Naar boven ↑

Update

Nummer 48, 2016
Uitspraken van 22-11-2016 tot 28-11-2016
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

AR Annotatie: Dont Believe the Hype. Van der Gulik/Vissers Partners is springlevend!
Graag wijs ik u op de nieuwe AR Annotatie van Frank Dekker. In deze noot staat hij stil bij de uitleg van het arrest Van der Gulik/Vissers. De regering heeft tijdens de parlementaire behandeling van de WWZ tot tweemaal toe verklaard dat een disciplinaire schorsing voor rekening van de werknemer zou komen en dat de werkgever om die reden geen loon verschuldigd zou zijn. In de literatuur zijn geluiden te horen van schrijvers die menen dat Van der Gulik/Vissers Partners met die uitlatingen achterhaald is. Dekker is het met die opvatting niet eens en beoogt in deze annotatie een tegengeluid te laten horen. Klik hier om zijn noot te lezen.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad nuanceert cao-norm: aan uitleg van het sociaal plan komt onder bijzondere omstandigheden mede betekenis toe aan de voor derden niet kenbare bedoelingen van de opstellers van het sociaal plan
In AR 2016-1356 staat de vraag centraal of een als cao aangemeld sociaal plan op grond van de objectieve Haviltex-norm (cao-norm) moet worden uitgelegd, zodat interne niet voor derden kenbare stukken geen rol mogen spelen bij de uitleg van de tekst. De Hoge Raad brengt in dit arrest allereerst zijn rechtspraak over de cao-norm in herinnering en herhaalt dat tussen de cao-norm en Haviltex-norm geen tegenstelling, maar een vloeiende overgang bestaat. Uit een en ander volgt dat de bestaansgrond van de cao-norm is gelegen in de bescherming van derden tegen een uitleg van een bepaling in een overeenkomst waarbij betekenis wordt toegekend aan de voor hen niet kenbare partijbedoeling, en in de noodzaak van een eenvormige uitleg voor alle door die overeenkomst gebonden partijen. In een geval als het onderhavige waarin alle partijen voor wie de uitleg van het sociaal plan van belang is, te weten FNV, Condor en alle achterblijvers, zijn betrokken in de procedure, terwijl Ossfloor (de werkgever met wie het sociaal plan was gesloten en waarvoor Codor garant stond) failliet is verklaard, en de werknemers die tijdens de reorganisatie van mei 2010 zijn ontslagen, reeds een vergoeding op de voet van het sociaal plan hebben ontvangen, is een van de cao-norm afwijkende uitleg denkbaar voor een situatie als de onderhavige, waarin het gaat om de vraag of een groep werknemers die uitgaande van de tekst van een sociaal plan buiten de werkingssfeer daarvan valt, daaraan niettemin rechten kan ontlenen. Deze genoemde feiten en omstandigheden brengen mee dat bij de uitleg van het sociaal plan mede betekenis toekomt aan de voor derden niet kenbare bedoelingen van de opstellers van het sociaal plan. Ook de niet-openbare eerdere concepten van het sociaal plan en het positieve advies van de OR bij het reorganisatieplan moeten in dit geval bij de uitleg worden betrokken.

Omzetting bepaalde- in onbepaaldetijdscontract tast rechtsgeldigheid concurrentiebeding niet aan
In AR 2016-1340 staat de vraag centraal of de niet-schriftelijke omzetting naar een vast contract, het concurrentiebeding aantast. De kantonrechter oordeelt als volgt. Bij het aangaan van de eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is anders dan in Philips/Oostendorp (JAR 2008/113) expliciet een concurrentiebeding overeengekomen. Bij de omzetting in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is geen sprake geweest van een zodanige wijziging van de essentialia van de arbeidsovereenkomst dat in feite gesproken zou moeten worden van een nieuwe arbeidsovereenkomst. Enkel het salaris is op een te verwachten wijze verhoogd. Hoewel de rechtspraak op dit punt niet eenduidig is, oordeelt de kantonrechter vooralsnog dat in de gegeven omstandigheden het concurrentiebeding zijn gelding heeft gehouden.

Beindiging met wederzijds goedvinden of instemming met opzegging?
In AR 2016-1341 staat de vraag centraal of werkneemster recht heeft op een transitievergoeding. Volgens werkneemster heeft zij ingestemd met de opzegging van de werkgever. Volgens de werkgever is sprake van een beindiging met wederzijds goedvinden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkgever gelijk. De benaming (BEINDIGINGSOVEREENKOMST), vormgeving en inhoud van de overeenkomst wijzen er onmiskenbaar op dat het gaat om een vaststellingsovereenkomst en niet om een opzegging waarmee door werkneemster is ingestemd. De zinsnede dat de werkgever een beindiging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen wenst na te streven, maakt dit niet anders, reeds omdat aannemelijk is dat het doel van het opnemen van die passage gelegen is geweest in het kader van het veilig stellen van uitkeringsrechten van werkneemster.

Verschil van inzicht tussen raad van bestuur en raad van toezicht leidt tot ontbinding h-grond. Ontslagvergoeding gelijk aan maximale WNT-vergoeding waarop de transitievergoeding in mindering wordt gebracht
In AR 2016-1343 staat de vraag centraal of het verschil van inzicht tussen de Raad van Toezicht en lid van de Raad van Bestuur tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst aanleiding geeft. De rechter oordeelt dat geen sprake is van een d- of g-grond, maar in dit geval de h-grond tot ontbinding leidt. De contractuele ontslagvergoeding wordt gemaximeerd door de WNT. De transitievergoeding wordt hier inbegrepen.

AR Poll
93% is het eens met de stelling: Uitstellen van de handhaving van de Wet DBA is een goede zaak.
De nieuwe stelling luidt: Het arbeidsrecht dient fundamenteel te worden herzien.
Breng hier uw stem uit.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest mij nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Ruben Houweling
Hoofdredacteur AR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep