/max-contract) en het gemiddeld aantal gewerkte uren per week binnen deze bandbreedte blijft. 2014-09-24
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Kantonrechter verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van ontbindingsverzoek, omdat werknemer zijn woonplaats heeft in Duitsland. Dat een eerder ingediend ontbindingsverzoek wel door de Nederlandse rechter is beoordeeld, maakt dit niet anders. 2014-08-28