Naar boven ↑

Update

Nummer 37, 2016
Uitspraken van 05-09-2016 tot 11-09-2016
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

1000ste uitspraak 2016 gaat over de ideenbusje van DAF
De 1000ste uitspraak valt vroeg dit jaar (onbedoeld effect van de WWZ?). En wat voor een uitspraak! Nog niet eerder zag ik een zaak bij het hof waarin werknemers vergoeding vorderden van de werkgever vanwege een door hen ingediend en door de werkgever overgenomen idee uit de ideenbus. Hoewel werknemers van de werkgever een compensatie hadden gekregen van ongeveer 150 per persoon, claimden zij 5000 per persoon. Het hof wijst de vorderingen af. Volgens het hof is het compenseren van werknemers helemaal aan de werkgever (binnen de bandbreedte van het goed werkgeverschap). Van een dusdanige kostenbesparend idee dat werknemers met recht de maximale vergoeding van 15.000 kunnen claimen is naar het oordeel van het hof geen sprake. Een bijzondere uitspraak voor een bijzonder AR-nummer: AR 2016-1000.

Tijdstip beoordeling herplaatsingsmogelijkheden werkgever
In AR 2016-0999 staat de interessante vraag centraal of een na het einde van de arbeidsovereenkomst vrijgekomen functie dient te worden meegenomen in de beoordeling van artikel 7:669 lid 1 BW jo. artikel 9 en 10 Ontslagregeling. Naar het oordeel van het hof is dit niet het geval. Volgens het hof was de overeenstemming tussen werkgever en de collega van werknemer pas na het ontslag van werknemer bereikt. Omdat een andere collega op grond van de wederindiensttredingsvoorwaarde in aanmerking kwam voor de functie, bleef werknemer baanloos.

Ontbinding arbeidsovereenkomst (h-grond) na nog geen drie maanden leidt tot ernstig verwijtbaar handelen werkgever. Billijke vergoeding 30.000
In AR 2016-0989 oordeelt het hof dat de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer terecht is ontbonden op de h-grond. Werkgever heeft kort na aanvang van het dienstverband aan werknemer te kennen gegeven dat er geen match is. Werknemer heeft de aanvankelijk gesloten vaststellingsovereenkomst met een beroep op artikel 7:670b BW ontbonden en een ontslagvergoeding geist van 100.000. Dit heeft tot een verdere verstoring van de arbeidsverhoudingen geleid. Aangezien de kantonrechter de arbeidsovereenkomst terecht heeft ontbonden, is er geen grond voor herstel noch voor het toekennen van een billijke vergoeding in plaats van herstel in de zin van artikel 7:683 lid 3 BW. Als uitgangspunt wordt genomen dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werkgever als bedoeld in artikel 7:671b lid 8 onderdeel c BW. De wijze waarop werkgever werknemer buiten de organisatie heeft geplaatst, zonder hem een rele kans te geven zich te conformeren aan de door werkgever gewenste werkwijze, kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen. Aan werknemer wordt een billijke vergoeding toegekend van 30.000. Bij de bepaling van de hoogte wordt onder andere in aanmerking genomen dat werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding vanwege zijn korte dienstverband.

Schending informatieplicht overgang van onderneming leidt niet tot schadevergoeding wegens ontbreken causaal verband
In AR 2016-0997 staat de vraag centraal of schending van de informatieplicht bij overgang van onderneming tot een schadevergoeding aanleiding geeft. Werknemer heeft bij de verkrijger een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten naar Duits recht. Nadat hij wegens ziekte uitvalt, claimt hij het gemis aan loondoorbetaling tussen de 78 weken in Duitsland en 104 weken in Nederland. Het hof stelt vast dat werkgever de informatieplicht heeft geschonden, maar dat het causaal verband tussen de schade en de normschending ontbreekt.

Aanzegging van een onbepaaldetijdscontract moet worden beschouwd als opzegging
In AR 2016-0993 oordeelt de kantonrechter over het volgende. De arbeidsovereenkomst met werkneemster werd in maart 2015 verlengd tot 23 april 2016. Bij brief van 30 juni 2015 heeft werkgever werkneemster bericht dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juli 2015 wordt omgezet naar een vaste aanstelling voor 28 uur in de week. Bij brief van 10 maart 2016 heeft werkgever werkneemster medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst op 23 april 2016 afloopt. Naar het oordeel van de kantonrechter moet in dit geval de aanzegging als opzegging worden beschouwd, zodat de vervaltermijn van artikel 7:686a BW is verstreken.

AR Poll
75% is het eens met de stelling: De Wet DBA werkt averechts: zzpers betalen de rekening.
De nieuwe stelling luidt: In 2017 zal het ontslagrecht opnieuw op de schop gaan (verkiezingsjaar).
Breng hier uw stem uit.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep