Update
WWZ Update
In de maand oktober zijn maar liefst 40 ontbindingsbeschikkingen gepubliceerd. Ten opzichte van de maand september (24) betekent dit een stijging van 67%. Hieruit lijkt te kunnen worden afgeleid dat het aantal ontbindingsprocedures geleidelijk aan weer wat toeneemt.
Van de 32 beschikkingen is maar liefst 73% (29 uitspraken) een toewijzing van het ontbindingsverzoek. Sinds de invoering van de WWZ is het percentage toewijzingen niet zo hoog geweest. Hoewel het wellicht wat voorbarig is om nu al te concluderen dat de rechterlijke toetsing langzaamaan minder streng wordt, is dit een ontwikkeling die wij de komende maanden zeker in de gaten blijven houden.
Ten aanzien van de billijke vergoeding kan worden geconcludeerd dat in de maand oktober 7 billijke vergoedingen zijn toegekend. Dit is een bijzonder groot aantal ten opzichte van de voorgaande maanden (resp. 2 (september), 3 (augustus), 4 (juli) en 0 (juni)). De gemiddelde omvang is met 34.512 vergelijkbaar met de gemiddelde omvang van de billijke vergoeding in september, maar hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat de relatieve hoogte van de billijke vergoeding met 4,56 maandsalarissen per dienstjaar beduidend hoger ligt. Nuancering die hierbij moet worden aangetekend is dat de uitspraak in AR 2016-1157 met 21,71 mnd/dj zodanig hoog is dat hier een enorm opstuwend effect van uitgaat. Zelfs wanneer deze uitspraak buiten de berekening wordt gehouden, dan leveren de resterende 6 beschikkingen nog een gemiddelde relatieve hoogte op van 1,71 mnd/dj welke nog steeds beduidend hoger is dan in de voorgaande maanden. In de maand oktober 2016 is aldus een relatief hoge billijke vergoeding waarneembaar.
Mr. dr. P. Kruit en D.A.D. Mees
Klik hier voor meer details en toelichtingen op de grafiek.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.
Hoge Raad: Allocatiefunctie geen vereiste voor uitzendovereenkomst ex 7:690 BW
De Hoge Raad heeft afgelopen vrijdag arrest gewezen in de Care4Care-zaak (AR 2016-1230). In deze zaak stond de vraag centraal of bij (tijdelijke) detachering van personeel sprake is van uitzending in de zin van artikel 7:690 BW. De werkgever Care4Care betoogde van niet, omdat in casu geen sprake zou zijn van een allocatieve functie bij de tewerkstelling bij derden. De Hoge Raad oordeelt evenwel dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:690 BW niet kan worden afgeleid dat voor het aannemen van een uitzendovereenkomst andere vereisten gelden dan vermeld in deze bepaling. De tekst van artikel 7:690 BW eist niet dat de bij de derde te verrichten arbeid tijdelijk is, noch impliceert deze een beperkende allocatiefunctie als door het onderdeel wordt bepleit. Uit de toelichting op het artikel blijkt dat de wetgever heeft beoogd dat ook andere driehoeksrelaties dan de kort gezegd klassieke uitzendrelatie onder de reikwijdte van de bepaling zouden vallen, mits aan de begripsomschrijving wordt voldaan (Kamerstukken II 1996/97, 25263, 3, p. 9-10). De wetsgeschiedenis biedt geen aanknopingspunt voor de veronderstelling dat de wetgever in artikel 7:691 BW aan het begrip uitzendovereenkomst een andere betekenis heeft willen geven dan in artikel 7:690 BW. Gelet op de plaatsing van beide artikelen in een afzonderlijke afdeling in de wet, waarbij artikel 7:690 BW de begripsomschrijving en artikel 7:691 BW enkele regels geeft, ligt zon andere betekenis ook niet voor de hand. Voor zover de toepassing van de regels van artikel 7:691 BW in nieuwe driehoeksrelaties als payrolling zou leiden tot resultaten die zich niet laten verenigen met hetgeen de wetgever bij de regeling van artikel 7:690-7:691 BW voor ogen heeft gestaan, is het in de eerste plaats aan de wetgever om hier grenzen te stellen. Dat neemt niet weg dat de rechter bij de toepassing de mogelijkheid heeft de regels van artikel 7:691 BW zo uit te leggen dat strijd met de ratio van die regels wordt voorkomen, dan wel dat hij een beroep op die regels naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan oordelen. In het onderhavige geval is een en ander echter niet aan de orde.
