Update
AR Annotatie: G-grond gegrond? De verstoorde arbeidsverhouding als ventiel van het nieuwe ontslagrecht
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Saskia Peters. In dit overzichtsartikel gaat Peters in op de vraag wat de reikwijdte is van de g-grond en hoe deze in de praktijk wordt toegepast (in het bijzonder de verhouding tot de oude Beleidsregels Ontslagtaak UWV bij de verstoorde arbeidsverhouding). Peters constateert en concludeert dat de g-grond meer ruimte biedt dan veelal wordt/werd gedacht en echt het ventiel van het nieuwe ontslagrecht is. Klik hier om haar analyses te lezen.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW is onregelmatige-opzeggingsvergoeding, eventuele schade wegens seksuele intimidatie via artikel 7:611 BW
In AR 2016-1157 laat de kantonrechter zich uit over de aard van de 681-vergoeding. De hoogte van deze billijke vergoeding moet dan gerelateerd zijn aan de grondslag hiervoor, te weten: de niet-regelmatige opzegging door werkgever wegens het ontbreken van schriftelijke instemming van werkneemster. Indien werkneemster meent dat zij door de billijke vergoeding onvoldoende compensatie geboden krijgt voor de schade die zij lijdt als gevolg van de gedragingen van werkgever dan wel B tijdens de arbeidsovereenkomst die als slecht werkgeverschap zijn te kwalificeren, kan zij wellicht, bijvoorbeeld op grond van artikel 7:611 BW, vergoeding van die schade vorderen van werkgever en/of B zelf. Bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding zijn de volgende omstandigheden van belang. De arbeidsovereenkomst zou, partijen zijn het hierover eens, gelet op de duur van de BBL, eindigen op 31 juli 2018. Hierdoor bedraagt de loonschade, gerekend vanaf 1 mei 2016 (na de fictieve opzegmaand), van de voortijdige onregelmatige opzegging maximaal (27 maanden x 690,66 bruto) 18.647,82 bruto. Niet uitgesloten is echter dat werkneemster na de (onregelmatige) opzegging van de arbeidsovereenkomst per 1 april 2016 bij een ander leerbedrijf haar BBL zou kunnen voortzetten. De duur van vertraging die werkneemster vanwege de onregelmatige opzegging mogelijk zou oplopen, zou, schattenderwijs, beperkt zijn tot enkele maanden. Gelet op al deze omstandigheden, waaronder dus ook de onregelmatigheid van de opzegging zelf, stelt de kantonrechter de door werkgever aan werkneemster te betalen billijke vergoeding vast op een bedrag van 7.500 bruto.
Ontbinding na onterecht ontslag op staande voet leidt tot 60.000 billijke vergoeding omdat het niet mogelijk moet zijn een verstoorde arbeidsverhouding te veroorzaken zonder een financile compensatie van enige omvang verschuldigd te zijn
In AR 2016-1158 staat ook de billijke vergoeding centraal, maar dan wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever omdat hij ontbinding verzocht bij een nietig ontslag op staande voet. Naast de transitievergoeding van ruim 63.000 kent de kantonrechter een billijke vergoeding toe. Bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding worden alle omstandigheden meegewogen (zie ook Hof s-Hertogenbosch 4 februari 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:320). Onder meer weegt mee de leeftijd van werknemer (56 jaar), duur van het dienstverband (ruim 36 jaar) en het ernstig verwijtbaar handelen van werkgeefster. Voorts heeft werknemer rugklachten, waarvoor hij driemaal is geopereerd en is beperkt in zijn werkzaamheden. Deze beperkingen heeft werkgeefster erkend en rekening houdende daarmee de functie van werknemer aangepast. Hoogstwaarschijnlijk zal het voor werknemer, vanwege zijn leeftijd n beperkingen, dan ook lastiger zijn om inkomsten uit arbeid te verwerven ter hoogte van zijn huidige salaris. Tot slot wordt meegewogen dat het niet mogelijk moet zijn een verstoorde arbeidsverhouding te veroorzaken zonder een financile compensatie van enige omvang verschuldigd te zijn. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op 60.000 bruto.
Wijzigen van verzoek van vernietiging opzegging in verzoek om een billijke vergoeding (switch) ter zitting, buiten de vervaltermijn van twee maanden (art. 7:686a BW), is geldig
In AR 2016-1160 oordeelt de kantonrechter over de vraag of een switch van vernietiging naar billijke vergoeding buiten de vervaltermijn van twee maanden is toegestaan. Nu in de bewoordingen van artikel 7:681 BW noch in de wetsgeschiedenis aanwijzingen te vinden zijn dat deze wijziging van eis, bekend als een switch, buiten de vervaltermijn van artikel 7:686a BW niet meer mogelijk is, indien het oorspronkelijke verzoek maar tijdig is ingediend, wordt het verzoek om een billijke vergoeding beoordeeld.
Overgang van onderneming naar publieke sector: CAR-WUO verzet zich niet tegen overgang van arbeidsovereenkomsten waar ambtenaren aangesteld moeten worden
In AR 2016-1184 staat een overgang van onderneming centraal nadat de Gemeente de exploitatie van sportcomplex (weer) zelf in de hand neemt na einde huurcontract met exploitant. Het hof deelt de opvatting van de Gemeente dat de overgang van de arbeidsverhoudingen op de voet van artikel 7:663 BW niet kan bewerkstelligen dat X en Y als ambtenaren werkzaam zijn geworden voor de Gemeente. Voor een aanstelling als ambtenaar is een afzonderlijk besluit nodig, die niet van rechtswege wordt verkregen. De Gemeente heeft echter niet inzichtelijk gemaakt dat het haar wettelijk niet zou zijn toegestaan om de op 1 februari 2012 bestaande arbeidsovereenkomsten van X en Y te eerbiedigen. Artikel 2:5 CAR-UWO staat daaraan niet in de weg. Het hof is van oordeel dat uit dit artikel weliswaar volgt dat de Gemeente slechts oproepovereenkomsten kan sluiten naar burgerlijk recht, maar dat daarin niet valt te lezen dat het de Gemeente niet is toegestaan om arbeidsovereenkomsten die ingevolge een wettelijke regeling van rechtswege op haar zijn overgegaan te eerbiedigen (maar dat zij die arbeidsovereenkomsten zou dienen te verbreken).
Hoger beroep BIOS-zaak: toch geen overgang van onderneming
In AR 2016-0838 oordeelde de Rotterdamse kantonrechter dat ondanks het ontbreken van overname van (leasecontracten van) taxis, toch sprake was van een overgang van onderneming in de Wmo-taxibranche. In hoger beroep (kort geding) oordeelt het hof anders (AR 2016-1177). Volgens het hof is sprake van overname van een wezenlijk deel van het personeel noch van wezenlijke materile activa. Veel minder personeelsleden zijn overgegaan (hebben het aanbod van Connexxion aanvaard), dan de kantonrechter in eerste aanleg vermoedde.
Transitievergoeding na doorstart uit faillissement: geen zodanige banden bij artikel 7:673 lid 4 onderdeel b BW
In AR 2016-1180 oordeelt de kantonrechter over de vraag of voor de berekening van de transitievergoeding een doorstart uit faillissement ruim voor de WWZ toch effect sorteert op grond van artikel 7:673 lid 4 onderdeel b BW. Dit is het geval, aldus de kantonrechter. De wettekst van artikel 7:673 lid 4 onderdeel b BW is helder en heeft onmiddellijke werking. Er is geen aanwijzing dat de wetgever zou hebben bedoeld dat niettemin in dit kader bij de vraag of er ten tijde van de indiensttreding bij werkgever sprake was van elkaars opvolger moet worden gekeken naar het oude voor 1 juli 2015 geldende recht, in het bijzonder naar het zodanige banden-criterium. Dat criterium dient voor de beoordeling van deze zaak daarom geen rol te spelen. Partijen waren het erover eens dat de door werknemer verrichte arbeid bij werkgever van aanvang af hetzelfde was als het werk dat hij bij X verrichtte. De slotsom hieruit is dat vrijwel dezelfde arbeid werd verricht zodat de beide verschillende werkgevers redelijkerwijs als elkaars opvolger moeten worden aangemerkt. Die gevolgtrekking brengt mee dat in beginsel bij de berekening van de transitievergoeding de periode dat werknemer bij X heeft gewerkt moet worden meegeteld. Het beroep van werkgever op artikel 7:673c lid 1 BW gaat niet op. Naar het oordeel van de kantonrechter moet worden aangenomen dat deze bepaling enkel ziet op werknemers die voorafgaand of na de faillietverklaring worden ontslagen en niet weer in dienst worden genomen en dus niet op werknemers die kort na dat ontslag bij een overname in dienst zijn genomen door de overnemer en aldus via opvolgend werkgeverschap worden geacht in dienst te zijn gebleven. In dat geval geldt immers, gelet op het voorgaande, dat de arbeidsperiode van voor het faillissement ook meetelt voor de berekening van de transitievergoeding.
AR Poll
De stemmen staken; 50% is het eens en 50% is het niet eens met de stelling: De ontslaggronden dienen slechts aannemelijk te worden gemaakt door de werkgever.
De nieuwe stelling luidt: Er dient een wettelijke vergoedingsplicht bij het concurrentiebeding te komen. Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verzoek herstel arbeidsovereenkomst afgewezen. Wel heeft de kantonrechter op te korte termijn ontbonden. Vermoeden van onder meer bipolaire stoornis en depressiviteit werknemer. Mede daardoor geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen werknemer. 20-10-2016
- Gerechtshof Den Haag Hoger beroep BIOS-zaak: geen sprake van overgang van onderneming wegens ontbreken overname wezenlijke activa WMO-vervoer en wezenlijk deel van het personeel. 18-10-2016
- Gerechtshof Den Haag Doorstart waarbij voormalig directeur ‘vestigingsdirecteur’ wordt van de doorstart leidt tot ‘zodanige banden’-criterium. Ketenregeling opvolgend werkgeverschap. 18-10-2016
- Gerechtshof Den Haag Het slapend laten voortbestaan door werkgever van de arbeidsovereenkomst van partijen om op die manier te ontkomen aan het betalen aan werkneemster van de transitievergoeding bij het einde van de arbeidsovereenkomst, is rechtens niet ongeoorloofd. 14-10-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Disfunctioneren. Ontbinding op grond van de d-grond op verzoek van werkgever houdt stand. Afwijzing van het incidentele verzoek ex artikel 843a Rv. 12-10-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Dat de CAO Grafimedia niet geheel is nageleefd, in die zin dat de vakbonden niet voorafgaand op de hoogte van het reorganisatieplan zijn gebracht, is onvoldoende om te concluderen dat het ontslag van dertien werknemers kennelijk onredelijk is (oud ontslagrecht). 11-10-2016
- Gerechtshof Amsterdam Werknemer heeft schade geleden na een arbeidsongeval waarbij vastgevroren modder en/of stenen op zijn hoofd en nek zijn gevallen. Werkgever krijgt bewijsopdracht, maar slaagt er niet in de toedracht van het arbeidsongeval te bewijzen. 11-10-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Aanhouding voor nadere bewijsvoering schadebegroting na onrechtmatige concurrentie. 11-10-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Gemeente neemt exploitatie van sportcomplex (weer) zelf in de hand nadat de huurovereenkomst met de exploitant is beëindigd. Dit vormt een overgang van onderneming. Artikel 2:5 CAR-UWO staat daaraan niet in de weg. 11-10-2016
- Gerechtshof Amsterdam Hof oordeelt dat, zonder nader onderzoek, niet tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst had mogen worden overgegaan. Herstel van de arbeidsovereenkomst blijkt vanwege feitelijke omstandigheden niet meer mogelijk, toekenning billijke vergoeding aan werkneemster. 11-10-2016
- Gerechtshof Den Haag Kwalificatievraag. De titel en de inhoud van de overeenkomst wijzen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Ook toetsing aan artikel 7:610 BW leidt tot die uitkomst. Uitleg salarisbepaling. 27-09-2016
- Gerechtshof Amsterdam Op voorhand ‘stilzwijgend verlengen’ arbeidsovereenkomst bepaalde tijd leidt tot nietig concurrentiebeding wegens WWZ. 27-09-2016
- Gerechtshof Amsterdam Vervolg tussenarrest. Betaalde bedragen en nabetalingen zijn correct berekend. Wettelijke verhoging gemaximeerd tot 20%. 05-07-2016
- Gerechtshof Den Haag Ontbinding op de d-grond afgewezen. Werkgever heeft te snel geconstateerd dat werknemer ongeschikt was voor de functie die hij vervult. Bovendien is werknemer onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren. 05-07-2016
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Werkgever is onregelmatigheidstoeslag verschuldigd over vakantie- en verlofuren verpleegkundige. 19-10-2016
- Rechtbank Noord-Nederland Toewijzing vorderingen van werknemer tot tewerkstelling en rectificatie, hangende een ontslagprocedure wegens reorganisatie. 19-10-2016
- Rechtbank Rotterdam Toewijzing ontbindingsverzoek (g-grond). Het staat de werkgever vrij om bij afwijzing van een ontbindingsverzoek op initiatief van de werknemer een eigen ontbindingsverzoek (op een andere grond) in te dienen. Hoger beroep tegen eerdere beschikking hoeft niet te worden afgewacht. 13-10-2016
- Rechtbank Amsterdam Wijzigen van verzoek van vernietiging opzegging in verzoek om een billijke vergoeding (‘switch’) ter zitting, buiten de vervaltermijn van twee maanden (art. 7:686a BW), is geldig. Ontslag op staande voet wegens volharding in standpunt dat aanspraak bestaat op achterstallig loon is niet rechtsgeldig. Billijke vergoeding € 10.000 bruto. 05-10-2016
- Rechtbank Noord-Nederland Ontbinding arbeidsovereenkomst Thuisbegeleider wegens verstoorde arbeidsrelatie. Werkgever heeft zich voldoende inspanningen getroost om werkneemster tegemoet te komen en te trachten haar op een andere functie binnen de organisatie aan te stellen. Wel transitievergoeding. Geen billijke vergoeding. 05-10-2016
- Rechtbank Amsterdam Toekenning billijke vergoeding van € 15.000 aan werknemer die nog maar kort in dienst is, nadat werkgever vrijwel direct na eerste uiting van kritiek op het functioneren van werknemer, het initiatief heeft genomen tot beëindiging dienstverband. Strijd met goed werkgeverschap. 05-10-2016
- Rechtbank Midden-Nederland Kantonrechter bevoegd (art. 7:658 lid 4 BW), ook indien eiser geen werknemer is. Verzekeraar wordt aangesproken op grond van artikel 7:954 BW; kantonrechter onbevoegd. Rechtbank ziet af van ambtshalve verwijzing; onpraktisch als beslissingen niet door dezelfde rechter genomen worden. 05-10-2016
- Rechtbank Amsterdam Werkgever handelt ernstig verwijtbaar door telkenmale al bij voorbaat te twijfelen aan de geschiktheid van werkneemster voor een voor haar passende functie en haar de passende functie van Beleidsadviseur Privacy niet onvoorwaardelijk aan te bieden. Toekenning billijke vergoeding (art. 7:682 lid 1 BW) van € 35.000. 04-10-2016
- Rechtbank Overijssel Arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig geëindigd door het sluiten van de (leer-)arbeidsovereenkomst. Geen sprake van instemming met einde arbeidsovereenkomst. (Leer-)arbeidsovereenkomst niet tot stand gekomen; geen (onvoorwaardelijke) aanvaarding werkneemster. 26-09-2016
- Rechtbank Amsterdam Ontbinding vanwege verstoorde arbeidsverhouding. Werkgever is naast de contractuele vergoeding (waarin begrepen de transitievergoeding) een aanvullende billijke vergoeding (waarvan de hoogte gelieerd is aan de resterende duur van de arbeidsovereenkomst) verschuldigd. 29-08-2016
- Rechtbank Gelderland Opzegging zonder instemming. Billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW moet worden gerelateerd aan de grondslag hiervoor: de niet-regelmatige opzegging. Eventuele aanvullende schadevergoeding (werkneemster stelt dat sprake is van seksuele intimidatie), kan bijvoorbeeld op grond van artikel 7:611 BW worden gevorderd. 27-07-2016
- Rechtbank Gelderland Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie nadat ontslag op staande voet is vernietigd. Ernstig verwijtbaar handelen door werkgeefster, waardoor duur ontbindingsprocedure niet in mindering mag worden gebracht op opzegtermijn. Billijke vergoeding € 60.000 bruto. 27-07-2016
- Rechtbank Gelderland Afwijzing ontbindingsverzoek directiesecretaresse. Werkneemster is onvoldoende van disfunctioneren in kennis gesteld en er is geen verbetertraject gevolgd. Verstoorde arbeidsrelatie is aan werkgeefster te wijten. De gestelde verstoring in de verhoudingen is immers gelegen in het standpunt van werkgeefster dat werkneemster disfunctioneert. 20-07-2016
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Werkneemster hoeft gezondheidsklachten bij sollicitatie alleen te melden indien zij had moeten begrijpen dat deze klachten belemmerend voor haar werkzaamheden zouden kunnen zijn, waarvan in dit geval geen sprake is geweest. Afwijzing ontbindingsverzoek (oud ontslagrecht). 04-11-2016
- Centrale Raad van Beroep Voor de beoordeling of betrokkene zijn normale woonplaats in Nederland of in Polen heeft, zijn niet de formele indicaties doorslaggevend, maar zijn de concrete feiten en omstandigheden bepalend. 07-10-2016
- Centrale Raad van Beroep Als uitgangspunt geldt dat het oordeel van een onafhankelijke deskundige wordt gevolgd. Indien appellante niet meewerkt aan psychiatrisch onderzoek komt dit voor haar rekening en risico. 14-09-2016
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Gelderland Werkgevers dienen in casu redelijkerwijs als elkaars opvolger te worden aangemerkt. Voor de berekening van de hoogte van de transitievergoeding moet de periode dat werknemer bij de eerste werkgever heeft gewerkt worden meegeteld. 2016-10-03
- Rechtbank Noord-Nederland Werkgever is achterstallig loon verschuldigd aan hulpkok, die werkzaam was op basis van een mondelinge arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Vaststelling arbeidsomvang aan de hand van rechtsvermoeden. Hoogte uurloon wordt, nu Horeca-CAO niet van toepassing is, vastgesteld op grond van de WML. 2016-10-19