Update
Wijziging Ontslagregeling
Als gevolg van de Verzamelwet SZW 2016 is op 17 december jl. een wijziging doorgevoerd in de Ontslagregeling. Er zijn wijzigingen doorgevoerd in onder meer de afspiegelingsregel en berekening van de MKB-werkgever-transitievergoeding. Met de Verzamelwet SZW 2016 is in de artikelen 7:673a en 7:673d BW een aanpassing gedaan ten aanzien van het referentiejaar waarvan over de tweede helft van het jaar het gemiddeld aantal werknemers wordt berekend om te bezien of sprake is van een voor de toepassing van die artikelen relevante werkgever met gemiddeld minder dan 25 werknemers. Voor de berekening van het gemiddelde aantal werknemers in de tweede helft van een kalenderjaar is, waar mogelijk, het moment waarop de ontslagprocedure is gestart, bepalend. Er is overgangsrecht voor lopende reorganisaties bepaald. Klik hier voor het besluit.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspaken.
Hoge Raad ruimt op
Zo net voor het kerstreces heeft de Hoge Raad een flink aantal dossiers weggewerkt. Vrijdag werden maar liefst zeven arbeidsrechtelijke arresten gewezen. In AR 2015-1273 stond de gebondenheid van werkgever aan eigen geschillencommissie centraal (HR: gebonden). In AR 2015-1274 oordeelde de Hoge Raad in een cassatie in belang der wet dat de algemene kortingsregel indirect onderscheid op grond van geslacht oplevert en het pensioenfonds de bewijslast heeft ten aanzien van objectieve rechtvaardiging van dit onderscheid. Ook oordeelde de Hoge Raad over de immuniteit van jurisdictie van European Space Agency. Naar het oordeel van de Hoge Raad is de alternatieve rechtsgang niet ontoereikend en evenmin in strijd met artikel 6 EVRM (AR 2015-1275). Voorts een aantal 81 RO-uitspraken, waaronder voor de tweede maal TomTom (AR 2015-1279).
Hoge Raad: Uitleg artikel 38 CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf: aanbiedingsplicht ontstaat vr feitelijke contractswissel, maar is beperkt tot werknemers van feitelijke contractswissel
De Hoge Raad oordeelde afgelopen vrijdag over de wijze waarop artikel 38 CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf moet worden uitgelegd bij wisseling van contract (AR 2015-1278). Relevant aan de casus was dat daags voor de feitelijke contractswissel, de algemeenverbindendverklaring eindigde. De Hoge Raad oordeelde als volgt: De vraag of de in art. 38 CAO vermelde aanbiedingsplicht ontstaat op het moment waarop met de uitvoering van het contract wordt begonnen (in dit geval 2 januari 2014) zoals het hof heeft aangenomen , dan wel op een eerder moment, moet worden onderscheiden van de vraag naar welk tijdstip dient te worden beoordeeld of ten aanzien van een werknemer wordt voldaan aan de voorwaarden van art. 38 lid 2 CAO. In verband met het aldus te maken onderscheid is niet noodzakelijk dat aan het begrip contractswisseling, respectievelijk wisseling in de diverse bepalingen van art. 38 CAO steeds dezelfde betekenis wordt toegekend. Art. 38 lid 2 CAO bepaalt dat de werkgever die door contractswisseling een object verwerft, aan de werknemers die op het moment van de wisseling op het object werkzaam zijn een arbeidsovereenkomst zal aanbieden. Bij de beantwoording van de vraag op welk moment de aanbiedingsplicht ontstaat, dient de overige inhoud van art. 38 CAO te worden betrokken. In art. 38 lid 8 CAO is onder a bepaald dat het bedrijf dat een object verliest, binnen vijf werkdagen nadat aan het bedrijf bekend is geworden dat het object wordt verloren, een opgave aan het verwervende bedrijf verstrekt van de werknemers als bedoeld in art. 38 lid 2 CAO. Het bedrijf dat een object verwerft moet een arbeidsovereenkomst aanbieden binnen vier weken na ontvangst van de informatie van de verliezende werkgever, maar niet later dan tien werkdagen voor de ingangsdatum van het contract (art. 38 lid 8 onder b CAO). Daaruit volgt dat de verplichting tot aanbieding van een arbeidsovereenkomst ontstaat voordat met de uitvoering van het contract wordt begonnen. De informatie als bedoeld in art. 38 lid 8 onder a CAO moet de nieuwe opdrachtnemer in staat stellen vast te stellen welke werknemers (naar verwachting zullen) voldoen aan de voorwaarden genoemd in art. 38 lid 2 CAO. De strekking van art. 38 CAO brengt mee dat die vaststelling dient plaats te vinden naar het moment waarop het contract ingaat en met de feitelijke werkzaamheden wordt begonnen. Aldus wordt bewerkstelligd dat de werkgelegenheid ook behouden blijft voor werknemers die ten tijde van het ontstaan van de aanbiedingsplicht nog niet aan de in lid 2 genoemde voorwaarden voldeden, maar op het moment waarop het nieuwe contract ingaat wel. Onder het moment van de wisseling in lid 2 dient dan ook te worden verstaan het moment waarop ingevolge het contract met de feitelijke werkzaamheden wordt begonnen.
Hof van Justitie EU: EU-recht dwingt niet tot en geeft rechter niet de bevoegdheid punitieve schadevergoeding op te leggen bij discriminatoir ontslag zonder nationale grondslag
De Spaanse rechter stelde een prejudicile vraag aan het Hof of op basis van het EU-recht door de nationale rechter punitieve schadevergoedingen opgelegd mogen worden bij discriminatoir ontslag. Het Hof oordeelt in AR 2015-1270 dat artikel 18 van Richtlijn 2006/54, net als artikel 6 van Richtlijn 76/207 en ter borging van rele en effectieve compensatie of reparatie van de schade als gevolg van discriminatie op grond van geslacht, op een wijze die afschrikkend en evenredig is, verlangt van de lidstaten die kiezen voor reparatie in financile vorm, dat zij in hun interne rechtsorde op de door hen vastgelegde wijze maatregelen opnemen die erin voorzien dat de schadelijdende persoon een schadevergoeding ontvangt waarmee de geleden schade volledig wordt gecompenseerd, maar niet voorziet in betaling van een punitieve schadevergoeding. Bij gebreke van een bepaling van nationaal recht die voorziet in betaling van een punitieve schadevergoeding aan een persoon die schade lijdt als gevolg van discriminatie op grond van geslacht, kan de nationale rechter dus niet uit eigen beweging op grond van artikel 25 van Richtlijn 2006/54 de discriminerende partij veroordelen tot een dergelijke schadevergoeding.
Zzp pakketbezorgers PostNL veelal werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst
In AR 2015-1264 en AR 2015-1265 oordeelt de kantonrechter dat de pakketbezorgers van PostNL een arbeidsovereenkomst hebben, ondanks de in de considerans van de overeenkomst opgenomen uitdrukkelijke wens geen arbeidsovereenkomst aan te gaan. De partijbedoeling lijkt duidelijk niet gericht te zijn geweest op het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Echter, in een situatie waarin partijen maatschappelijk en economisch als gelijkwaardig zijn te beschouwen, dient meer gewicht te worden toegekend aan de partijbedoeling zoals deze blijkt uit de tussen hen gesloten overeenkomst(en), dan in een situatie waarin sprake is van maatschappelijke ongelijkheid en economische afhankelijkheid. In dat laatste geval zijn er immers minder argumenten om betrokkenen de ongelijkheidscompensatie van het arbeidsrecht te ontzeggen. Ten aanzien van de feitelijke uitvoering wordt het volgende overwogen. Vast staat dat X niet werd beloond op basis van zijn inspanningen en/of op basis van gewerkte uren, maar op basis van het door hem geleverde resultaat. De aard van de werkzaamheden is zodanig dat ten aanzien van de inhoud van het werk weinig inhoudelijke instructie valt te geven. PostNL heeft echter ten aanzien van vrijwel alles wat met de uitvoering van het werk samenhangt, zoals de bedrijfskleding, het schoeisel en de wijze waarop de scanner voor pakjes bevestigd dient te worden aan de broekriem, gedetailleerde instructies gegeven. Hetzelfde geldt ten aanzien van de kleur en de maatvoering waaraan de bus van X dient te voldoen.
Dit wil niet zeggen dat iedere pakketbezorger een arbeidsovereenkomst heeft, zo blijkt uit AR 2015-1266. Deze subcontractor vertoonde meer gelijkenissen met een zmper dan een zzper. In dit geval waarbij de subcontractor gemiddeld 44% van de tijd het werk door een ander liet verrichten kan niet worden geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Ontbinding wegens wanprestatie leidt tot bijna half miljoen euro schadevergoeding
In AR 2015-1281 oordeelt de kantonrechter dat Imtech Marine toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van een van de essentile voorwaarden van de overeenkomst: de werknemer arbeid aan te bieden. In casu was werknemer gevraagd bij Imtech Marine als algemeen directeur aan te treden. Daarvoor heeft werknemer zijn zeer goed betaalde baan ( 230.000 bruto) opgegeven om per 1 oktober 2015 in dienst te treden van Imtech Marine. Nadat in augustus het faillissement van Royal Imtech intrad, is Imtech Marine door een derde overgenomen. De nieuwe aandeelhouder ziet de komst van werknemer niet zitten en verzoekt ontbinding op onder meer de h-grond. Dit verzoek wordt afgewezen. Het reconventionele verzoek van werknemer tot ontbinding wegens wanprestatie wordt toegewezen. De schadevergoeding wordt vastgesteld op acht jaar het verschil tussen zijn laatst genoten en toegezegde hogere salaris bij Imtech Marine ( 50.000 verschil). Daar komen nog wat variabele beloningskosten bij, hetgeen in totaal neerkomt op 466.000.
Geen (informatieplicht over) transitievergoeding bij beindiging met wederzijds goedvinden
In AR 2015-1253 oordeelt de kantonrechter dat beindiging met wederzijds goedvinden geen instemming met de opzegging inhoudt. Volgens werknemer had werkgever op grond van het goed werkgeverschap moeten wijzen op het bestaan van een transitievergoeding. Deze stelling faalt.
Dubbele switch is behoudens bijzondere omstandigheden niet toegestaan
In AR 2015-1268 staat de switch na het ontslag van een statutair bestuurder centraal. Werknemer heeft na aanvankelijk genoegen te nemen met de opzegging, de vernietigbaarheid ingeroepen (wegens een opzegverbod). Kort daarna heeft werknemer zich op het standpunt gesteld dat de opzegging kennelijk onredelijk was, om weer kort daarna de vernietigbaarheid in te roepen (omdat volgens hem geen sprake was van een geldig benoemingsbesluit tot bestuurder). Verwijzend naar een annotatie van Verhulp en het commentaar van Zondag op artikel 7:681 (oud) BW komt de rechtbank tot de conclusie dat tweemaal achter elkaar switchen ontoelaatbaar is. De omstandigheid dat de Kantonrechter Eindhoven in een vonnis van 17 november 2011, JAR 2012/40, heeft geoordeeld dat in die zaak een dubbele switch wl toelaatbaar was, maakt dat niet anders. Een van de overwegingen van dat vonnis was dat met het accepteren van de dubbele switch de rechtszekerheid werd gediend, nu er door de laatste switch werd berust in een einde van de arbeidsovereenkomst. De rechtszekerheid is door de opstelling van werknemer in het onderhavige geding echter niet gediend. Bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in het arrest van de Hoge Raad inzake Dibbets/Pinckers die tot een ander oordeel moeten leiden, zijn noch aangevoerd noch gebleken. Daar komt bij dat de feitelijke gedragingen van werknemer, onder meer het zonder protest of voorbehoud inleveren van zijn leaseauto en mobiele telefoon, niet stroken met de door hem tot tweemaal toe ingeroepen vernietigbaarheid van de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Ook staat vast dat werknemer na zijn ontslag een WW-uitkering heeft aangevraagd en ook heeft verkregen. De rechtbank komt het voorgaande overwegende tot de conclusie dat een beroep op vernietigbaarheid van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door werknemer niet meer in rechte kan worden gehonoreerd.
Doorstart na faillissement op n lijn te stellen met contractswissel ex artikel 38 CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf: behoud van toeslag
In AR 2015-1291 oordeelt het Hof Amsterdam dat een voortgezet project door de nieuwe werkgever na faillissement van de ex-werkgever op n lijn gesteld kan worden met artikel 38 cao. Artikel 7:666 BW (geen overgang bij faillissement) doet hieraan niet af. Bijgevolg behouden werknemers recht op hun toeslagen.
AR Poll: Beschikking van het jaar 2015
50% was het eens met de stelling: Samenloop en overgangsregelingen transitievergoeding zijn te onduidelijk.
Omdat we de laatste weken van december ingaan, tijd voor een eindejaarspoll. Welke WWZ-beschikking verdient het predicaat Beschikking van het jaar 2015? U kunt zoals u inmiddels vertrouwd moet voorkomen kiezen uit de opties a t/m h:
a) Ktr. Rotterdam AR 2015-1040: Artikel 2 Besluit samenloop transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar indien werknemer maar 10% van transitievergoeding krijgt
b) Ktr. Roermond AR 2015-1237: Geen ruimte meer voor een voorwaardelijke ontbindingsprocedure onder WWZ
c) Ktr. Amsterdam AR 2015-1028: Toepassing Asscher-escape (verkeerde toepassing d-grond leidt tot g-grond)
d) Ktr. Amsterdam AR 2015-1212: Verschil van inzicht tussen werkgever en bestuurder leidt tot h-grond
e) Ktr. Amsterdam AR 2015-1246: Billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen moet afschrikken ( 40.000)
f) Ktr. Amsterdam AR 2015-0588: Aanzegging kan ook per WhatsApp
g) Ktr. Amsterdam AR 2015-0702: Concurrentiebeding onvoldoende gemotiveerd (DPA-zaak)
h) Ktr. Almelo AR 2015-0725: Pro-formaontbinding onder WWZ in beginsel niet meer mogelijk
Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u mede namens Elmira van Vliet een bijzonder fijne dag, maar bovenal een heel fijne kerst toe te wensen!
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Hof van Justitie van de Europese Unie Algemeen verbindendverklaring van cao waarbij het beheer van een - ten voordele van de werknemers ingevoerd - verplicht aanvullend stelsel van sociale voorzieningen wordt toevertrouwd aan één, door de sociale partners gekozen marktdeelnemer, is in strijd met vrij verkeer van diensten en transparantiebeginsel wanneer de nationale regeling niet zorgt voor een passende mate van openbaarheid die de bevoegde overheidsinstantie in staat stelt ten volle rekening te houden met verstrekte informatie waaruit blijkt dat er een voordeligere offerte bestaat. 17-12-2015
- Hof van Justitie van de Europese Unie Belemmering van vrijheid van diensten belastingadvieskantoor indien niet op eenvoudige wijze de vereiste kwalificatie kan worden aangetoond door nationale regeling. Richtlijn erkenning van beroepskwalificaties niet van toepassing. 17-12-2015
- Hof van Justitie van de Europese Unie EU-recht dwingt nationale rechter noch biedt hem de discretionaire bevoegdheid punitieve schadevergoeding toe te kennen bij discriminatoir ontslag. 17-12-2015
Hoge Raad
- Hoge Raad Cassatie in belang der wet: Algemene kortingsregel pensioen levert indirect onderscheid op grond van geslacht op. Pensioenfonds is gehouden op grond van artikel 6a WGB de proportionaliteit en subsidiariteit van de regel te bewijzen. 18-12-2015
- Hoge Raad Werkgever is gebonden aan oordeel bezwarencommissie op grond van zelf overeengekomen bepaling in sociaal plan. Beperking toegang overheidsrechter ondubbelzinnig aanvaard. 18-12-2015
- Hoge Raad Hoogte bonus 2% pro rata voor vertrekkende bestuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Gezag van gewijsde oordeel over beperkende werking redelijkheid en billijkheid. 18-12-2015
- Hoge Raad Uitleg artikel 38 CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf: aanbiedingsplicht ontstaat vóór dat feitelijk met de contractswissel wordt aangevangen 18-12-2015
- Hoge Raad Kostenveroordeling bij over en weer win en verlies, mag via compensatie. 18-12-2015
- Hoge Raad Immuniteit van jurisdictie European Space Agency niet in strijd met artikel 6 EVRM. Bescherming in de alternatieve rechtsgang van ESA niet ontoereikend. 18-12-2015
- Hoge Raad Zorgplicht pensioenfonds met betrekking tot informatie verzekerde. 18-12-2015
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Beëindigingsovereenkomst na gegeven (en ingetrokken) ontslag op staande voet levert geen misbruik van omstandigheden op. Voldoende bedenktijd, spoedig handelen op initiatief van werkneemster. 15-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Uitleg werkingssfeerbepalingen en samenloop opleidingsfondsen collectieve arbeidsovereenkomst Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen en de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf. Toetsingskader AVV van belang bij uitleg (verbod op samenloop). 15-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Kennelijk onredelijke opzegging 56-jarige gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer leidt tot schadevergoeding € 15.000. 15-12-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Organon/MSD is niet gehouden de negatieve gevolgen van het aanpassen van de waarderingsgrondslag door pensioenuitvoerder te compenseren. Informatieplicht MSD niet geschonden. Professionele vakbond. 15-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege wegens het niet halen van Nederlandse taaltoets. Rechtsgeldige ontbindende voorwaarde. 15-12-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitleg werkingssfeer Grafimedia-cao. Vestigingsleider maakt geen deel uit van het managementteam en komt daarom een uitkering Sociaal Fonds toe. Verzuim werkgever werknemers nieuwe functie aan te melden bij dit fonds, leidt tot toerekenbare tekortkoming. 08-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Werkgever aansprakelijk voor beknelling arm deuren Schiphol. Werkgever mag zich niet verschuilen achter ontbreken zeggenschap over deuren Schiphol. 01-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Doorstart uit faillissement op één lijn te stellen met contractsoverneming ex artikel 38 CAO in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf. Behoud van toeslag uit de cao bij doorstart uit faillissement. 01-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Barmedewerker heeft recht op pro rata deel fooienpot bij einde dienstverband. 01-12-2015
- Gerechtshof Amsterdam Blootstelling aan asbest onvoldoende komen vast te staan. Werken in omgeving met asbest en passages uit dagboek overleden werknemer over ‘werkzaamheden met asbest’ onvoldoende. 01-12-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werkgever ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in voorwaardelijk ontbindingsverzoek door verkeerde interpretatie artikel 7:683 (oud) BW. Ontbinding C=0,7. 19-11-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Reikwijdte artikel 7:658 lid 4 BW bij onderaanneming van werk: uitleg Davelaar/Allspan. 27-10-2015
- Gerechtshof Amsterdam Werknemer die na vier jaar uitzending bij inlener in dienst treedt heeft geen vast contract op grond van de ketenregeling. Opdrachtovereenkomst in casu waarschijnlijk een arbeidsovereenkomst. 07-04-2015
- Gerechtshof Amsterdam Ontslag 72-jarige werknemer niet kennelijk onredelijk. Verstoorde arbeidsverhouding na mislukte in- en uitkoop vof. 07-04-2015
- Gerechtshof Den Haag Onterecht verzoek tot ontslag stichtingbestuurder SRK voor vermeende tegenwerking vrije advocaatkeuze. 07-04-2015
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland Pakketbezorger PostNL is niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Subcontractor heeft bewust gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap, mag geacht worden de consequenties daarvan te kunnen overzien en heeft zich daar ook naar gedragen. 18-12-2015
- Rechtbank Noord-Holland Pakketbezorger PostNL is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Feitelijke uitvoering is, gelet op beschermingsgedachte van het arbeidsrecht, doorslaggevend. 18-12-2015
- Rechtbank Noord-Holland Pakketbezorger PostNL is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Feitelijke uitvoering is, gelet op beschermingsgedachte van het arbeidsrecht, doorslaggevend. 18-12-2015
- Rechtbank Den Haag Ontslag op staande voet na onrechtmatig wegnemen van goederen door leidinggevende houdt stand. Ook wordt de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk ontbonden, gelet op het eventuele belang van werkgever daarbij in het licht van artikel 7:683 lid 3 BW. 17-12-2015
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Verzoek ex artikel 96 Rv. Werkneemster behoudt haar recht op zondagstoeslag, nu zij daarover (door toepassing overgangsregeling) met werkgeefster een individuele afspraak heeft gemaakt. 16-12-2015
- Rechtbank Midden-Nederland Beëindiging met wederzijds goedvinden of opzegging met instemming? Geen algemene spreekplicht voor werkgever om werknemer te wijzen op de aanspraak van een (mogelijke) transitievergoeding. 11-12-2015
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant First opinion over arbeids(on)geschiktheid hoeft niet van bedrijfsarts/arboarts afkomstig te zijn, maar mag ook van werkgever afkomstig zijn. Niet-ontvankelijkverklaring wegens niet overleggen deskundigenoordeel ex artikel 7:629a BW. 09-12-2015
- Rechtbank Rotterdam Werknemer is gehunt voor functie van algemeen directeur en heeft zijn oude baan opgezegd, maar wordt niet tot werk toegelaten omdat nieuwe aandeelhouders van mening zijn dat werknemer niet geschikt is. Ontbinding op verzoek werknemer (ex art. 7:686 BW) onder toekenning van schadevergoeding van in totaal € 466.000 bruto. 09-12-2015
- Rechtbank Amsterdam Zich vanuit een leidinggevende positie ongepast uitlaten jegens en over ondergeschikten is verwijtbaar en levert een redelijke grond op voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. 08-12-2015
- Rechtbank Midden-Nederland Herstelvonnis. Per abuis is in het dictum een gebod in plaats van een verbod opgenomen om (onrechtmatige) uitingen te herhalen. 07-12-2015
- Rechtbank Rotterdam Opzegging arbeidsovereenkomst gedragswetenschapper niet kennelijk onredelijk ex artikel 7:681 (oud) BW. Tevens geen sprake van opvolgend werkgeverschap, nu werkneemster reeds uit dienst was bij eerdere werkgever. 04-12-2015
- Rechtbank Midden-Nederland Onrechtmatige concurrentie na faillissement. Enkele voormalig werknemers kunnen niet aan relatiebeding worden gehouden. 04-12-2015
- Rechtbank Limburg Aanvaarden ‘dubbele switch’ na ontslag statutair bestuurder in casu niet toelaatbaar, mede gezien de feitelijke gedragingen van bestuurder. Ontslag tevens niet kennelijk onredelijk. Voldoende aanwijzingen dat functioneren ondermaats was. 02-12-2015
- Rechtbank Amsterdam Werknemer heeft verwijtbaar gehandeld door tegen advies arboarts naar New York te reizen, maar gelet op onjuiste informatie van werkgever aan arboarts is geen sprake van dringende reden. Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek, onder meer vanwege ontbreken deskundigenoordeel. 27-11-2015
- Rechtbank Amsterdam Ontslag op staande voet nadat werkneemster met echtgenoot ‘verhaal komt halen’ op de werkvloer is rechtsgeldig. Ernstig verwijtbaar handelen. Geen transitievergoeding. 19-11-2015
- Rechtbank Amsterdam Ontslag op staande voet nadat werknemer met echtgenote ‘verhaal komt halen’ op de werkvloer is rechtsgeldig. Ernstig verwijtbaar handelen. Geen transitievergoeding. 19-11-2015
- Rechtbank Rotterdam Afwijzing vordering wedertewerkstelling, in afwachting van oordeel in ontbindingsprocedure. Het is in het belang van beide partijen dat de (verdere) escalatie van het conflict wordt voorkomen. 11-11-2015
- Rechtbank Rotterdam Ontbinding. Werkneemster is zonder deugdelijke grond de op haar rustende re-integratieverplichtingen niet nagekomen. Toewijzing transitievergoeding, niet gebleken is dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. 11-11-2015