Naar boven ↑

Update

Nummer 30, 2015
Uitspraken van 22-07-2015 tot 28-07-2015
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

WWZ: eerste ontbindingen Nieuw Ontslagrecht! Weinig ruimte voor een additionele billijke vergoeding
De eerste gepubliceerde ontbindingsbeschikkingen ex artikel 7:671b BW zijn een feit en staan op naam van de Kantonrechter te Leeuwarden! In alle zaken betreft het ontslag van werknemers in het onderwijs.
In AR 2015-679 wordt het tegenverzoek tot uitbetaling van de transitievergoeding afgewezen, omdat werknemer recht heeft op een Werkloosheidsregeling onderwijspersoneel primair onderwijs (WOPO). Deze WOPO is een regeling als bedoeld in artikel XXII, lid 7 van de WWZ (waarvan het Besluit overgangsrecht transitievergoeding een uitwerking is). Werknemer verzocht een billijke vergoeding, omdat de onderwijsinstelling hem weigerde tewerk te stellen als directeur van een andere school (dan de schoolinstelling waarvoor hij werkzaam was). De kantonrechter benadrukt dat [U]it de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen. Het verzoek van de werknemer wordt afgewezen. De omstandigheid dat werknemer weigerde een passende functie te aanvaarden, is volgens de kantonrechter in casu geen reden de opzegtermijn te verkorten bij het uitspreken van de ontbindingsdatum.

In AR 2015-680 oordeelt de kantonrechter op het verzoek van werknemer bij de ontbinding een vergoeding van 5.000,- toe te kennen. In het kader van de beindiging van een arbeidsovereenkomst biedt de wet de kantonrechter slechts de mogelijkheid om twee soorten vergoedingen toe te kennen, de transitievergoeding of de billijke vergoeding. De werkgever heeft toegelicht dat ten gevolge van het Besluit overgangsrecht transitievergoeding in de onderhavige situatie geen transitievergoeding verschuldigd is, hetgeen door de werknemer is erkend. Toekenning van een billijke vergoeding aan een werknemer is - behoudens enkele hier niet van toepassing zijnde uitzonderingen - alleen mogelijk en bedoeld voor een geval waarin sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, zoals onder andere in artikel 7:671b lid 8 onder c BW is bepaald. Nu niet is gesteld of gebleken dat daarvan sprake is, ontbreekt de grondslag voor het toewijzen van de door de werkgever aangeboden vergoeding.

In AR 2015-681 oordeelt de kantonrechter dat het aanbod van de werkgever bij het ontslag een vergoeding te betalen, niet van belang is voor de beoordeling of voldaan is aan de redelijke gronden van artikel 7:669 lid 3 BW. Uit deze beschikking lijkt ook voort te vloeien dat een uitdrukkelijk beroep op een van de gronden niet nodig is, als maar voldoende duidelijk is uit de feiten dat het om een bepaalde grond gaat (in casu een g-grond).

Collectieve acties zelfstandige pakketbezorgers PostNL niet toegestaan; bereik ESH
In AR 2015-0666 staat een heel interessante rechtsvraag centraal: komt aan zelfstandige pakketbezorgers PostNL het recht van artikel 6 lid 4 ESH toe? Volgens de voorzieningenrechter is dit niet het geval, omdat het ESH deze bescherming toekent aan werknemers en niet aan zelfstandigen. Georganiseerde acties kunnen, voor zover deze al onder het bereik van artikel 6 lid 4 ESH vallen, niet redelijkerwijs bijdragen tot de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen, daar er van een collectief platform tot onderhandelen in casu geen sprake was. De collectieven hadden zich juist tegen stakingen uitgesproken. Derhalve wordt de collectieve actie (poortblokkades middels oproep per social media) onrechtmatig geoordeeld.

Overname passagedivisie van Martinair door KLM is geen overgang van onderneming vanwege ontbreken identiteitsbehoud
In AR 2015-671 en AR 2015-672 oordeelt het Hof Amsterdam dat de overname/integratie van Martinair geen overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW is. Van belang is dat uiteindelijk maar een deel van het personeel dezelfde werkzaamheden is blijven doen, welke werkzaamheden grotendeels een tijdelijk karakter hadden (omdat de taken zouden worden afgebouwd). Ook wordt opnieuw overwogen dat er niet of nauwelijks enige materile activa zijn overgenomen, terwijl niet gezegd kan worden dat de luchtvaart geen kapitaalintensieve sector is.

Niet goed afwijken van artikel 17 WMM leidt tot naheffing vakantiebijslag; verklaring Roemeense arts volstaat voor art. 7:629a BW
In AR 2015-688 staat een aantal vragen centraal. De eerste vraag is of het vermelden van een all-in-loon voldoende is om af te wijken van artikel 17 WMM. Naar het oordeel van het hof was dit in casu niet het geval, omdat niet uitdrukkelijk werd afgeweken van de hoofdregel van artikel 17 WMM. De tweede vraag was of de ingevulde E-formulieren van een Roemeense arts gelijkgesteld konden worden aan een deskundigenoordeel van het UWV (art. 7:629a BW). Naar het oordeel van het hof is dit het geval onder verwijzing naar Verordening (EG) nr. 883/04 van de Raad van 29 april 2004 betreffende de cordinatie van de sociale zekerheidsstelsels en de Verordening (EG) nr. 987/2009 van de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004. In casu kon dat werknemer niet baten omdat hij deze formulieren te laat had ingebracht in het geding.

Plaatsing in flexpool is geen wijziging van arbeidsvoorwaarden met uitoefening instructierecht
In AR 2015-685 oordeelt de kantonrechter dat als uitgangspunt heeft te gelden dat een werknemer zich in beginsel dient te houden aan de voorschriften/instructies die de werkgever geeft omtrent het verrichten van arbeid. Dit is bepaald in artikel 7:660 BW. Uit de geldende rechtspraak volgt dat de wijziging van een werkplek in beginsel onder de instructiebevoegdheid van de werkgever valt.

AR Poll
50% was het eens met de stelling: De rechtspositie van de ZZP dient wettelijk gereguleerd te worden in de vorm van een aparte afdeling in Boek 7.
De nieuwe stelling luidt: ZZPers dienen onder het werknemersbegrip van artikel 6 lid 4 ESH (stakingsrecht) te worden geschaard.
Breng hier uw stem uit.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebesprekingen Arbeidsrecht, inclusief PO-punten. In n uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. mr. Ruben Houweling, mr. dr. Pascal Kruit of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 1 sept; 6 okt; 10 nov; 17 dec 2015
Kosten: 69 excl. btw per webinar (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag en goede zomer(vakantie) toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank

Antillen