Ambtelijke aanstelling telt mee voor berekening transitievergoeding bij opvolgend werkgeverschap/arbeidsongeschiktheidsuitkering onderwijs geen voorziening overgangsrecht
Het gerechtshof (AR 2016-1231) oordeelde afgelopen week dat voor de berekening van de transitievergoeding ook voorafgaande ambtelijke aanstellingen meetellen, indien sprake is van opvolgend werkgeverschap. Dat een transitievergoeding niet verschuldigd is bij aanstellingen maar enkel arbeidsovereenkomsten, staat niet in de weg aan het meetellen van de ancinniteit van de werknemer bij de voorgaande werkgever ook wanneer dat op basis van een aanstelling plaatsvond.
In deze beschikking oordeelde het hof bovendien dat een AAOP-uitkering en de IPAP-uitkering geen voorzieningen in de zin van artikel XXII lid 7 WWZ zijn.
(Red.: zie ook AR 2016-1251 over de toepassing van artikel 3 Besluit samenloop transitievergoeding in een geval waarin werknemer geen afstand doet van een hogere rechtspositionele uitkering. Het beroep van werkgever op artikel 6:248 BW omdat deze rechtspositionele uitkering substantieel hoger is dan de transitievergoeding, wordt afgewezen.)
Bewust onregelmatig opzeggen wegens onzekerheid over samenloopregeling transitievergoeding per 1 juli 2016 leidt niet tot schending van artikel 7:611 BW en/of additionele schadevergoeding
In AR 2016-1256 staat de vraag centraal of het bewust onregelmatig opzeggen tot additionele schadevergoeding leidt (al dan niet op grond van art. 7:611 BW). De werkgever zegde de arbeidsovereenkomst met werknemer op per 1 juni 2016 en kende de werknemer geen transitievergoeding toe op grond van artikel 2 Besluit samenloopregeling transitievergoeding. Werknemer voerde aan dat hij bij regelmatige opzegging recht zou hebben gehad op een transitievergoeding omdat de CAO VVT dan niet meer krachtens het besluit van toepassing zou zijn. Volgens de kantonrechter is er geen mogelijkheid om een opzegging op grond van de onregelmatigheid ervan te vernietigen of op die grond een billijke vergoeding toe te kennen. De regeling van artikel 7:672 lid 10 BW is de enige toegelaten sanctie. Van misbruik van recht is evenmin sprake, ook wanneer de werkgever bewust opzegt om bovengenoemde redenen.
Looptijd van de cao: overgangsrecht ketenregeling bij automatische verlening van cao bij opzegging
In AR 2016-1226 staat de interessante vraag centraal wat heeft te gelden als cao-partijen de lopende cao opzeggen terwijl in de cao een automatische verlengingsclausule staat indien niet aansluitend een nieuwe cao wordt getroffen. Geldt de oude ketenregeling uit de cao dan als gedurende de looptijd van de cao te respecteren ketenregeling op grond van het overgangsrecht WWZ? Het antwoord van de rechter hierop luidt ontkennend. In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3 p. 127) is met betrekking tot het overgangsrecht vermeld dat na het aflopen van de cao het nieuwe recht van toepassing is. In de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II 2013/14, 33818, 7, p. 37) wordt de expiratiedatum genoemd als moment tot wanneer de afwijkingsmogelijkheid blijft gelden. De vakbonden hebben op 22 december 2014 de cao bewust opgezegd. Uit de opzegging door de cao-partijen moet worden afgeleid dat zij hebben bedoeld de cao per 1 juli 2015 haar gelding te laten verliezen. Door de opzegging is de looptijd van de CAO PO 2014-2015 dus geindigd per genoemde datum. Dat de cao zelf bepaalt dat deze nog van kracht blijft totdat een nieuw akkoord is bereikt, doet aan het feit dat de looptijd van de cao is verstreken niet af. Nu de cao op 1 juli 2015 is gexpireerd, is de nieuwe ketenregeling direct van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers.
Uitleg artikel 55 Bouwnijverheid-cao: vergoeding kosten van huisvesting ziet op situatie dat terugkeer naar standplaats van waaruit arbeid wordt verricht onredelijk zou zijn en niet land van herkomst werknemer
In AR 2016-1238 oordeelt het hof over de uitleg van artikel 55 Bouwnijverheid-cao. Dit artikel bepaalt dat, als het werk zo ver van de woning van de werknemer gelegen is dat dagelijks huiswaarts keren van de werknemer onredelijk zou zijn, de werkgever dient te zorgen voor (een vergoeding van), onder meer, voeding en behoorlijke huisvesting. De bepaling van artikel 55 lid 1 van de cao voor de Bouwnijverheid laat geen andere uitleg toe dan dat met woning in de zin van dat artikel wordt bedoeld de woning waarin zij ten tijde van het verrichten van hun arbeid wonen, te weten de woning in Nederland en niet de eventuele woning in het land van herkomst. Het is evident dat de onderhavige bepaling betrekking heeft op werknemers die op verzoek van hun werkgever arbeid verrichten ver van hun woning en daardoor onredelijk lange reistijden kunnen hebben en in zoverre bescherming behoeven. Het gevolg is dat de werkgever terecht huisvestingkosten verrekent op zijn (buitenlandse) werknemers.
Onverwijld opzeggen per WhatsApp: roken joint tijdens werktijd rechtvaardigt geen ontslag op staande voet
In AR 2016-1223 oordeelt de kantonrechter dat de bevestiging van het ontslag op staande voet per WhatsApp voldoende is om onverwijlde opzegging aan te nemen. Er is evenwel geen sprake van een dringende reden, nu een minder vergaande maatregel had kunnen volstaan.
Niet tijdig reageren op verzoek tot aanpassing arbeidsduur (Wet flexibel werken) leidt tot honorering verzoek ongeachte eventuele zwaarwegende bedrijfsomstandigheden
In AR 2016-1250 oordeelt de rechter dat te laat reageren op een Wfw-verzoek betekent dat het verzoek van de werknemer dient te worden gehonoreerd. Dat een re-integrerende werknemer volgens werkgever niet in vier dagen arbeid kan verrichten, is iets waarover partijen na de wijziging van de arbeidsduur met elkaar in goed overleg moeten zien uit te komen.
AR Poll
46% is het eens met de stelling: Chauffeurs die voor Uber rijden zijn werknemers.
De nieuwe stelling luidt: Door de Care4Care-uitspraak herleeft payrolling: iedereen een uitzendbeding! Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Met vriendelijke groet,
Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geen g-grond bij verlies vertrouwen in hoofd administratie die ‘fouten’ maakt. Het niet tewerkstellen in oude functie na veroordeling in eerste aanleg, leidt evenmin tot ‘duurzaam en ernstig’ verstoorde arbeidsrelatie. 01-11-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vordering tot wijziging getuigschrift wegens vermeende onjuistheden afgewezen. 01-11-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Contracting of uitzending? Onderbetaling van arbeidskrachten in de scheepsbouw? Boetebesluit en oordeel Raad van State hebben geen gezag van gewijsde in civiele procedure. Bewijsopdracht. 01-11-2016
- Gerechtshof Den Haag Ambtelijke aanstelling telt mee voor berekening transitievergoeding bij opvolgend werkgeverschap. AAOP-uitkering en de IPAP-uitkering geen voorziening in de zin van artikel XXII lid 7 WWZ. 01-11-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Gewezen WNT-bestuurder woningcorporatie behoudt contractuele ontslagvergoeding van bijna € 600.000 op grond van overgangsrecht. Beroep stichting op uitleg beding, artikel 6:248 en 6:258 BW faalt. 01-11-2016
- Gerechtshof Amsterdam Ontslag op staande voet terecht. Grensoverschrijdend gedrag van therapeut. Voorwaardelijke ontbinding na geldig ontslag op staande voet. 25-10-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitleg cao-bepaling. Werkgever is niet op grond van artikel 55 CAO Bouwnijverheid of enige andere wettelijke bepaling of overeenkomst gehouden de huisvesting in Nederland te vergoeden. Het staat werkgever en bij haar werkzame arbeidsmigranten dan ook vrij op de voet van artikel 22 CAO NBBU overeen te komen dat het brutoloon van arbeidsmigranten wordt ingeruild tegen huisvestingskosten. 25-10-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Negatieve houding en communicatie werkneemster met en tussen haar leidinggevenden leidt tot g-grond. Geen verband met OR-lidmaatschap. 18-10-2016
- Gerechtshof Amsterdam Internationaal privaatrecht. Tijdelijke tewerkstelling van werknemer Marokkaanse luchtvaartmaatschappij in Nederland. Rechtsmacht Nederlandse rechter. Toepasselijk recht. Werkgever bevoegd tot terugroeping werknemer met inachtneming opzegtermijn van zes maanden. 04-10-2016
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Gelet op omstandigheden (het niet ontvangen van loon en de financiële gevolgen voor werknemer terwijl hij bezig was zijn bedrijf over te dragen aan werkgever) had werkgever moeten volstaan met een minder zware sanctie. Vernietiging ontslag op staande voet. Ontbinding (g-grond) toegewezen. 03-11-2016
- Rechtbank Amsterdam Het tot driemaal toe vervreemden van omzetgelden van werkgever levert een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Het voorgaande levert tevens ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster op, zodat de transitievergoeding niet verschuldigd is. 31-10-2016
- Rechtbank Overijssel Het met opzet onregelmatig opzeggen van de arbeidsovereenkomst levert geen misbruik van recht op. Geen transitievergoeding dan wel schadevergoeding vanwege schending van artikel 7:611 BW verschuldigd. De regeling van artikel 7:672 lid 10 BW is de enige toegelaten sanctie. 31-10-2016
- Rechtbank Oost-Brabant Verzoek tot vermindering arbeidsduur ex artikel 2 Wfw toegewezen. Werkgever heeft niet tijdig op het verzoek beslist, zodat het werkgever niet meer vrijstond om het verzoek op grond van zwaarwegende bedrijfsbelangen af te wijzen. 27-10-2016
- Rechtbank Oost-Brabant Door opzegging door vakbonden is de looptijd van de CAO PO 2014-2015 geëindigd per 1 juli 2015 en is de nieuwe ketenregeling direct van toepassing. Leraar is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 26-10-2016
- Rechtbank Limburg Toekenning billijke vergoeding op grond van artikel 7:673 lid 9 onderdeel b BW enkel in uitzonderlijke gevallen. Geen causaal verband tussen (vermeende) ernstige verwijtbaarheid werkgever en niet voortzetten arbeidsovereenkomst. Door werknemer geschetste verwijten passen veeleer binnen het kader van artikel 7:658 BW. 26-10-2016
