Naar boven ↑

Update

Nummer 36, 2015
Uitspraken van 02-09-2015 tot 08-09-2015
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

AR Annotatie: De oogst van twee maanden WWZ in werking
Graag wijs ik u op de nieuwe annotatie van ondergetekende. In deze noot worden vrijwel alle WWZ-beschikkingen besproken die in juli en augustus zijn verschenen over de tweede tranche WWZ. Uitspraken waarin bijvoorbeeld invulling wordt gegeven aan het vereiste zwaarwegende bedrijfsomstandigheden bij het concurrentiebeding (AR 2015-702) en over de vraag of de aanzegging via WhatsApp wordt toegestaan (AR 2015-588), zijn buiten beschouwing gelaten, omdat die zien op de eerste tranche van de WWZ. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen besproken:

a. Overgangsrecht en voorwaardelijke ontbinding na ontslag op staande voet
b. Pro forma ontbinding
c. Ontbinding op langere termijn dan wettelijk voorgeschreven
d. Vergoedingen

De verschillende uitspraken worden van een kort commentaar voorzien met verwijzing naar relevante rechtspraak en literatuur. Zo bent u in n keer helemaal op de hoogte van wat er tijdens uw zomer(vakantie) op het terrein van de WWZ is gewezen. Klik hier om de annotatie te lezen.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Remplaanten zijn schijnzelfstandigen in het kader van Mededingingswetgeving
In AR 2015-842 staat het Nederlandse vervolg op het arrest van het Hof van Justitie EU (FNV KIEM) centraal, waarin het Hof Den Haag de vraag moest beantwoorden of remplaanten echte zelfstandigen of schijnzelfstandigen zijn. Naar het oordeel van het hof brengt de ondergeschiktheid van de betreffende muzikanten met zich, dat zij niet verschillen van gewone orkestleden, zodat gesproken moet worden van schijnzelfstandigheid. Of deze personen ook een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW hebben, laat het hof in het midden. De gemaakte afspraken over minimumtarieven in de cao (ook) voor remplaanten lijkt daardoor niet langer in strijd met artikel 6 Mw.

Geregelde ontbinding niet via 96 Rv, geen vergoeding, ontbinding op langere termijn wel mogelijk
In AR 2015-827 mengt de Kantonrechter Utrecht zich in de discussie over pro formas, wel of geen vergoedingen en ontbindingen op langere termijn dan de wettelijke opzegtermijn. Het even aftikken in een 96 Rv-procedure kan niet. Ook dan past de rechter het recht toe. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt. Het nieuwe stelsel gaat er vanuit dat opzegging altijd mogelijk is met schriftelijke instemming van de werknemer, al dan niet gegoten in de instemming met een opzegging of een met de werkgever gesloten beindigingsovereenkomst. Zonder instemming moet toestemming voor opzegging worden gevraagd aan het UWV of een verzoek tot ontbinding worden gedaan bij de kantonrechter. Ook een pro forma beschikking is een ontbinding door de kantonrechter. Partijen dienen derhalve een duidelijke keuze te maken. Of zij kiezen voor opzegging met instemming of een beindigingsovereenkomst wat ter vrije bepaling staat dan wel verzoeken de overheidsrechter om bemoeienis en zullen in dat laatste geval (niet via artikel 96 Rv een beslissing van de kantonrechter van hun keuze kunnen inroepen, maar) een (geregeld) ontbindingsverzoek bij de relatief bevoegde kantonrechter moeten indienen.

Nevenverzoekregeling artikel 7:686a BW niet van toepassing op ontbindingsverzoek oude stijl overgangsrecht
In AR 2015-829 oordeelt de kantonrechter dat bij een ontbindingsverzoek ingediend voor 1 juli 2015 (oud recht), niet middels artikel 7:686a BW na 1 juli 2015 als neven(tegen)verzoek ontheffing van het concurrentiebeding kan worden verzocht. Een dergelijke vordering gaat bij dagvaarding. Artikel 69 Rv wordt toegepast.

Overtreding nevenactiviteitenbeding leidt tot ontslag op staande voet
In AR 2015-847 oordeelt het hof dat het tijdens dienstverband verrichten van werkzaamheden voor derden, zelfs ten dele concurrerend, dermate ernstig is dat sprake is van een dringende reden voor ontslag. Bovendien heeft de werkgever een vordering tot schadevergoeding op de werknemer, bestaande uit ten onrechte betaald loon, reis- en verblijfskosten en gederfde inkomsten.

Ten onrechte handhaven van concurrentiebeding leidt tot schadevergoeding wegens verlies baan werknemer
Volgens het Hof Amsterdam is de ex-werkgever schadevergoeding verschuldigd indien de werknemer door toedoen van de werkgever middels het handhaven van een concurrentiebeding, waarvan achteraf komt vast te staan dat dit geen betrekking had op de werkzaamheden bij de nieuwe werkgever, zijn baan verliest. Het ruimhartig uitleggen van gelijk, gelijksoortig en aanverwant aan werd niet gevolgd (AR 2015-849).

Arbeidsongeschikte werknemer in kennis stellen van loonopschorting in plaats van loonstop leidt tot toewijzing loonvordering
In AR 2015-837 komt het voor werkgever pijnlijke onderscheid tussen opschorten en stoppen wederom tot uitdrukking. Het hanteren van de verkeerde terminologie in brieven aan de werknemer, brengt met zich dat de werkgever achteraf loon moet betalen waar hij bedoeld had het loon te staken (vgl. ook Hof Leeuwarden 29 maart 2011, AR 2011-285).

Hoge 681-vergoeding bij ernstige tekortkoming
In AR 2015-846 staat een kennelijk onredelijk ontslag (oud recht) centraal. In casu wordt geoordeeld dat sprake is van een voorgewende reden. Anders dan bij het gevolgencriterium, is er bij een dergelijke grond veel minder reden rekening te houden met de belangen van de werkgever, aldus het hof. Daardoor wordt een vrij hoge vergoeding toegekend. Wellicht dat een dergelijke benadering ook geldt voor de billijke vergoedingen onder WWZ.

AR Poll
50% was het eens met de stelling: Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op een langere dan de wettelijke opzegtermijn is rechtens toelaatbaar.
De nieuwe stelling luidt: Schijnzelfstandigen bestaan niet: men is zelfstandige of werknemer.
Breng hier uw stem uit.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebesprekingen Arbeidsrecht, inclusief PO-punten. In n uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. mr. Ruben Houweling, mr. dr. Pascal Kruit of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 6 okt; 10 nov; 17 dec 2015
Kosten: 69 excl. btw per webinar (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.


Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen!

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank