Naar boven ↑

Update

Nummer 2, 2015
Uitspraken van 06-01-2015 tot 12-01-2015
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad haalt streep door onbepaalde tijd met gelijktijdige vaststelling(sovereenkomst) einde over een jaar
In AR 2015-25 vernietigt de Hoge Raad het arrest van Hof Den Bosch waarin de vierde arbeidsovereenkomst in de keten voor onbepaalde tijd werd aangegaan met gelijktijdige vaststelling dat deze overeenkomst over een jaar zou eindigen met wederzijds goedvinden. De Hoge Raad overweegt dat voor het antwoord op de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd naar alle omstandigheden van het geval moet worden gekeken. Het hof had dit miskend waar het heeft geoordeeld dat tussen partijen vaststaat dat zij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben gesloten en daaraan heeft toegevoegd dat de vaststellingsovereenkomst aan de onbepaalde duur van de arbeidsovereenkomst niet kan afdoen. Voorts overweegt de Hoge Raad dat de vaststelling ter voorkoming van een (toekomstig) geschil niet in strijd mag komen met bepalingen van dwingend recht. Zie over het arrest (en de daarbij behorende annotatie) die aanleiding gaf tot deze cassatiezaak AR 2013-617.

Uitsluiting preventieve toets BBA ziet niet op titulair bestuurders
In deze Curaaose-zaak van de Hoge Raad staat de vraag centraal of de louter titulair bestuurder evenmin de bescherming van de preventieve toets toekomt zoals genoemd in de Landsverordening beindiging arbeidsovereenkomsten (LBA). Oftewel, mag de uitzondering van de bestuurder op de personele werkingssfeer van de verordening ruim(er) worden uitgelegd dan alleen de formeel benoemde bestuurder? Het antwoord van ons hoogste rechtscollege luidt ontkennend. Personen die wel de titel directeur dragen, maar niet op de hiervoor bedoelde wijze tot bestuurder zijn benoemd, vallen dus niet onder de in genoemde bepaling voorziene categorie van personen voor wie geen ontslagvergunning nodig is. Het uitgangspunt dat alleen zij die bestuursbevoegdheid en -verantwoordelijkheid dragen van bescherming door het vereiste van een ontslagvergunning zijn uitgesloten, strookt met de beschermingsgedachte die aan de LBA ten grondslag ligt. Het is tevens in overeenstemming met de voor Nederland geldende regeling, waarbij de uitzondering op de vergunningsplicht krachtens het (thans nog geldende) BBA eveneens uitsluitend geldt voor bestuurders (van naamloze en besloten vennootschappen), aldus de Hoge Raad (AR 2015-26).

Hongaarse werknemers krijgen Nederlands loon
In AR 2015-23 en AR 2015-24 wordt geoordeeld over de situatie dat het internationale transportvervoer door Silo-tank Kft (Hongarije), alwaar de chauffeurs in dienst zijn, in opdracht Van den Bosch BV die de opdrachten verstrekt aan deze Hongaarse zustermaatschappij. Volgens de rechter brengt de Detacheringsrichtlijn met zich dat arbeidsvoorwaarden van de algemeen verbindend verklaarde CAO Beroepsgoederenvervoer als basisarbeidsvoorwaarden moeten worden nagekomen. Over de toepasselijkheid van de Detacheringsrichtlijn oordeelt de kantonrechter dat de zogenoemde van waaruit-regel moet worden toegepast. Daardoor kan niet gezegd worden dat van toepasselijkheid van de Detacheringsrichtlijn eerst sprake is als een buitenlandse chauffeur een specifieke opdracht uitsluitend of in hoofdzaak op het grondgebied van Nederland verricht. Immers, volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie moet het zinsdeel op een grondgebied van een lidstaat in art. 1 van de Detacheringsrichtlijn in het geval van internationaal transport gelezen worden als van waaruit de werkzaamheden worden verricht (HVJEU 13 juli 1993, C-125/92 ( Mullox), HVJEU 9 januari 1997, C-383/95 (Rutten), HVJEU 25 februari 2002, C-37/00 (Weber)), welke rechtspraak thans gecodificeerd is in art. 21 lid 1 sub b, I Brussel Ibis-verordening, op grond waarvan de werkgever nu ook opgeroepen kan worden voor het gerecht van de plaats waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt of voor het gerecht van de plaats waar of vanwaar hij gewoonlijk heeft gewerkt. Dit komt overeen met de uitleg van het Hof van Justitie in de zaak Koelszch over het EVO (RAR 2011/74), waarin het Hof heeft geoordeeld dat met het land van waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht ook bedoeld wordt het land van waaruit de arbeid verricht wordt. Deze rechtspraak is eveneens gecodificeerd in de Rome I-verordening, waarbij de commissie in het wetgevingsproces nog heeft opgemerkt dat de van waaruit regel beter toepasbaar zou zijn op transport. Nu in alle Europese regelingen de waar-regel uitgelegd wordt als een van-waaruit-regel, met name in transport, dient ook het bepaalde in de Detacheringsrichtlijn in dit licht gelezen te worden. De conclusie is dus dat de Detacheringsrichtlijn k van toepassing is wanneer de (transport)werkzaamheden vanuit een lidstaat worden verricht, ook al vindt het transport zelf maar voor een gering deel op het Nederlandse grondgebied plaats.

In AR 2015-24 wordt bovendien ingegaan op de Handhavingsrichtlijn en de vraag wanneer sprake is van daadwerkelijke detachering. Ook overweegt de rechter in deze uitspraak dat indien de Detacheringsrichtlijn niet van toepassing is, Rome I nog steeds met zich kan brengen dat Nederlands recht van toepassing is. Dit alles leidt tot de conclusie dat zowel in de gevallen dat Nederland het land is van waaruit tijdelijk gewerkt wordt als dat Nederland het land is van waaruit gewoonlijk gewerkt wordt, op de Hongaarse en Duitse chauffeurs de basisarbeidsvoorwaarden van de CAO GN van toepassing zijn. Dat dit een situatie is die het internationale wegvervoer in de gehele Europese Unie raakt, en dat het gevolg van een en ander zal zijn dat het werk slechts sterk verlieslatend zou kunnen worden uitgevoerd en niet door Van den Bosch B.V. behouden wordt maar door buitenlandse (Oost-Europese) transportondernemingen wordt overgenomen, moge zo zijn, maar kan daar verder niet aan afdoen.

Deze zaak wordt ongetwijfeld vervolgd.

Twee keer OK: besluit afschaffing gastvliegers ok, besluit aandelenoverdracht niet-ok
In AR 2015-28 oordeelt de Ondernemingskamer dat ILT in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen haar inspecteurs-vlieger niet langer als gastvlieger bij commercile luchtvaartmaatschappijen hun vlieguren te laten maken, maar via een vluchtsimulator met meevlieguren. De beweegredenen voor ILT (een toezichthoudende instantie) waren het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling en borgen van onafhankelijkheid. Die keuze komt primair toe aan de ondernemer, aldus de Ondernemingskamer. Dat het niet langer echt maken van vlieguren, de geloofwaardigheid van ILT op het spel zet, werd niet voldoende geoordeeld.

In AR 2015-29 staat de aandelenoverdracht tussen Amstelland en Reinier de Graaf Groep (RdGG) centraal. De ondernemingsraad had negatief geadviseerd op het voorgenomen besluit de aandelen aan RdGG te verkopen, omdat onderdeel van de koopovereenkomst was een flinke korting op de prijs van levering van diensten, waardoor uiteindelijk indirect Amstelland zelf de overdracht grotendeels zou financieren zonder dat hiertegenover voldoende garanties van werk(zekerheid) werden geboden. De Ondernemingskamer deelde de zorgen van de ondernemingsraad. Voorts weigerde de aandeelhouders de personele gevolgen inzichtelijk te maken en een sociaal plan te treffen (hoewel daartoe verplicht volgens statuten en cao). Volgens de Ondernemingskamer was men daartoe wel degelijk verplicht, ook al betrof het slechts een aandelenoverdracht nu uit de onderliggende stukken bleek dat het gevolg van deze overdacht een reorganisatie zou zijn.

Geen aanbiedingsplicht bij conctractswisseling met betrekking tot AOW-ers in strijd met WGBL
De Kantonrechter Amsterdam (AR 2015-20) oordeelde dat artikel 38 lid 2 CAO schoonmaak- en glazenwassersbedrijf, waarin is bepaald dat bij contractswisseling geen aanbiedingsplicht geldt voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, in strijd is met WGBL vanwege ontbreken objectieve rechtvaardigingsgrond.

AR Poll
Ruim 50% was het eens met de stelling: Het stakingsrecht wordt te ruim uitgelegd (toegestaan).

De nieuwe stelling luidt: Internationaal transportvervoer via Oost-Europa dient aan banden te worden gelegd. Breng hier uw stem uit.

AR Talk live webinar
Graag wijs ik u op het AR Updates Talk webinar van 2 februari 2015, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. Klik hier voor meer informatie.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebesprekingen Arbeidsrecht, inclusief PO-punten. In n uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. mr. Ruben Houweling, mr. dr. Pascal Kruit of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 2 feb; 24 mrt; 12 mei; 23 juni; 1 sept; 6 okt; 10 nov; 17 dec.| Kosten: 69 excl. BTW per webinar (1 PO-punt) | Meer informatie en inschrijven

Aanbieding 4 halen - 3 betalen
Indien u de eerste 4 webinars in 1x afneemt, betaalt u er maar 3. Aanmelden voor 4 webinars.
Volgt u deze 4 cursussen dan ontvangt u 4 PO punten voor 207,- ex BTW, zijnde 51,75 ex BTW per PO punt. U kunt ook per webinar inschrijven. Aan een webinar is 1 PO-punt verbonden.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank