Naar boven ↑

Update

Nummer 23, 2015
Uitspraken van 02-06-2015 tot 08-06-2015
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

WWZ NIEUWS: formulieren UWV beschikbaar!
Graag wijs ik u op de formulieren UWV (A-grond, B-grond en overbruggingsregeling transitievergoeding).
Klik voor meer informatie voor wat de A-grond betreft hier.

Klik voor meer informatie wat de B-grond betreft hier.

Klik voor meer informatie wat de overbruggingsregeling transitievergoeding betreft hier.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

WWZ: Uitleg schriftelijkheidsvereiste aanzegging ex artikel 7:668 BW
In AR 2015-521 staat opnieuw de aanzegging ex artikel 7:668 BW centraal. Gelijk aan de eerdere uitspraken AR 2015-443 en AR 2015-446 oordeelt ook de Rotterdamse Kantonrechter dat tot 1 juli 2015 een aanzegvergoeding bij dagvaarding (in plaats van verzoekschrift) moet worden gevorderd.
In deze uitspraak staat voorts de vraag centraal wat heeft te gelden indien vaststaat dat werknemer op enig moment mondeling te kennen is gegeven dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd, maar een schriftelijke bevestiging van die mededeling uitblijft of pas veel later volgt. Is dan toch niet voldaan aan de informatieplicht van artikel 7:668 lid 1 BW? De kantonrechter stelt voorop dat de wet nadrukkelijk verlangt dat de werkgever de werknemer schriftelijk informeert. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever de eis van de schriftelijke aanzegging heeft gesteld ter bescherming van de werknemer. In zoverre dringt de vergelijking met de schriftelijkheid van het concurrentie- en proeftijdbeding zich op. Ook ten aanzien van die bedingen geldt dat er geen concurrentie - of proeftijdbeding van toepassing is indien het beding niet schriftelijk is aangegaan, ook al erkent de werknemer dat hij een dergelijk beding is aangegaan met de werkgever. Ten aanzien van die bedingen geldt de schriftelijkheid als constitutief vereiste. Gezien de wetsgeschiedenis (MvA Kamerstukken I 2013/14, 33818, C, p. 79) van de WWZ heeft de wetgever ook bij de aanzegvergoeding gekozen voor een dergelijk systeem, waarbij geldt dat alleen door een schriftelijke aanzegging voldaan kan worden aan de aanzegplicht van artikel 7:668 lid 1 BW. Op grond van vorenstaande overwegingen moet derhalve geconcludeerd worden dat aan de mondelinge aanzegging tijdens het gesprek op 15 januari 2015 geen betekenis toekomt.
Ten slotte wordt ingegaan op het loonbegrip aanzegvergoeding en de ontvangsttheorie.

WWZ: proeftijd in arbeidsovereenkomst voor zes maanden is nietig
In AR 2015-508 oordeelt de Kantonrechter Utrecht over het volgende. Werknemer is per 1 maart 2015 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van zes maanden in dienst getreden van Magsoft. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd voor de duur van een maand opgenomen. Op 31 maart 2015 heeft Magsoft laten weten de arbeidsovereenkomst met een beroep op de proeftijd wegens bedrijfseconomische redenen te beindigen. Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of het proeftijdbeding rechtsgeldig is overeengekomen. Onder verwijzing naar het nieuwe artikel 7:652 lid 4 BW oordeelt de kantonrechter dat het proeftijdbeding nietig is, zodat de opzegging in strijd is met artikel 6 jo. 9 BBA.

Geen anticiperende werking WWZ-opvolgend werkgeverschap, toch opvolgend werkgever bij tweetrapsbanden-criterium
Volgens de kantonrechter komt werknemer geen beroep toe op het verruimde opvolgend werkgeverschapscriterium uit de WWZ (ketenregeling), daar de opeenvolging ruim voor de WWZ plaatsvond. Desalniettemin concludeert de rechter tot opvolgend werkgeverschap ook al gebeurt dit in fasen. In casu werden werknemers eerst getest door een crisisteam. Vervolgens werden zij uit deze fase aangenomen door de gemeente, waarbij opnieuw leden van het crisisteam de selectie voerden. Hierdoor ontstonden de zodanige banden (AR 2015-520).

Overgang van onderneming bij overgang subsidie welzijn: beroep opzegverbod en sociaal akkoord met voorrangsregel overgang van onderneming
In AR 2015-533 oordeelt het Hof Amsterdam over een overgang van welzijnssubsidie en de vraag of hieruit een overgang van onderneming kan voortvloeien alsmede of de werknemers zich tijdig hebben beroepen op het opzegverbod wegens overgang van onderneming. Naar het oordeel van het hof is zowel sprake van een overgang van onderneming (ook al is op een andere wijze invulling gegeven aan het welzijnswerk (Klarenberg)) als van een tijdig beroep op vernietiging van de opzegging. Daarbij speelde voor het hof mee dat uit het sociaal akkoord volgde dat bij samenloop einde subsidie en ontslag met overgang van onderneming, het ontslag werd ingetrokken en de overgang prevaleerde.

Ontslag op staande voet callcenter medewerker die eigen telefoonabonnement muteert
In AR 2015-512 wordt het ontslag op staande voet van een callcenter medewerker terecht geoordeeld, omdat in strijd met de gedragsregels allerlei mutaties in zijn eigen telefoonabonnement werden doorgevoerd waarmee hij zichzelf bevoordeelde. De integriteit van de werkgever jegens zijn klanten, in casu Tele2, kwam hierdoor in het gedrang, hetgeen een ontslag op staande voet rechtvaardigde.

Samenloop gefixeerde en volledige schadevergoeding
In AR 2015-530 oordeelt de rechter dat na een ontslag op staande voet wegens verduistering, de werkgever niet gefixeerde schadevergoeding en volledige schadevergoeding kan vorderen, maar een keuze moet maken. De kantonrechter oordeelt, onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad d.d. 29 juni 1979 (ECLI:NL:HR:1979:AC6647), evenwel dat slechts n van beide schadevergoedingen toegewezen kan worden. Het beroep van werkgeefster op een ander arrest van de Hoge Raad (HR 11 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4558, waarin een werknemer schadevergoeding ex artikel 7:677 BW alsmede schadevergoeding uit hoofde van wanprestatie vorderde en deels kreeg toegewezen), wordt door de kantonrechter verworpen, nu reeds uit een arrest van de Hoge Raad (HR 1 december 1989, NJ 1990,451) is gebleken dat daartoe met name aanleiding zou bestaan ingeval het gedrag van de werkgever erop is gericht de werknemer ertoe te brengen eigener beweging ontslag te nemen en waarin het voor de betrokkene werknemer moeilijk is andere passende arbeid te vinden. Een dergelijke situatie doet zich in dit geval niet voor. De kantonrechter onderzoekt derhalve welke schadevergoeding voor werkgeefster het gunstigst is.

Voorstel werkgever om geen dertiende maand meer toe te kennen, doorstaat Stoof/Mammoet-toets
Ten slotte is AR 2015-0527 interessant. Nadat werkneemster als statutair directeur is afgetreden doet werkgever het voorstel om gelijk al het andere personeel werkneemster niet langer een dertiende maand toe te kennen. Nadat werkneemster dit heeft geweigerd te accepteren, oordeelt de rechter in het licht van Stoof/Mammoet dat gesteld noch gebleken is dat de jaarlijkse verlaging van de beloning met 14.424 bruto ( 173.088 in plaats van 187.512 bruto per jaar) in het licht van de thans door werkneemster verrichte werkzaamheden en bijbehorende verantwoordelijkheden, onredelijk zou zijn. Ook het loon had de werkgever mogen wijzigen (hetgeen zij niet heeft gedaan).

AR Poll
50% was het eens met de stelling: Werkgevers kunnen niet veel ondernemen tegen pesten op de werkvloer.

De nieuwe stelling luidt: De Ontslagregeling en Regeling UWV Ontslagprocedure zijn voldoende duidelijk. Breng hier uw stem uit.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebesprekingen Arbeidsrecht, inclusief PO-punten. In n uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. mr. Ruben Houweling, mr. dr. Pascal Kruit of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 23 juni; 1 sept; 6 okt; 10 nov; 17 dec 2015
Kosten: 69 excl. btw per webinar (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank