Naar boven ↑

Update

Nummer 50, 2014
Uitspraken van 09-12-2014 tot 15-12-2014
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

NIEUW!! Complete geconsolideerde wettekstuitgave Wet werk en zekerheid (inclusief reparatiewet) met inleidende samenvatting en handige bijlagen
Graag wijs ik u op de nieuwe wettenbundel Wet werk en zekerheid. Dit boek bevat de geconsolideerde tekst van titel 7.10 BW zoals deze er deels vanaf 1 januari 2015, deels vanaf 1 juli 2015 en deels vanaf 1 april 2016 uit zal komen te zien, inclusief de aangenomen reparatiewetgeving (Verzamelwet SZW). De gewijzigde wetteksten zijn voorzien van een grijs vlak, zodat duidelijk is welke artikelen door de WWZ (incl. reparatiewet) worden gewijzigd. Verder zijn de artikel(led)en van een margewoord voorzien. In de bijlage is een afzonderlijke tekst opgenomen met daarin een weergave van de WWZ-tekst zoals deze zal luiden tussen 1 januari 2015 en 1 juli 2015. Deze afzonderlijke bijlage optimaliseert het gebruikersgemak.

Mede namens de samenstellers van deze bundel (Houweling/Keulaerds) bericht ik u dat de eventuele royaltyopbrengsten van deze handelseditie ten goede komen aan de stichting Advocaten voor Advocaten. Ook BJu zal daar een donatie aan doen. Voor iets meer dan een tientje heeft u een prachtig exemplaar, steunt u een goed doel en als u vandaag bestelt ligt het waarschijnlijk nog onder de kerstboom ook! Kortom, een absolute must have voor een ieder die zich met arbeidsrecht bezighoudt. Klik hier om een exemplaar te bestellen.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Voorbereide doorstart na eigen faillissementsaanvraag leidt niet tot misbruik van recht
In AR 2014-1050 oordeelt de Rechtbank Den Haag over de vraag of de bestuurder van de onderneming onrechtmatig heeft gehandeld door faillissement aan te vragen. Het staat een onderneming in beginsel vrij gebruik te maken van de bevoegdheid om het eigen faillissement aan te vragen en de activiteiten daarna na ontslag van (een deel van) de werknemers en verkoop van de activa aan een andere onderneming in afgeslankte vorm na een doorstart in die andere onderneming voort te zetten. Een doorstart, ook als deze van tevoren is voorbereid, betekent niet zonder meer dat oneigenlijk en tegenover de door de curator ontslagen werknemers onrechtmatig gebruik wordt gemaakt van het aanvragen van het eigen faillissement. Een al dan niet voorgekookte doorstart kan ook in het belang zijn van de onderneming en van de eventueel resterende werknemers, omdat daarmee de bedrijfsactiviteiten (deels) worden voortgezet. Dit betekent dat oneigenlijk of onrechtmatig aanvragen van het eigen faillissement in de regel niet aan de orde zijn als de financile toestand van de onderneming zodanig is dat zij verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen of daar naar verwachting binnenkort in zal verkeren, ongeacht of de bedrijfsactiviteiten wel of niet worden voortgezet in een andere onderneming. Dat kan anders zijn als sprake is van geregisseerde betalingsonmacht door de bestuurder om daarmee na faillietverklaring en overname van de activa te kunnen profiteren van de verminderde arbeidsrechtelijke faillissementsbescherming voor de werknemers in een faillissement.
Zie over deze materie uitvoerig de noot van Peters bij de uitspraak van de Kantonrechter Leeuwarden (AR 2014-0822).

Rechtsvermoeden arbeidsomvang en min-maxcontracten
Het Hof Den Haag oordeelt in AR 2014-1041 onder welke omstandigheden een werknemer werkzaam op basis van een min-maxcontract een beroep op artikel 7:610b BW toekomt. Het rechtsvermoeden arbeidsomvang van artikel 7:610b BW beoogt de werknemer houvast te bieden in: (i) de situatie waarin de omvang van de arbeid niet of niet duidelijk is overeengekomen en (ii) de situatie waarin de feitelijke omvang van de arbeid zich structureel op een hoger niveau bevindt dan de oorspronkelijk overeengekomen arbeidsduur. De eerste situatie deed zich met betrekking tot het voorliggende min-maxcontract niet voor, nu de omvang wel duidelijk was (zij het varirend tussen minimaal 5 en maximaal 40 uren per week). Voor de tweede situatie scherpt het hof aan wat bij een min-maxcontract onder de overeengekomen arbeidsduur wordt verstaan. Volgens het hof is dit de ondergrens (de min) en is voor het overige sprake van een oproepovereenkomst waarvoor artikel 7:610b BW in combinatie met artikel 7:611 BW gelden.
Wellicht dat dit arrest nieuwe belangstelling zal krijgen per 1 januari 2015, als de regels voor loonuitsluiting ex artikel 7:628 lid 7 BW worden aangescherpt.

Schorsing met inhouding van loon en een omgekeerde Van Hooff Elektra
Met het wegvallen van artikel 7:628 lid 7 BW zal (overgangsrecht daargelaten) de onderhavige uitspraak AR 2014-1046 ook in een iets ander daglicht komen te staan. Een chauffeur van GVB liet zich door een collega, onder zijn eigen personeelsnummer, vervangen zodat hij langer met vakantie kon gaan. In de desbetreffende cao is bepaald dat bij schorsing de werkgever eenderde van het loon kan inhouden, hetgeen ook geschiedde. Onder de WWZ zal een dergelijke schorsing met inhouding van loon alleen nog maar gegrond kunnen worden op artikel 7:628 lid 1 BW (een cao-clausule helpt hooguit lid 1 in te vullen). Het voorwaardelijke ontbindingsverzoek van de werknemer voor zover het UWV toestemming voor opzegging zou verlenen, werd afgewezen wegens strijd met het ontslagstelsel. Door zijn verzoek afhankelijk te maken van de beslissing van het UWV trachtte werknemer als het ware een extra rechtsgang te creren, waarin het systeem van de wet (thans) niet voorziet, aldus de kantonrechter (AR 2014-1048). Het tegenverzoek van de werkgever in dezelfde procedure werd wel toegekend (zonder vergoeding).

Schade door vallende roldeur bij binnenrijden garage werkgever wordt niet in de uitoefening van de werkzaamheden geleden
Hoewel het vaste rechtspraak is dat het woon-werkverkeer voor rekening en risico van werknemer komt, komt het oordeel van het Hof Amsterdam toch wat scherp voor door te oordelen dat de schade die een werknemer lijdt bij het binnenrijden van de garage van de werkgever (door de werkgever gehuurd) niet in de uitoefening van de werkzaamheden is. Werknemer werd bij het naar binnen rijden op zijn motor door de garagepoort geraakt door de plotseling terugvallende garageroldeur. Werknemer heeft hier hoofdletsel aan overgehouden. Ondanks het feit dat eerder een soortgelijk incident had plaatsgevonden, werd evenmin aansprakelijkheid op grond van artikel 7:611 BW aangenomen in de vorm van een extra waarschuwingsplicht. Mogelijk dat de eigenaar van het gehuurde object wel aansprakelijk is (AR 2014-1057).

Vergoeding Sociaal Plan evident onbillijk; hogere vergoeding voor leden vakbond
In een aantal uitspraken wordt deze week de hoogte van de ontslagvergoeding opgenomen in een Sociaal Plan aangevochten. Een van die uitspraken is AR 2014-1070, waarin een werkneemster zelf ontbinding verzoekt en bepleit dat toepassing van het Sociaal Plan evident onbillijk is (maximering van een vergoeding tot zes maandsalarissen). In het betreffende Sociaal Plan was voor vakbondsleden een hogere vergoedingsfactor overeengekomen (factor 1,5 versus een factor 1,0).

AR Poll
75% was het eens met de stelling: Nieuwe UWV-regels payrolling (toetsing bedrijfseconomische noodzaak en afspiegeling bij materile werkgever) maken payrolling onaantrekkelijker.
De nieuwe stelling luidt: Een doorstart na faillissement dient omwille van werkgelegenheid niet teveel gehinderd te worden door het arbeidsrecht. Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: Contracting: over afbakeningsproblemen met uitzending, schijnconstructies en juridische houdbare varianten
Graag wijs ik op de nieuwe AR Annotatie van Johan Zwemmer. In deze zeer lezenswaardige noot bij AR 2014-1017 gaat Johan uitvoerig in op de verschillende verschijningsvormen van driehoekconstructies, schijnconstructies en de betekenis (of juist niet) van de allocatiefunctie bij uitzending. Hij spits zijn verhaal in het bijzonder toe op contracting. Wat is contracting eigenlijk? Hoe verhoudt contracting zich tot uitzending? En welke juridische complicaties doen zich bij deze werkvorm voor. Genoeg food for thought ! Klik hier om de annotatie te lezen.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank