Naar boven ↑

Update

Nummer 4, 2015
Uitspraken van 20-01-2015 tot 26-01-2015
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Torenhoge declaraties hoogleraar geen reden voor ontslag op staande voet, niettegenstaande zijn voorbeeldfunctie
In AR 2015-62 werd de Hoge Raad opnieuw uitgenodigd een vuistregel te formuleren. De ernstige onzorgvuldigheid en slordigheid van een werknemer bij het declareren van privkosten, waardoor de werknemer zijn werkgever financieel benadeelt en zichzelf bevoordeelt, heeft in beginsel te gelden als een dringende reden voor ontslag, aldus de werkgever. In ieder geval brengt zijn (maatschappelijke) voorbeeldfunctie met zich dat een ontslag op staande voet gerechtvaardigd zou zijn. De A-G wuift het gebruik van vuistregels van tafel met alle omstandigheden van het geval. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep onder verwijzing naar artikel 81 RO.

Hof van Justitie EU kritisch over leeftijdsonderscheid bij 18 jaar
In AR 2015-63 laat het Hof van Justitie EU zich uit over de vraag of het niet meetellen van tijdvakken voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd bij het berekenen van de pensioenaanspraken van een werknemer een verboden onderscheid op grond van leeftijd oplevert. In casu acht het Hof objectieve rechtvaardigingsgronden aanwezig voor dit onderscheid. Daarbij overweegt het Hof nog wel het volgende: Aangaande de vraag of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde nationale regeling niet verder gaat dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken, zij eraan herinnerd dat het verzoek dat ten grondslag ligt aan het hoofdgeding, net als in de zaak die heeft geleid tot het arrest Htter (EU:C:2009:381), geen betrekking heeft op het al dan niet meetellen van vr de voltooiing van het achttiende levensjaar vervulde tijdvakken van arbeid, maar enkel op het al dan niet meetellen van de bij een instelling voor voorbereidend of hoger voortgezet onderwijs vervulde tijdvakken van onderwijs. Of de uitsluiting van een aanspraak op transitievergoeding (7:673 BW) dan wel het niet meetellen van tijdvakken voor de berekening van de ketenregeling (7:668a BW), zoals geformuleerd in de WWZ, ook in de ogen van het Hof van Justitie EU is toegestaan valt nog te bezien.

Beindiging met eerder effect werknemer na opzegging werkgever staat niet aan kennelijk onredelijk laatstgenoemde opzegging in de weg
Het Hof Den Bosch (AR 2015-70) moest zich uitlaten over de vraag of een werknemer nog een beroep op artikel 7:681 BW toekomt, indien na de opzegging door de werkgever werknemer alsnog gebruikmaakt van een prepensioenregeling waardoor de arbeidsovereenkomst een maand voor de beoogde opzeggingsdatum alsnog eindigt. Volgens het hof is dit eerder einde het logische gevolg van de opzegging van de werkgever, zodat een 681-vordering nog steeds mogelijk is. De schadevergoeding wordt begroot op het verschil in inkomen tussen de prepensioendatum en de datum waarop de werknemer anders met pensioen zou zijn gegaan (twee jaar later).

Moederonderneming aansprakelijk voor onbetaalde loonaanspraken dochter wegens betalingsonwil
In AR 2015-74 oordeelt het hof over het uitblijven van loonbetalingen van (de inmiddels gefailleerde) werkgever, Revest BV, aan werknemer (waarmee arbeidsconflict was ontstaan). Het hof oordeelt dat Revest NV (moeder) als aandeelhouder (en bestuurder) in beginsel niet aansprakelijk is voor de schulden van (dochtervennootschap) Revest BV aan werknemer. Dit beginsel lijdt echter uitzonderling indien het handelen van Revest NV als aandeelhouder en bestuurder kan worden gekwalificeerd als een onrechtmatige daad jegens werknemer. Daarvan kan, zoals ook de kantonrechter had overwogen, slechts sprake zijn indien Revest NV een ernstig verwijt kan worden gemaakt van de niet-nakoming van de verplichtingen van Revest BV jegens werknemer. Daartoe behoort onder meer de situatie waarin het handelen van Revest NV kan worden aangemerkt als het zich schuldig maken aan betalingsonwil of selectieve betaling. Dit is in casu aan de orde, nu de twee andere werknemers wel loon doorbetaald kregen en enkel werknemer niet. Er is dan geen sprake van betalingsonmacht, maar betalingsonwil.

Zwaarwegende bedrijfsbelangen voor (handhaving) concurrentiebeding
Nee, nog niet de eerste WWZ-concurrentiebeding-uitspraak, maar een arrest van het hof over de belangenafweging van artikel 7:653 lid 2 BW (oud), waarbij wel in WWZ-achtige termen over het werkgeversbelang bij handhaving van het concurrentiebeding wordt gesproken: Een werknemer heeft in beginsel het (grondwettelijk vastgelegde) recht om vrij te kunnen kiezen welke arbeid hij wenst te verrichten. In het geval dat een schriftelijk vastgelegde afspraak wordt gemaakt met een werkgever waarbij de werknemer na einde dienstverband in deze mogelijkheden wordt beperkt en de (ex)werknemer vraagt om vernietiging of beperking van dat beding, dient een afweging te worden gemaakt tussen het recht op vrije arbeidskeuze enerzijds en het (zwaarwegende) belang van de werkgever bij (integrale) handhaving van het overeengekomen concurrentiebeding anderzijds. Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat het belang van de werkgever hierin gelegen dient te zijn dat de ex-werknemer door zijn arbeidskeuze na beindiging van het dienstverband niet een situatie bewerkstelligt waarbij sprake is van oneerlijke concurrentie. Die situatie zal zich met name voordoen indien de werknemer door de kennis van de werkwijze, de klanten en de overige bedrijfsgeheimen van de ex-werkgever zichzelf (of zijn nieuwe werkgever) een positie verschaft waarbij sprake is van ongerechtvaardigd voordeel in het concurrerend handelen. Daarbij ligt niet zozeer de nadruk op de door de werknemer tijdens het dienstverband door eigen toedoen verworven kennis en vaardigheden, maar veeleer op de inbreng van de werkgever om de werknemer in staat te stellen de overeengekomen werkzaamheden zo optimaal mogelijk te laten verrichten. Het rechtens te respecteren belang van een werkgever is daarom niet het tegengaan van concurrentie in het algemeen, maar het voorkomen dat een (ex-)werknemer met gebruikmaking van de kennis van de onderneming van de (ex)werkgever, die hij zonder de werkzaamheden voor die onderneming niet zou hebben, zijn vorige werkgever rechtstreeks concurrentie zou kunnen aandoen en daarmee zichzelf of een derde (de nieuwe werkgever) een ongerechtvaardigde voorsprong in concurrerend handelen zou kunnen bezorgen. (AR 2015-71)

AR Poll
Iedereen was het eens met de stelling: Werknemers zijn zich (nog steeds) onvoldoende bewust van de arbeidsrechtelijke consequenties van het gebruik van social media.

De nieuwe stelling luidt: Het realiseren van loonoffers door werknemers ter voorkoming van ontslag van collegas dient wettelijke te worden gefaciliteerd. Breng hier uw stem uit.

AR Talk live webinar
Graag wijs ik u op het AR Updates Talk webinar van 2 februari 2015, waarin de actuele jurisprudentie wordt besproken. Klik hier voor meer informatie.

Weinig tijd maar toch up to date blijven?
Volg de online jurisprudentiebesprekingen Arbeidsrecht, inclusief PO-punten. In n uur tijd en op hoog niveau wordt u door prof. mr. Ruben Houweling, mr. dr. Pascal Kruit of mr. dr. Johan Zwemmer bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 2 feb; 24 mrt; 12 mei; 23 juni; 1 sept; 6 okt; 10 nov; 17 dec.
Kosten: 69 excl. BTW per webinar (1 PO-punt)
Meer informatie en inschrijven.

Aanbieding 4 halen - 3 betalen
Indien u de eerste 4 webinars in 1x afneemt, betaalt u er maar 3. Volgt u deze 4 cursussen, dan ontvangt u 4 PO punten voor 207 ex BTW, zijnde 51,75 ex BTW per PO punt.
U kunt ook per webinar inschrijven. Aan een webinar is 1 PO-punt verbonden.
Aanmelden voor 4 webinars.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank