Update
AR Annotatie: Ken uw klassieken! Over de herstelveroordeling in de Wet werk en zekerheid
Graag wijs ik u op de nieuwe annotatie van ondergetekende. In deze noot sta ik stil bij de rechtsfiguur van de herstelveroordeling. Velen denken en/of doen alsof deze rechtsfiguur een noviteit van de WWZ is. Niets is echter minder waar. In deze noot worden de achtergrond en ontwikkeling van de herstelveroordeling zoals deze reeds in 1953/54 vorm heeft gekregen, beschreven en de praktische implicaties van deze complexe rechtsfiguur gellustreerd. Daarbij worden de reeds in de jaren vijftig gesignaleerde knelpunten maar ook oplossingen van Levenbach en Molenaar niet geschuwd. Leidt de herstelveroordeling tot een nieuwe juridische overeenkomst? Moeten bijzondere bedingen dan opnieuw schriftelijk worden overeengekomen? Wat houden de getroffen voorzieningen in? Is loon verschuldigd met wettelijke verhoging na herstel? Wat als de werknemer niet wil herstellen? Mogen partijen in onderlinge overeenstemming tot andere voorwaarden komen bij herstel? Enzovoort. Klik hier om de noot te lezen.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
WWZ: Kantonrechter stelt Hoge Raad prejudicile vragen over (on)mogelijkheid van voorwaardelijke ontbinding
In AR 2016-0451 formuleert de Kantonrechter Enschede verschillende prejudicile vragen inzake de (on)mogelijkheid van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek. De beschikking geeft een heel fraai overzicht van de huidige stand van zaken in de rechtspraak en de verschillende opvattingen in de literatuur. Naast de principile vraag of de voorwaardelijke ontbindingsprocedure onder het nieuwe recht nog kan, wordt ook gevraagd of het antwoord afhankelijk is van de formulering van het verzoek (voor zover de arbeidsovereenkomst nog bestaat versus voor zover de arbeidsovereenkomst wordt hersteld), van de aangevoerde grond (dezelfde grond of een andere grond) en of het bewijsrecht in het voorwaardelijke ontbindingsverzoek vol van toepassing is.
WWZ: Hof oordeelt dat voorwaardelijke ontbinding na afwijzing vernietigingsverzoek werknemer in eerste aanleg niet meer mogelijk is. Ontslag op staande voet alsnog ongeldig. Billijke vergoeding in plaats van herstel
Mogelijk dat een deel van het antwoord op de prejudicile vragen is gegeven in AR 2016-0462. In deze beschikking gaat het hof in op een aantal relevante vragen als in hoger beroep de appelrechter het ontslag op staande voet in eerste aanleg alsnog ongeldig verklaart. In rechtsoverweging 5.21 staat het hof uitdrukkelijk stil bij het rechtskarakter van de herstelveroordeling en concludeert daaruit dat een voorwaardelijke ontbinding na afwijzing van het vernietigingsverzoek in eerste aanleg niet (meer) kan, omdat de arbeidsovereenkomst dan op datum ontslag op staande voet definitief is geindigd. Er valt niets meer te ontbinden, ook niet voorwaardelijk. De mogelijk in hoger beroep toe te wijzen herstelveroordeling, leidt niet tot herleving van de oude arbeidsovereenkomst maar sorteert in een nieuwe juridische overeenkomst onder dezelfde voorwaarden. Deze arbeidsovereenkomst is op voorhand niet te ontbinden. Zie ook uitvoerig de hierboven genoemde noot.
WWZ: Toetsing opzegtermijn en herplaatsingsplicht in hoger beroep ex tunc of ex nunc? Recht op een transitievergoeding bij het doen eindigen in hoger beroep?
In AR 2016-0468 oordeelt het hof over nog een aantal WWZ-kwesties. De eerste vraag waarover het hof zich uitlaat, is of in hoger beroep de appelrechter ook de ontbindingstermijn in acht moet nemen. In eerste aanleg was het ontbindingsverzoek van de werkgever afgewezen. Volgens het hof schrijft de wet niet voor dat in hoger beroep rekening moet worden gehouden met de ontbindingstermijn. Volgens het hof dient een toetsing ex tunc plaats te vinden. Dat geldt ook voor de herplaatsingsplicht ex artikel 7:669 lid 1 jo. artikel 9 Ontslagregeling. Voorts oordeelt het hof dat de herplaatsingplicht niet leidt tot herplaatsing in het tweede spoor.
Nu het hof alsnog een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst in hoger beroep, rijst de vraag of werknemer wel recht heeft op een transitievergoeding. Deze beindigingswijze staat namelijk niet in artikel 7:673 BW. Hoewel bij de gevallen waarin volgens artikel 7:673 lid 1 BW aan de werknemer een transitievergoeding toekomt, niet het hier aan de orde zijnde geval is opgenomen waarin het hof het tijdstip bepaalt waarop de arbeidsovereenkomst eindigt nadat het ontbindingsverzoek ten onrechte door de kantonrechter is afgewezen, lijdt het volgens het hof geen twijfel dat de wetgever heeft bedoeld dat ook bij deze wijze van beindiging de transitievergoeding verschuldigd is.
Martinair/KLM-sage continues: inspanningsplicht tot herplaatsing is geen resultaatverbintenis geen Martinair-vliegers te ontslaan
Enkele weken geleden maakten wij melding van de ovo-claim Martinair/KLM. De claim van de cargovliegers werd afgewezen (AR 2016-0363). In een overweging ten overvloede, werd evenwel overwogen (r.o. 49): Wel wordt overwogen dat KLM en VNV zich tot het uiterste dienen in te spannen om gedwongen ontslagen bij Martinair te voorkomen. Immers de vrachtvliegers hebben vertrouwd op het Ringvaartakkoord en het door KLM gedragen begrip keeping the family together. Zij hebben hun handelen hierop afgestemd. Het past KLM als 100% aandeelhouder, maar ook als ultieme moedervennootschap, niet om 263 nieuwe vliegers in dienst te nemen terwijl elders in haar concern piloten werkloos dreigen te raken. Niets redelijks staat aan zon herplaatsing in de weg en VNV zal dat dienen te gedogen. Dat de vrachtvliegers deze aan derden vergeven functies niet zouden kunnen vervullen, komt niet geloofwaardig voor. Martinair heeft voor 37 vrachtvliegers ontslagaanvragen ingediend bij het UWV. De vrachtvliegers stellen zich op het standpunt dat hiermee de duidelijke opdracht tot herplaatsing uit het vonnis van 4 april wordt genegeerd. De vrachtvliegers vorderen (onder meer) dat Martinair wordt veroordeeld de ontslagaanvragen in te trekken. De rechter wijst deze vordering af. De vacatures bij KLM (moeder binnen het concern) zijn inmiddels vervuld en de opdracht kan niet anders dan als een inspanningsverbintenis worden opgevat.
Verandering aandeelhouderschap leidt tot verval concurrentiebeding
In AR 2016-0456 doet een werknemer een succesvol beroep op de Hydraudyne-leer. Partijen waren het erover eens dat in dit geval geen sprake is van een overgang van onderneming ex artikel 7:662 BW. Indien geen sprake is van een overgang van onderneming maar de facto van een overgang van het werkgeverschap als gevolg van een aandelenoverdracht, geldt een strenger regime en dient het beding opnieuw schriftelijk te worden overeengekomen met de nieuwe werkgever. De Hoge Raad (HR 23 oktober 1987, NJ 1988/234) leert dat indien de werknemer bij het optreden van een nieuwe (juridische) werkgever zonder tegenspraak en op dezelfde voet zijn werkzaamheden voortzet en daardoor met de nieuwe werkgever stilzwijgend een nieuwe arbeidsovereenkomst tot stand komt met in beginsel dezelfde inhoud als van die met de vorige werkgever, de mogelijkheid bestaat dat door die voortzetting het concurrentiebeding zwaarder zou gaan drukken. De Hoge Raad acht de bijzondere waarborg, gelegen in het vereiste van een geschrift, in dergelijke situaties op zijn plaats. Tussen partijen was niet in geschil dat het concurrentiebeding na de aandelenoverdracht niet opnieuw schriftelijk is overeengekomen, waardoor na bedoelde overgang van het (juridisch) werkgeverschap de kans was ontstaan dat het concurrentiebeding voor werknemer zwaarder was gaan drukken. Van belang hierbij was dat onvoldoende concreet was weersproken dat als gevolg van de aandelentransactie, die wijziging heeft gebracht in het juridisch werkgeverschap (van Imtech ICT, later genaamd Axians, naar Vinci Energies Netherlands) niet alleen verandering is opgetreden in de aandeelhouder maar ook in de bestuurlijke invulling. Nog daargelaten dat ook door enkel een wijziging van aandeelhouder(s) koersveranderingen kunnen optreden, was die kans nog groter als er eveneens in de bestuurlijke invulling wijzigingen optreden. De kantonrechter was op grond van het voorgaande voorshands van oordeel dat het concurrentiebeding zijn gelding heeft verloren nu het na aandelenoverdracht niet opnieuw schriftelijk is overeengekomen.
Rechter dwingt bonden met werkgever de cao aan te scherpen op punt van ketenregeling
In AR 2016-0464 veroordeelt de kantonrechter FNV en CNV om opnieuw met werkgever in overleg te treden over nieuwe tekst cao. De huidige tekst strookt niet (geheel) met de bedoeling van partijen en zou door werknemers anders kunnen worden begrepen, namelijk dat iedereen vanaf 24 maanden recht heeft op een vaste aanstelling, dus ook het personeel dat nog onder de oude ketenregeling viel. Nu dit evident niet de bedoeling is van partijen, dient men opnieuw met elkaar in gesprek te gaan (o.m. op grond van art. 6:2 BW).
Niet melden 25% aandeelhouderschap in (potentieel) concurrerende onderneming, leidt tot schending Regeling Medewerkersintegriteit Lokale Banken en daarmee tot een e-grond
En we blijven nog even in de aandelen: volgens de appelrechter is het bewust niet melden van betrokkenheid bij een mogelijk concurrerende financile instelling verwijtbaar. De bank dient de werknemer wel een transitievergoeding te betalen, omdat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen (AR 2016-0470).
AR Poll
62% is het eens met de stelling: Alleen indien sprake is van een allocatiefunctie kan sprake zijn van uitzending in de zin van artikel 7:690 BW.
De nieuwe stelling luidt: Voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst is onder de WWZ niet meer mogelijk.
Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Loonoffer in de thuiszorg van 18-30% in strijd met de CAO VVT en kan niet eenzijdig worden afgedwongen. Handhaving cao-norm niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. 26-04-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden WWZ: Verstoorde arbeidsverhouding (g-grond). Toetsing ontbindingsverzoek in hoger beroep is ex tunc (derhalve geen nieuwe opzegtermijn en herplaatsingstermjin). Artikel 7:683 lid 5 BW verklaart niet het gehele artikel 7:671b BW van overeenkomstige toepassing. Herplaatsing heeft enkel betrekking op eigen werkgever en concern. Geen herplaatsing in ‘tweede spoor’ bij toepassing artikel 9 Ontslagregeling. Transitievergoeding wel verschuldigd bij toepassing artikel 7:683 lid 5 BW. 25-04-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ontslag op staande voet onterecht. Wijze van declareren door werknemer niet in strijd met de arbeidsvoorwaardenregelingen. Voorwaardelijke ontbinding door de kantonrechter niet mogelijk. 22-04-2016
- Gerechtshof Amsterdam UWV aansprakelijk voor de schade van de werkgever door ten onrechte geweigerde ontslagaanvragen. 19-04-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden WWZ: In strijd met de Regeling Medewerkersintegriteit Lokale Banken niet vermelden 25% aandeelhouderschap in (mogelijk) concurrerende onderneming, leidt tot e-grond. Transitievergoeding wel verschuldigd nu verwijtbaar handelen nog geen ernstig verwijtbaar handelen oplevert. 15-04-2016
- Gerechtshof Den Haag WWZ: Ontslag op staande voet rechtsgeldig. Geen transitievergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen (verduisteren van kasgelden). 15-04-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Materiële werkgever verplicht de kosten verbonden aan ontslag werknemer te vergoeden, zelfs als de uitzendwerkgever gehouden was om de instructie van de materiële werkgever tot het geven van ontslag op staande voet op te volgen. Materiële werkgever heeft immers van dat tekortschieten geen nadelige gevolgen ondervonden. 12-04-2016
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Kantonrechter heeft het voornemen de Hoge Raad prejudiciële vragen te stellen over (on)mogelijkheid van voorwaardelijke ontbinding. 26-04-2016
- Rechtbank Overijssel Ontslag op staande voet verpleegkundige wegens seksueel overschrijdend gedrag, fysiek geweld, verbale agressie en denigrerend pestgedrag. Werkgever wordt in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren. 26-04-2016
- Rechtbank Oost-Brabant Concurrentiebeding verliest zijn gelding doordat het na aandelenoverdracht niet opnieuw schriftelijk is overeengekomen. Na overgang van het (juridisch) werkgeverschap is de kans ontstaan dat het concurrentiebeding voor werknemer zwaarder is gaan drukken. 26-04-2016
- Rechtbank Rotterdam Ontbindingsverzoek (e-grond, g-grond en h-grond), naar aanleiding van de strafrechtelijke veroordeling van de echtgenoot van werkneemster, afgewezen. 26-04-2016
- Rechtbank Midden-Nederland Kantonrechter veroordeelt FNV en CNV om opnieuw met werkgever in overleg te treden over nieuwe tekst cao. De huidige tekst strookt niet (geheel) met de bedoeling van partijen en zou door werknemers anders kunnen worden begrepen. 25-04-2016
- Rechtbank Midden-Nederland Onterechte loonstop, nu werknemer voldaan heeft aan haar re-integratieverplichtingen. 22-04-2016
- Rechtbank Oost-Brabant Deelgeschilprocedure. Vordering op grond van artikel 7:658 BW is door werknemer tijdig gestuit en daarmee niet verjaard. Verklaring voor recht dat werkgever aansprakelijk is voor de door werknemer geleden schade als gevolg van een bedrijfsongeval. 22-04-2016
- Rechtbank Midden-Nederland Ontbinding wegens verstoorde arbeidsrelatie. De discussie tussen partijen of werknemer moet instemmen met een lager salaris dan wel zich naar een ‘hoger niveau’ dient te ontwikkelen, kent een voortdurend en slepend karakter. Billijke vergoeding toegekend ad € 40.000; werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. 21-04-2016
- Rechtbank Den Haag Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst alcoholverslaafde verzekeringsarts UWV wordt afgewezen vanwege ‘reflexwerking’ van het opzegverbod tijdens ziekte. 21-04-2016
- Rechtbank Amsterdam Reikwijdte en inhoud addendum bij arbeidsovereenkomst kan niet los worden gezien van de context waarin deze is gesloten en de bedoeling die partijen daarbij hadden. Vordering loondoorbetaling toegewezen. Vordering wedertewerkstelling afgewezen. 19-04-2016
- Rechtbank Amsterdam Oproepovereenkomst valt te kwalificeren als voorovereenkomst. Met de vierde oproep is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan. 05-04-2016
- Rechtbank Amsterdam Ontbinding wegens niet nakomen van re-integratieverplichtingen (e-grond). Werknemer heeft geen recht op transitievergoeding: niet omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, maar omdat werknemer zelf heeft aangegeven dat hij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen en er na loonopschorting ook van uit was gegaan dat de arbeidsovereenkomst was beëindigd. 30-03-2016
- Rechtbank Amsterdam Afwijzing vordering tot wedertewerkstelling. Werkgever heeft het UWV verzocht om toestemming voor opzegging wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Kantonrechter wil het UWV niet voor de voeten lopen met een voorlopig oordeel als daarvoor geen spoedeisende reden bestaat. 21-03-2016
- Rechtbank Midden-Nederland Werkgever is niet gerechtigd tot eenzijdige wijziging leaseautoregeling. Er is niet voldaan aan de Stoof/Mammoet-criteria. 15-02-2016
- Rechtbank Limburg Werkgever mag niet ten nadele van werknemer afwijken van cao. Afwijkend beding in de arbeidsovereenkomst nietig. Vordering werknemer tot betaling van misgelopen reiskostenvergoeding toegekend. 24-06-2015
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Voor toepassing van artikel 2, vierde lid, Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen is onder meer vereist dat het vorderbare fulltime salaris in het refertejaar ondanks vordering in dat jaar niet of niet geheel inbaar is gebleken. Het is aan werknemer om aan te tonen dat hij op niet mis te verstane wijze de werkgever in het refertejaar heeft gemaand het vorderbare loon aan hem uit te keren. 20-04-2016
- Centrale Raad van Beroep In het geval een belanghebbende werkgever de (mate van) arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werknemer betwist, brengt de aard van de betrokken belangen mee dat UWV het besluit ten aanzien van die arbeidsongeschiktheid zorgvuldig, goed onderbouwd en inzichtelijk motiveert. 20-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Onder loon wordt mede verstaan het loon waarvan de werknemer aantoont dat dit in het refertejaar vorderbaar, maar niet tevens inbaar is geworden. Appellant heeft werkgever tijdens de referteperiode echter niet gemaand om het fulltime salaris te betalen, waardoor het achterstallig loon niet als loon wordt beschouwd. 20-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Het begrip grove schuld dient in het kader van de beoordeling van de evenredigheid van een opgelegde boete in socialezekerheidszaken op dezelfde wijze te worden uitgelegd als in het materiële strafrecht en het fiscale boeterecht. 20-04-2016
- Centrale Raad van Beroep UWV heeft schending van informatieplicht wegens gefingeerd dienstverband niet voldoende aannemelijk gemaakt en ten onrechte de betaalde WW- en ZW-uitkering ingetrokken en teruggevorderd. 20-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Tijdelijke vermindering van het aantal uren dat appellante binnen kantooruren kan werken als gevolg van een revalidatietraject leidt niet noodzakelijkerwijs tot een urenbeperking. Uit de FML blijkt niet dat zij beperkt is voor het werken buiten kantooruren. Vereist is dan wel dat de aan de schatting ten grondslag gelegde functies wisselende diensten kennen. 18-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Het door appellante nagestreefde resultaat (volledige arbeidsongeschiktheid) heeft voor haar geen feitelijke betekenis omdat sowieso geen inkomenseis geldt wegens de inmiddels toegekende IVA-uitkering. Procesbelang ontbreekt. 15-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Werkzaamheden verricht in hennepkwekerij zijn terecht door UWV aangemerkt als zelfstandige werkzaamheden. UWV heeft dan ook terecht WW-uitkering met terugwerkende kracht ingetrokken. 13-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Er bestaat geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de inschattingen die de bedrijfsarts heeft gemaakt van de behandeling van werkneemster. Ten onrechte is een ziekengeldsanctie opgelegd aan de eigenrisicodrager. 13-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Ontslagname is een benadelingshandeling die leidt tot gehele en blijvende weigering van de uitkering op grond van ZW, tenzij het werknemer in overwegende mate niet valt te verwijten. 06-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Niet aannemelijk is gemaakt dat appellant een deugdelijke grond had om in zo beperkte mate re-integratieactiviteiten te ontplooien. UWV heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat hij verplicht was de ZW-uitkering (deels) op appellant te verhalen. 06-04-2016
- Centrale Raad van Beroep Herziening of intrekking ZW-uitkering met terugwerkende kracht is in dit geval toegestaan, omdat appellant moest begrijpen dat hij geen recht had op ZW. In dit geval geen strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. 23-03-2016