Naar boven ↑

Update

Nummer 32, 2015
Uitspraken van 05-08-2015 tot 11-08-2015
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Instroom ontslagzaken sterk afgenomen
De instroom van nieuwe ontslagverzoeken is in juli dit jaar sterk afgenomen. De daling volgt na een forse stijging van ontslagzaken in juni. Er zijn vorige maand ongeveer 250 nieuwe ontslagzaken aangebracht, ongeveer een derde van de gemiddelde instroom in deze maand. Dit blijkt uit een inventarisatie van voorlopige cijfers door de Raad voor de rechtspraak. De stijging van de instroom in juni zou er op kunnen wijzen dat werkgevers voor de inwerkingtreding van het nieuwe ontslagrecht werknemers wilden ontslaan. De fors lagere instroom van in juli ligt hiermee in lijn. Het is nog niet te zeggen of het lage niveau van juli zich zal doorzetten in de rest van 2015, aldus rechtspraak.nl.

Rechtspraak

Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Moet een (pro-forma)ontbindingsverzoek, waarbij partijen verzoeken om toepassing van een langere ontbindingstermijn dan de wet voorschrijft, worden afgewezen?

In AR 2015-725 staat de vraag centraal of de wet aan de kantonrechter nog ruimte laat te ontbinden op een latere termijn dan volgt uit de strikte toepassing van artikel 7:671b lid 8 BW. De kantonrechter overweegt dat er twee argumenten tegen pleiten. Allereerst lijkt de wet weinig ruimte te geven. Voorgeschreven is dat als de rechter de arbeidsovereenkomst ontbindt, hij het einde van de arbeidsovereenkomst bepaalt op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geindigd. Hierin is, naast de duidelijke wettekst, een opdracht aan de rechter te lezen die evidente afwijking van het wettelijk systeem niet lijkt toe te laten. Daarenboven blijkt uit de parlementaire geschiedenis de wetgever geen voorstander te zijn van pro-forma procedures vanwege de onnodige belasting van de rechterlijke macht die hiermee gepaard gaat. Als partijen het eens zijn over ontslag kan de arbeidsovereenkomst, zonder tussenkomst van de rechter, met wederzijds goedvinden worden beindigd. Er is sowieso geen grondslag voor het toekennen van een overeengekomen vergoeding.

Interessant in dat kader is de overweging in het dictum van een collega-kantonrechter (AR 2015-724) die opmerkt dat de werkgever bereid is een vergoeding van 40.000 bruto toe te kennen vanwege inkomstenderving, waarin de wettelijke transitievergoeding geacht wordt te zijn inbegrepen.

Ondernemingskamer over medezeggenschap KLM/Martinair: moment van benoemen mede-ondernemerschap relevant en personele gevolgen zonder voorziening
In AR 2015-747 oordeelt de Ondernemingskamer over het medezeggenschapstraject bij KLM en Martinair ten aanzien van de voorgenomen besluiten tot reductie van de full freigther capaciteit. De OR van Martinair vecht het uiteindelijke besluit aan en betrekt zowel KLM als Martinair in het geschil bij de Ondernemingskamer. Met betrekking tot KLM oordeelt de Ondernemingskamer dat wat er ook zij van mede-ondernemerschap het verzoek moet worden afgewezen, omdat eerst bij de Ondernemingskamer KLM in het geschil wordt betrokken. Niet eerder in het medezeggenschaptraject is de stelling betrokken dat KLM mede-ondernemer zou zijn en derhalve de OR van Martinair had moeten betrekken bij de besluitvorming.
Ten aanzien van de besluitvorming door Martinair, oordeelt de Ondernemingskamer, dat het de redelijkheidstoetsing van artikel 25 WOR niet kan doorstaan op het punt van de personele gevolgen. In het bijzonder de aanvankelijke baangarantie die steeds verder op de tocht kwam te staan, bleek niet afdoende. Gezien de belangen van Martinair bij instandhouding van het besluit, worden er geen voorzieningen getroffen.

Onjuiste UPOs zijn geen pensioentoezegging, zodat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend
In AR 2015-735 oordeelt de kantonrechter dat aan de bedragen genoemd in drie opeenvolgende Uniform pensioenoverzichten geen rechten ontleend kunnen worden. Voor een geslaagd beroep op artikel 3:35 BW is in de eerste plaats vereist dat werknemer gerechtvaardigd heeft vertrouwd op een rechtshandeling van Pensioenfonds Allianz ex artikel 3:33 BW. Wil sprake zijn van een dergelijke rechtshandeling dan moet Pensioenfonds Allianz met het verzenden van de UPOs een rechtsgevolg, ofwel verplichtingen, in het leven hebben willen roepen. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit niet het geval. Mede gelet op de gemaakte voorbehouden, in het bijzonder de zin: Het pensioenreglement is uiteindelijk bepalend. heeft Pensioenfonds Allianz met het verstrekken van de UPOs willen voldoen aan haar in artikel 38 PW genoemde verplichting om haar deelnemers jaarlijks te informeren over (onder meer) de verworven pensioenaanspraken, maar niet om een pensioentoezegging te doen. Het beroep van werknemer op artikel 3:35 BW faalt.

AR Poll
60% was het eens met de stelling: Artikel 7:666 BW (geen ovo bij faillissement) geldt ook bij pre-pack.
De nieuwe stelling luidt: De kantonrechter mag indien partijen daarom verzoeken de arbeidsovereenkomst op een later tijdstip eindigen dan bij regelmatige opzegging het geval zou zijn geweest.
Breng hier uw stem uit.

AR Annotatie: geen ancinniteitstoelage voor tijdelijk vertrouwenspersoneel in dienst van Spaanse overheid
Graag wijs ik u op de nieuwe annotatie van Saskia Peters bij AR 2015-629. In dit arrest van het Hof van Justitie EU stond de vraag naar gelijke behandeling van werknemers in tijdelijke dienst centraal, in het bijzonder het toekennen van ancinniteitstoeslagen. In deze noot schetst Saskia helder het beoordelingskader en de reikwijdte van de Richtlijn 1999/70/EG met betrekking tot gelijke behandeling arbeidsvoorwaarden. Een relevant arrest in tijden van toenemende flexibiliteit. Klik hier om de noot te lezen.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebesprekingen Arbeidsrecht, inclusief PO-punten. In n uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. mr. Ruben Houweling, mr. dr. Pascal Kruit of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 1 sept; 6 okt; 10 nov; 17 dec 2015
Kosten: 69 excl. btw per webinar (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag en goede zomer(vakantie) toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank