Naar boven ↑

Update

Nummer 43, 2014
Uitspraken van 22-10-2014 tot 27-10-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Update VAAN Ontslag App
Sinds twee weken is er een nieuwe update van de VAAN Ontslag App beschikbaar in de App Store. Nog eenvoudiger rekent u nu de transitievergoedingen voor werknemers uit (inclusief alle tijdelijke overgangsregelingen). Met de gemakkelijke converteerknop (Bereken ook de kantonrechtersformule) berekent u tevens de ontbindingsvergoeding voor een soortgelijke casus uit. Zo kunt u anticiperen op het nieuwe recht en vooral nog goed recht doen onder het huidige recht!
Nog geen VAAN Ontslag App? Download de App gratis in de App Store!

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Werkgeversaansprakelijkheid van hoofdaannemer voor ongeval van zzper en uitzendkracht bij onderaannemer
In AR 2014-0897 en AR 2014-0900 staat de vraag centraal of (naast de onderaannemer) ook de hoofdaannemer van een bouwproject aansprakelijk is voor schade die op de bouwplaats ontstaat aan een zelfstandige subonderaannemer en/of uitzendkracht van de onderaannemer. In beide arresten van het hof wordt uitgebreid stilgestaan bij het arrest Davelaar/Allspan en wordt net als in Davelaar/Allspan het element in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf ruim uitgelegd. Zodra de werkzaamheden van het slachtoffer ook maar enigszins gelinkt kunnen worden aan activiteiten die de hoofdaannemer ook zou kunnen uitvoeren, lijkt aan dit element te zijn voldaan. Hetzelfde geldt voor de vraag of de werker mede afhankelijk was van de hoofdaannemer wat zijn veiligheid betreft. Zodra er feitelijk los van de eventuele contractuele afspraken tussen de hoofd- en onderaannemer toezicht wordt uitgeoefend op de bouwplaats door de hoofdaannemer of er personeel van de hoofdaannemer aanwezig is, is ook aan dit element voldaan. In AR 2014-0900 wordt ten slotte nog opgemerkt dat exonoratieclausules zich slecht verhouden tot het dwingendrechtelijke karakter van artikel 7:658 BW.

SNCU bevoegd tot handhaving en controle van gexpireerde AVV-cao
In AR 2014-0901 oordeelt het Hof Amsterdam dat het de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) ook na expiratie van een algemeen verbindendverklaarde cao de bevoegdheid die op deze cao is gebaseerd toekomt controle uit te oefenen en naleving te vorderen met eventueel oplegging van forfaitaire boetes. De stelling dat op deze wijze een ongeoorloofde vorm van nawerking van algemeen verbindendverklaarde caos wordt aanvaard, wordt door het hof verworpen onder verwijzing naar het zeer bijzondere karakter van de handhavingsbevoegdheid van SNCU en de overweging dat indien anders zou worden geoordeeld, het nuttig effect van de handhaving teniet zou gaan. Eerder oordeelden andere hoven in gelijke zin. Zie onder meer AR 2012-0524 en over de hoogte van de forfaitaire boetes AR 2014-0377. Zie over de materie ook M. Koster, Nawerking van algemeen verbindend verklaarde (diagonale) cao-bepaligen, TAP 2010, p. 330.
De stelling dat SNCU als een soort particuliere politiemacht in strijd met artikel 10 WAVV handhavend optreedt, wordt verworpen onder verwijzing naar de oprichtingsachtergrond van de stichting (gedragen door alle partijen bij de cao).

Toelichting in handboek relevant voor het functionele bereik van het concurrentiebeding
Een mooi voorbeeld van hoe vanaf 1 januari 2015 discussies over het concurrentiebeding waarvoor een motiveringsplicht geldt (artikel 7:653 lid 2 (nieuw) BW) kunnen verlopen, treffen we aan in AR 2014-0902. In het concurrentiebeding werd verwezen naar een nadere toelichting in het personeelshandboek van de werkgever. Daarin werd uitvoerig uitgelegd wat het belang van werkgever was voor het sluiten van een concurrentiebeding. Bijgevolg oordeelde de rechter dat hoewel de indiensttreding van werkneemster bij een op grond van het letterlijke bereik van het concurrentiebeding verboden werkgever was, geen overtreding plaatsvond omdat de nadere toelichting uit het personeelshandboek tot een veel engere lezing van het concurrentiebeding aanleiding gaf dan de letterlijke tekst van het beding zelf. De uitvoerige motivering van het werkgeversbelang beperkte hier het functionele bereik van het concurrentiebeding.

Ontslag bestuurder kinderopvang krijgt lagere ontslagvergoeding wegens reflexwerking WNT
In AR 2014-0893 oordeelt de kantonrechter dat de bestuurder van de kinderopvang genoegen zal moeten nemen met een C=0,5, omdat een C=1,0 een te hoge ontslagvergoeding zou opleveren. Als gevolg van het maatschappelijk breed gedragen gevoel dat in de (semi)publieke sector in beginsel geen plaats meer is voor hoge ontslagvergoedingen die betaald worden uit de publieke middelen, is de ontslagvergoeding voor bestuurders in de deze sector gemaximeerd op 75.000 door middel van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze wet is weliswaar niet van toepassing op Max (omdat de jaarlijkse inkomsten niet voor ten minste 50% afkomstig zijn van overheidssubsidie), maar dat neemt niet weg dat de kinderopvangbranche sterk afhankelijk is van door overheid uitgekeerde toeslagen aan ouders en dus indirect wel voor een belangrijk deel in stand wordt gehouden uit publieke middelen. Ook in dat licht is een hoge vergoeding voor werkneemster ondanks dat de zaak buiten het bereik van de WNT valt moeilijk te rechtvaardigen.

AR Poll
Niemand was het eens met de stelling: Een wettelijk recht om flexibeler te werken (tijdstippen per dag en locatie) is goed (wetsvoorstel Flexibel werken).

De nieuwe stelling luidt: Handhaving van cao-bepalingen inclusief het uitoefenen van controlebevoegdheden dienen altijd na te werken.

Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie Saskia Peters: Overgang van onderneming en faillissement
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Saskia Peters bij de uitspraak van AR 2014-0822 inzake overgang van onderneming bij faillissement. In deze bijzondere zaak, oordeelde de kantonrechter dat, hoewel sprake is van een faillissement, artikel 7:666 BW de regels van overgang van onderneming niet buiten werking zet, nu het faillissement niet was gericht op het beindigen van de werkzaamheden (het was niet de eerste keer dat de ondernemer van rechtspersoonlijkheid wisselde middels faillissement). Saskia analyseert de uitspraak en legt de redenering van de kantonrechter langs de EU-lat. Uiteraard besteed zij aandacht aan de vraag of en hoe deze uitspraak past in de pre-packdiscussie. Ten slotte geeft zij twee andere mogelijke benaderingen hoe de problematiek kan worden aangepakt, te weten via de band van misbruik van recht en bestuurdersaansprakelijkheid. Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank