Naar boven ↑

Update

Nummer 46, 2014
Uitspraken van 11-11-2014 tot 17-11-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Handhavingsbeleid van Inspectie SZW 10-20%-regel in strijd met de wet
De Raad van State heeft de uitspraak van de rechtbank (AR 2014-0069 m.nt. J.H. Even) gehandhaafd, waarin de rechtbank oordeelde dat voor het handhavingsbeleid van Inspectie SZW dat een werkgever maximaal 20% van het fulltime WML-loon aan huisvestingskosten mag verrekenen en maximaal 10% aan zorgverzekeringspremie geen wettelijke grondslag bestond. De opgelegde boetes wegens vermeende overtreding van de WML zijn onterecht opgelegd (AR 2014-971).

Vorderingen uit onrechtmatige daad gaan niet over bij overgang van onderneming
In AR 2014-0956 oordeelt de rechtbank dat een mogelijke verplichting uit hoofde van onrechtmatige daad bij overgang van onderneming niet op grond van artikel 7:663 BW mee overgaat, omdat geen sprake is een recht of plicht voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst (bestuurdersaansprakelijkheid).

Voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding is pas opeisbaar indien in een bodemprocedure is beslist
In AR 2014-0950 oordeelt de rechtbank een voorwaardelijke ontbindingsvergoeding pas opeisbaar is indien in de bodemprocedure is beslist dat het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven. De verwijzing naar het arrest De Bode/Hollandse IJssel gaat volgens de rechter niet op, omdat in dat arrest enkel de wettelijke rente centraal stond en niet de vergoeding zelf. Nu de vergoeding zo verknocht is aan het wel of niet eindigen van de arbeidovereenkomst krachtens ontbinding, komt een eerdere executie van de beschikking onjuist voor.

Vergaande verstrengeling van boekhouding verschillende werkgevers, leidt nog niet tot vereenzelviging
Het Hof Arnhem-Leeuwarden kreeg de vraag voorgelegd of sprake was van misbruik van identiteitsverschil tussen verschillende werkgevers. Naar het oordeel van het hof onder verwijzing naar Rainbow/Ontvanger is in casu geen sprake van vereenzelviging, maar kan vanwege de vergaande verstrengeling van de boekhouding de loonvordering van werknemer wel bij de andere werkgevers worden neergelegd (AR 2014-970).

Tweemaal Hof Den Bosch en kennelijk onredelijk ontslag: herplaatsingsplicht binnen concernverband en begroting van de schadevergoeding
In AR 2014-965 en AR 2014-966 oordeelt het hof over kennelijk onredelijk ontslagvorderingen. In de eerste zaak bevestigt het hof zijn tussenarrest, waarin is geoordeeld dat op een werkgever ten aanzien van een arbeidsongeschikte werknemer een vergaande herplaatsingplicht rust die zich tevens uitstrekt tot andere vestigingen van de werkgever binnen hetzelfde concern. In de tweede zaak geeft het hof een toelichting op de wijze waarop het de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag begroot. Na eerst de verschillende schadeposten te hebben begroot, stelt het de verdeling van de schade vast (toerekening naar de mate van de schending van het goedwerkgeverschap). Voorts geeft het hof (opnieuw) aan dat voor immaterile schadevergoeding pas plaats is in uitzonderlijke situaties.

Staat niet aansprakelijk voor asbestschade werknemer wegens toezichtsfalen. Verjaring van 20 jaar niet in strijd met 6 EVRM (De Moor/Zwitserland)
In AR 2014-946 stelt de werknemer de Staat aansprakelijk voor de gevolgen van de asbestschade die hij lijdt. Werknemer legt aan zijn vordering ten grondslag dat de Staat in de periode van 1977 tot begin jaren negentig onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld, omdat de Staat zijn verplichtingen, gericht op het beschermen van de gezondheid van werknemer in zijn arbeidssituatie onvoldoende is nagekomen, waardoor hij aan asbest is blootgesteld en schade heeft geleden. Hij verwijt de Staat schending van de observatieplicht, schending van de waarschuwingsplicht, regelgevingsfalen, algemeen toezichtsfalen en concreet toezichtsfalen. De rechter oordeelt dat van dit falen geen sprake is. Het beroep van werknemer op artikel 6 EVRM en het De Moor-arrest (EHRM 11 maart 2014, RAV 2014, 48, De Moor/Zwitserland) met betrekking tot de verjaringstermijn van 20 jaar faalt. Dat de vrije toegang tot de rechter voor werknemer ten aanzien van zijn vordering jegens de Staat op grond van artikel 3:310 lid 1 BW beperkt is tot twintig jaar, een termijn die overigens twee maal zo lang is als de in het arrest aan de orde zijnde termijn van tien jaar, vindt derhalve zijn rechtvaardiging in de omstandigheden dat de vordering jegens de direct aansprakelijke partij niet is verjaard, terwijl de Staat in zijn hoedanigheid van indirect aansprakelijke partij, te weten in zijn hoedanigheid van wetgever en toezichthouder, wordt aangesproken.

Ontbindingsverzoek stotterende werknemer met C=1,2, nadat werkgever hem verplicht telefonische werkzaamheden te verrichten
In AR 2014-0959 staat het ontbindingsverzoek van de werknemer centraal wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Werkgever verplichte werknemer met beperking (stotteren) telefonische werkzaamheden te gaan verrichten, waardoor situatieve arbeidsongeschiktheid is ontstaan. De kantonrechter ontbindt met C=1,2.

AR Poll
Tweederde was het eens met de stelling: Als maatstaf voor ernstige verwijtbaarheid in de WWZ zou moeten dienen gedragingen die thans tot een C-factor van meer dan 1,0 leiden.
De nieuwe stelling luidt: Ook de voorwaardelijke ontbindingsvergoeding is direct opeisbaar.
Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: De zelfstandige subonderaannemer (op gelijke wijze?) beschermd
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Lucy van den Berg bij AR 2014-0897. In dit arrest van het hof werd werkgeversaansprakelijkheid aangenomen op grond van artikel 7:658 lid 4 BW voor een ongeval met de zelfstandige subonderaannemer. In deze annotatie gaat Lucy in op de reikwijdte van artikel 7:658 lid 4 BW en de daarop betrekking hebbende Davelaar/Allspan-jurisprudentie. Vervolgens gaat zij in op de complicaties die zich voordoen met betrekking tot de zorgplicht op grond van het BW en de arboverplichtingen ten aanzien van zelfstandigen. In sommige gevallen zal de zorgplichtschending bestaan uit de door de zzper zelf na te leven arbonormen hetgeen de vraag oproept of dan alsnog een derde aansprakelijk kan zijn. Klik hier om de noot te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Raad van State