- Rechtbank Limburg Ontbindingsverzoek werkgever (g-grond en e-grond) wordt afgewezen. Loonvordering werknemer wordt deels toegewezen, nu het toeslagen betreft over periodes waarin relevante cao-bepalingen algemeen verbindend waren verklaard. 21-10-2016
- Rechtbank Limburg Ontbinding arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werknemer reageert niet op verzoeken van werkgever om contact op te nemen en zegt afspraken af. Geen vergoeding. 21-10-2016
- Rechtbank Noord-Holland Niet is gebleken dat werkneemster zich niet aan haar geheimhoudingsplicht in het kader van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst heeft gehouden. Werkgeefster is dan ook gehouden haar verplichtingen uit de arbeids- en vaststellingsovereenkomst te voldoen. 19-10-2016
- Rechtbank Noord-Nederland Ontbinding (g-grond), na ingetrokken werknemersverzoek. Mediationtraject mislukt. Werkneemster wordt niet gevolgd in standpunt dat arbeidsrelatie nog kan worden voortgezet. Billijke vergoeding ad € 20.000 bruto verschuldigd. Werkgeefster heeft onder meer niet voldaan aan re-integratieverplichtingen. 19-10-2016
- Rechtbank Amsterdam Opzegging arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Geen billijke vergoeding naast transitievergoeding. Onvoldoende onderbouwd dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door zorgplicht ten aanzien van arbeidsomstandigheden en re-integratieverplichtingen niet na te komen. 14-10-2016
- Rechtbank Overijssel Grammaticale uitleg CAO SFT van begrip ‘overgang’ van vervoersconcessie na faillissement van de vervoerder. Connexxion Taxi hoeft geen baanaanbod te doen aan werknemers van eerdere vervoerder. Vergelijking van de positie van werknemers na overgang van onderneming na faillissement. 11-10-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontbindingsverzoek van werkgever (e-, d- en g-grond) wordt afgewezen. Incident tussen werknemer en bewoner zorginstelling kan ontbinding niet dragen. 11-10-2016
- Rechtbank Amsterdam Ontslag op staande voet horecamedewerker wegens roken joint onder werktijd. Ontslag is door middel van whatsappbericht onverwijld gegeven. Geen dringende reden, omdat ontslag op staande voet niet noodzakelijkerwijs uit het reglement voortvloeit en niet is gemotiveerd waarom geen minder vergaande maatregel is opgelegd. 07-10-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontbindingsverzoek werknemer toegewezen, zonder toekenning transitie- en billijke vergoeding (geen ernstig verwijtbaar handelen werkgever). Voorwaardelijk ontbindingsverzoek werkgever (voor zover werknemer diens verzoek intrekt) eveneens toegewezen, met toekenning van de transitievergoeding. 13-09-2016
- Rechtbank Noord-Holland Werkgever voldoet niet tijdig aan aanzegverplichting en is naar rato een bedrag aan loon verschuldigd. 01-09-2016
- Rechtbank Noord-Holland Afwijzing ontbindingsverzoek (e-grond). Werknemer wenst werkzaamheden voort te zetten en ziet af van mogelijkheid tot uitvoeren privéklussen op werkplaats (geschilpunt), zodat werkgeversbezwaren oplosbaar zijn. 26-jarig dienstverband. Werknemer heeft groot (financieel) belang bij voortzetting. 29-08-2016
- Rechtbank Noord-Holland Verklaring voor recht dat werkneemster aanspraak maakt op aanvullende en na-wettelijke uitkering van artikel 10d:10 e.v. en 10d:15 e.v. van het Ambtenarenreglement. Toekenning van een vergoeding die hoger is dan de transitievergoeding is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. 19-08-2016
- Rechtbank Noord-Holland Afwijzing ontbindingsverzoek wegens herhaaldelijk te laat komen. Werkneemster heeft nog niet het volledige ‘negenstappenplan’ doorlopen. 11-08-2016
- Rechtbank Noord-Holland Opzegging arbeidsovereenkomst door pakketbezorger niet rechtsgeldig, omdat niet is komen vast te staan dat hij door ondertekening van opzeggingsbrief duidelijk en ondubbelzinnig heeft verklaard dat hij met onmiddellijke ingang zijn dienstverband wilde beëindigen. Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek. 14-07-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontslag op staande voet wegens in strijd met protocollen niet controleren van geselecteerde bagage op Schiphol is rechtsgeldig. Hoewel sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, is het niet toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (leeftijd 55 jaar, dienstverband 15 jaar en goede staat van dienst). 18-05-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding arbeidsovereenkomst met Hoofd Collecties van een museum te Haarlem (d-grond). Uitgebreid verbetertraject heeft geen verbetering in functioneren bewerkstelligd. Herplaatsing niet mogelijk. Geen passende functie. 15-04-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontbindingsverzoek werkgever op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW wordt afgewezen, maar arbeidsovereenkomst wordt toch ontbonden nu partijen verstoorde arbeidsrelatie erkennen. 31-03-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontslag op staande voet in strijd met artikel 7:677 BW. Gefixeerde schadevergoeding. Geen transitie- en billijke vergoeding. Werknemer heeft gehandeld in strijd met hetgeen van een goed werknemer verwacht mag worden en heeft ook onrechtmatig gehandeld jegens werkgever. 15-03-2016
- Rechtbank Noord-Holland Ontbindingsverzoek op de e-grond en de g-grond afgewezen. Werknemer is veelvuldig procedures omtrent bereikbaarheid tijdens ziekte niet nagekomen en hij is herhaaldelijk ongeoorloofd afwezig geweest. Hij is echter door werkgever nooit duidelijk aangesproken op of gewaarschuwd voor zijn handelwijze. 18-01-2016
- Rechtbank Noord-Holland Vanwege verdenking van strafbare feiten is Schipholpas ingenomen, waardoor werknemer zijn eigen functie (voorlopig) niet meer kan uitoefenen. Ontbinding op basis van h-grond. Niet werken hangende de duur van de ontbindingsprocedure komt voor rekening en risico van KLM, omdat werknemer geen tijdelijk vervangend werk is aangeboden. 06-11-2015
- Rechtbank Rotterdam Havenwerkers maken aanspraak op inlenersbeloning. Artikel 4:2 Arbeidstijdenwet is niet overtreden. Toepassing artikel 7:610b BW. 12-07-2013
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep UWV was niet bevoegd de ZW-uitkering te verlagen op de grond dat appellante niet had voldaan aan haar re-integratieverplichtingen, omdat de norm waaraan moest worden voldaan onvoldoende duidelijk was. 26-10-2016
- Centrale Raad van Beroep Centrale Raad van Beroep stelt een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie over het al dan niet discretionaire karakter van de bevoegdheid van lidstaten om de export van de WW-uitkering met drie maanden te verlengen. 26-10-2016
- Centrale Raad van Beroep De mededeling van werkgever dat hij het bezwaar intrekt, is geen publiekrechtelijke rechtshandeling en daarmee geen appellabel besluit. 26-10-2016
- Centrale Raad van Beroep UWV heeft terecht besloten het inkomen als zelfstandige in het kader van de inkomenseis bij de WGA-loonaanvullingsuitkering te berekenen door de winst over het betreffende boek/kalenderjaar te delen door twaalf maanden en deze evenredig toe te rekenen, in plaats van de behaalde winst toe te rekenen aan de periode(n) waarin is gewerkt. De slechte bedrijfseconomische omstandigheden van appellante behoren tot het normale bedrijfsrisico. 14-10-2016
- Centrale Raad van Beroep Een ziekmelding in het kader van een WW-aanvraag kan niet worden aangemerkt als een aanvraag voor een ZW-uitkering. 12-10-2016
- Centrale Raad van Beroep Geen dwangsom opgelegd, aangezien UWV al een besluit had genomen op de WW-aanvraag en de aanvraag niet kan worden gezien als een ZW-aanvraag. 12-10-2016
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Oost-Brabant Ontslag op staande voet wegens diverse incidenten niet rechtsgeldig. Incidenten zijn te lang geleden of onvoldoende zwaarwichtig om tot de conclusie te komen dat werknemer zijn verplichtingen grovelijk veronachtzaamt. Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek. 2016-07-19
- Rechtbank Oost-Brabant Veroordeling werknemer tot betaling van € 113.450 aan boetes in verband met overtreden concurrentie- en relatiebeding. 2016-09-15